The subtle art – Mark Manson, grootsheid en kleine waarden

De titel The Subtle Art of Not Giving a F*ck is een beetje misleidend. De belangrijkste boodschap is niet zozeer helemaal geen F*ck te geven, maar alleen een F*ck te geven om die dingen die echt belangrijk zijn. En Mark Manson gaat er dieper op in dat de dingen die van belang zijn om een F*ck om te geven, niet de voor de hand liggende meest materieel zaken zijn. En dat je juist geen F*ck moet geven om die zaken die voor de hand liggen, of anderen van je verwachten (materiële zaken, status). En als je daardoor anders bent, een buitenbeetje, moet je daar juist weer geen F*ck om geven. Manson geeft de lezer een handleiding bij het vinden van die dingen die belangrijk zijn.

Geluk vinden is niet een doel. De mens zit zo in elkaar dat zodra een “geluksdoel” is bereikt, hij snel weer ontevreden is en een volgend geluksdoel zoekt. Daarom is het van extra groot belang om de juiste dingen te vinden om je voor in te zetten: om de beste problemen te vinden, zoals Manson het formuleert.

Manson schrijft dat de mens zich niet zou moeten laten drijven door entitlement, exceptionalisme, willen uitblinken in zaken. We worden in de media doodgegooid met berichten van mensen die enorm geslaagd zijn, succesvol zijn, en de verkeerde conclusie kan zijn dat als je niet net zo succesvol bent, dat je dan een loser bent. En dat je dus naar een dergelijk succes zou moeten streven. Daardoor gaan mensen rare dingen doen, proberen de verkeerde problemen op te lossen. Men kan zich beter realiseren dat het leven saai is en dat je al die hoge doelen nooit bereikt, en je beter richten op kleinen zaken, als vrienden, een goed boek lezen, een vriendschap aandacht geven.

De waarden die men volgens Manson moet nastreven zijn: realistisch, sociaal relevant, direct en beheerbaar. Ik zou zeggen SMART: Specific, Measurable, Achievable, Relevant en Time bound. In plaats van vaag, op bijgeloof gebaseerd, onrealistisch, en zaken waar je moeilijk invloed op hebt. De waarden volgens welke je leeft diept Manson uit.

Verantwoordelijkheid nemen voor alles wat in je leven gebeurt.
Ook als je geen keuzes maakt, maak je keuzes. Het is ook van belang de keuzes te maken die voor jou belangrijk zijn. Niet die van je partner of anderen. Choose Yourself van James Altucher heeft eenzelfde boodschap.

Onzekerheid omarmen – stel bij je eigen geloof steeds vraagtekens: wat als ik het mis het, wat betekent het als ik het mis heb, wat zou een beter probleem zijn om naar te kijken.

Erken je eigen fouten en leer er van.

Motivatie leidt niet tot actie. Maar actie leidt tot motivatie. Do Something!

De kunst van het nee zeggen tegen onbelangrijke zaken – daarmee duidelijk definiëren wat je wel wilt.
Het maken van keuzes sluit andere zaken uit. Dat hoort ook bij het maken van de keuze. Manson schrijft dat niet juist bevrijdend kan zijn: het uitsluiten van zaken leidt tot focus en commitment, waardoor je met meer diepgang die zaken waarvoor je hebt gekozen kunt doen.

Al je actie zien in het licht van je sterfelijkheid. Het menselijk besef van mortaliteit is niet een probleem, maar juist een oplossing. Besef van mortaliteit geeft betekenis aan het leven, is de drijfveer voor onze acties.

Geen index. Dat is lui.

Verder lezen: Choose Yourself – James Altucher.

John le Carre – Tinker Tailor Soldier Spy

Recommended by Malcolm Gladwell in Tim Ferriss show: Tinker Tailor Soldier Spy door John le Carre. 

Complex spy story. Only got me hooked halfway through. I was close to giving up.

The English is challenging sometimes. Very dense sentences. Not sure I will read another one soon.

From Poland he applied successfully for a post at the Budapest Academy of Sciences and for the next eight years he lived the nomadic life of a minor left-wing intellectual in search of light, often liked but never trusted. He stayed in Prague, returned to Poland, did a hellish two semesters in Sofia and six in Kiev where he had a nervous breakdown, his second in as many months. Once more the Nursery took charge of him, this time to dry him out. He was passed as clean, his networks were given to other fieldmen and Roy himself was brought into the Circus to manage, mainly from a desk, the networks he had recruited in the field.

