In 2022 bezochten we het kerstconcert in het Amsterdamse Concertgebouw. X keek haar ogen uit. Voor iemand uit de provincie was de grote stad met al zijn diversiteit een wereld van verschil. Ze verwonderde zich over tattoos, piercings en de veelheid aan huidskleuren.
De Vijfde van Mahler: een zaal vol grijs haar
In het Concertgebouw zelf werd de Vijfde Symfonie van Mahler ten gehore gebracht. Een traditie. Hier geen tattoos, piercings of donkere mensen. Een zaal vol witte mensen met grijs haar. Ik maakte foto’s.
We waren een van de eersten in de zaal en namen plaats op het podium, achter het orkest. Een stevig gebouwde bassist was zijn vingers al warm aan het spelen. Geluidloos had hij de symfonie al doorlopen, terwijl zijn collega’s één voor één het podium betraden.

De tovenaar Myung-whun Chung
Myung-whun Chung, de Zuid-Koreaanse dirigent, zo las ik later pas, dirigeerde als een tovenaar. Vooral het eerste half uur van het concert was overdonderend. Ik merkte dat ik de hele tijd geconcentreerd had zitten luisteren en kijken hoe de man het orkest bespeelde.
De ovatie na de symfonie was enorm en welgemeend. Het publiek was ongekend wild voor een klassiek publiek. Myung-whun Chung voerde een ontroerend ritueel op waarbij hij alle orkestleden afging en ze bedankte voor hun inzet.
Het contrast: van ovatie naar Smullers
Buiten was het koud en nat. Met de tram terug. Een kroketje bij Smullers op het station. Wat een contrast.
Het krantengevoel van Rob Schouten
In de trein terug las ik het essay Het krantengevoel van Rob Schouten. Het leest als geschiedenis en je ruikt de papieren krant, die ik alleen nog bij mijn moeder zie liggen. Wij hebben een krant op de iPad. Ik lees hem niet veel, beducht voor de noodzakelijke urgentie en sensatiezucht van kranten, inclusief de zichzelf respecterende kwaliteitskranten. Noodzakelijk vanwege de lezersaantallen.
Ik mijd kranten, net zoals ik nieuwsrubrieken en praatprogramma’s op televisie mijd: om hun onverteerbare, door kijkcijfers gedreven sensatiedrift.
Misschien later, als ik een zee van tijd en een dikkere huid heb, kan ik weer eens de krant lezen. Als die dan nog bestaat.

