Vroeg in de ochtend word ik opgehaald bij het hotel door het team van Dragon Flight Chiang Mai voor een dag vol avontuur. De minivan staat al klaar, gevuld met zes Chinezen, twee Koreanen, en een Thaise chauffeur. Ik mag voorin zitten, naast de chauffeur. Het busje is uitgerust met een mini-karaokeset. Dat belooft wat…
We rijden de drukke straten van Chiang Mai uit, richting de heuvels. De stad maakt plaats voor groen, en de wegen worden steeds smaller en slechter. Het laatste stuk is zelfs onverhard. De lucht voelt frisser, en de omgeving wordt steeds bergachtiger.
Bij aankomst worden we gedisciplineerd in veiligheidstuig gehesen. Een flesje water aan een touwtje en een bamboestok met zijtak blijken onze belangrijkste accessoires. De bamboestok, zo leer ik later, is om te remmen als de zipline te snel gaat.
We klimmen verder de berg op, van de ene boomhut naar de andere. Soms is er een korte wandeling door het jungleachtige terrein, maar meestal vliegen we door de lucht. De begeleiders, die eerst zo serieus leken, blijken echte grappenmakers als ze zelf aan de zipline hangen. Met veel geschreeuw en gelach laten ze zich van platform naar platform glijden.

We klimmen iets verder de berg op en ziplinen van de ene boomhut naar de andere. Soms een korte wandeling door het jungleachtige terrein tegen de berg op om het volgende plateau te bereiken.
We maken zo een flink rondje langs de bergwand.
Aan het eind abseilen vanuit een platform hoog in de boom en we staan weer op de ‘begane grond’.
In het gebouwtje terug tuigen we ons weer af en krijgen we een T-shirt. Alleen nog medium en small, dus dat gaat waarschijnlijk knellen. Er is een eenvoudige, maar erg lekkere Thaise lunch voor ons klaargemaakt.
Daarna weer in de auto de bergpaden af naar Chiang Mai. Geen karaoke gelukkig. De Chinezen zijn in slaap gevallen.
Een paar losse observaties.
De reclameborden langs de wegen en in de straten zijn talrijk, veelkleurig en reusachtig van omvang.
Er werken hier veel vrouwen aan de aanleg en reparatie van de wegen. Hoewel nauwelijks herkenbaar door hoed en mondkap toch duidelijk vrouwen.
De stoplichten staan hier (Chiang Mai) enorm lang op rood (en op groen dan ook neem ik aan, maar daar hoeven we dan nooit op te wachten dus dat merk je niet). Was me in Bangkok niet opgevallen.