He gave me a drink and we sat there like a pair of schoolboys making up a code, me and Control. We used Tinker, Tailor.

Margareth Atwood – Hag-seed

Revenge novel, Hag-Seed.

A number of inmates voluntarily take part in a drama programme in prison.
Practising for a recording of Shakespeare’s The Tempest led by a rejected stage director with a grudge against his former employer and a trauma after losing his daughter.

Quite stuffed with Shakespeare, probably the book is even more enjoyable if you know more about Shakespeare than I do now.

Funny thing about the prisoners being allowed to swear only in the terms that appear in The Tempest (Hag Seed!) during the drama exercises.

Berjaya Times Square (14 mei 2018)

Weer terug in KL na ons bezoek aan Malakka.

We pakken de metro naar Masjid Jamek. Daar vandaan wandelen we over het Merdeka Square naar het toeristencentrum aan de rand van het plein. We hebben een nieuwe kaart nodig, en bij het hotel konden ze ons niet helpen.

Op het grasveld van het Merdeka Square worden bussen met Chinese toeristen losgelaten om krankzinnige selfies te maken. ‘s Werelds volksziekte nummer 1 als gevolg van de smartphone.

Bij het toeristencentrum hebben ze een kaartje. Verder stelt het geen bal voor. Ja, ja kan de trap op voor wat geld om over de stad te kijken. Wij besluiten naar Berjaya Times Square te gaan, een groot winkelcentrum dat erg leuk zou moeten zijn. We zoeken de metro weer op, het is te ver lopen 9in dit weer).

KL heeft een heel toegankelijk metrosysteem emt heel begrijpelijke kaartjesapparataten: bestemming opzoeken op een overzichtelijk scherm, kiezen, betalen. Je krijgt dan een muntje waarmee je door de poortjes naar de perrons kan. De meeste rijtuigen zijn gekoeld – tot op het ijskoude af. Een uitzondering is de oude monorail, daarin hebben we staan zweten. De monorail is sowieso een beetje een tegenvaller. Wij hadden gerekend op een supersnelle flitstrein, maar de rap ogende trein blijkt een krakkemikkige boemel.

Door de straten het laaste stukje naar Barjaya Times Square. Dit blijkt een enorm groot winkelcentrum met een ingebouwde achtbaan en nog een paar kermisattracties. De achtbaan giert af en toe door de ruimte van het gebouw; gillende mesen aan boord alsof je inderdaad op de kermis staat.

Verder is het winkelcentrum weinig aantrekkelijk. Er zijn hier wel gewone dingen te koop, in tegen stelling tot een aantal andere grote malls in KL waar alleen producten van luxe westerse merken, tegen luxe westerse prijzen te koop zijn.

We eten wat, uiteraard.

We slenteren door de bekende buurt: Bukit Bintang, het toeristische centrum van KL denk ik. Hier hele grote reclames aan de muur, dure hotels en westerse cafés. Verder niet leuk.

We nemen de metro naar KLCC (de Petronas torens) om nog wat cadeautjes te  scoren. Daar is in ieder geval Kinokuniya, de grote boekhandel – altijd leuk om te verpozen. Koffie gedronken in de Kinokuniya coffee corner. We doen wat boodschappen bij de supermarkt in de kelder. We eten op de kamer, allebei een beetje laveloos van het steeds uit eten.

15 mei 2018 – keuteldag

Keuteldag.

Vanochtend bezoeken we nog Chinatown, de buurt rondom Petaling Street. We bezoeken een Chinese tempel.

In de wet market kijk ik hoe een klant een levende kip uitzoekt, hoe deze de keel door wordt gesneden. Dan is het mij wel genoeg. De wet market stinkt naar bloed. Heel doordringend.

We kopen nog wat spullen.

We zoeken naar een Sikh tempel maar kunnen deze niet vinden. Dan maar wat gedronken bij ons Old China Cafe. Altijd prettig om daar even uit te puffen.
Dan gaan we, met de metro, naar het Nationaal Museum – Muzium Negara. Hier is in een mooi gebouw de historie van Maleisië vanaf het prille begin samengevat in een viertal afdelingen, van prehistorie tot moderne geschiedenis.

Halverwege de middag zijn we terug in ons hotel. We lummelen wat, rusten uit, douchen, pakken onze spullen.
Het hotel begint te irriteren. Airco kan alleen op vries-stand. lampen zijn stuk, te weinig stopcontacten, matig ontbijt, oubollig behang en betimmering, geen fatsoenlijk bureau, een fatsoenlijke stoel (we hangen op bed). Verwend, ja, maar dit hotel heeft zijn beste tijd gehad.

In de taxi naar het vliegveld worstelen we door de spits. In de stad kruipt het autoverkeer door de straten. Een vierbaansweg flessenhalst naar een tweebaansweg. Dan rijdt het weer.

Dim Sum en meer (13 mei 2018)

Een krankzinnige dag, de laatste dag in Malakka.

Ontbijt bij een traditioneel Dim Sum restaurant. Dat is interessant. Er zitten alleen lokale Chinezen. Meest Nyonya, begrijp ik. Als witte mensen zijn we een bezienswaardigheid.

“Tot hoe laat is dit restaurant open?”

“Until they run out of stock.”

De volgende ochtend om vier uur begint het dan weer opnieuw.

Nog even uitrusten in het hotel.

Dan saté in een restaurant in de buurt, na de boel in de auto te hebben geladen. Ook alleen locals, nu ook Maleisiërs maar ook chinezen. In de hoek zitten oma en andere familieleden satestokjes te vullen met kip, varken (ja – varken – hebben ze hier gewoon – voor de Chinezen natuurlijk).

Nog even langs een winkel met traditionele Chinese spullen. Creatief opgestapeld in een bomvolle winkel. Aan de voorraden hier kunnen ze bij de Chinees op de bazaar bij ons nog een puntje zuigen.

Eindelijk op weg. We zijn rond 4 uur in KL.

Kan geen pap meer zeggen. Ik wil nooit meer eten.

Malakka (11 mei 2018)

Goed dat we een Grab hebben genomen en niet met de bus gaan. De bagage is veel te zwaar om makkelijk mee te reizen. De chauffeur belt om kwart over 9 dat hij op weg is. 10 uur staat ie voor de deur. Als gezegd kwamen we hem gisteren tegen en moest hij toch al terug naar Malakka.

De rit gaat een uur over de snelweg en dan nog de laatste 15 kilometer binnendoor, ruim een half uur naar Malakka langs wegen die verbouwd worden en rode stoplichten die heel lang op rood staan.

Het hotel is in het oude centrum van Malakka. We laten onze koffers achter (te vroeg, kunnen pas om 3 uur inchecken) en lopen de stad in. De befaamde Jonker Street is hier om de hoek. Jonker Street heeft winkeltjes en Chinese tempels maar verder is er niet veel te doen of te zien. Aan het eind van Jonker Street steken we de rivier over. Daar is een kleine toeristenkolk. Er is een Dutch mill: een kleine nep-windmolen zoals sommigen in Nederland in de tuin hebben staan. Er is een kerk, een protestante kerk, waar het koel is, maar die ook niet erg veel om het lijf heeft. Op het plein staan de tricycle, een krankzinnig opgetuigde riksha. Veelkleurig en als ze wegrijden zetten ze heel hard stampende poppie muziek aan.

We lopen langs de kade naar de zee. Langs een replicatie van een oostindievaarder. Door de wijk langs het water. Maar er blijkt niet zoiets als een kust die bezichtigd kan worden. We lopen van op een priveweg van een hotel.

In een nabijgelegen mall eten en drinken we wat.

Door de mall lopen we terug. Komen langs een islamitisch museum, dat we dan maar bezoeken. Er hangen krantenknipsels aan de muur en de glazen vitrines rammelen als je er langs loopt.

Buiten staan een vliegtuig en een trein op een plein. Slaat verder nergens op. Het toerisme doet de mensen hier rare dingen bedenken.

Achter het islamitisch museum langs lopen we een heuvel op waar de ruïne van een oude kerk staat: St Paul’s. Mooi uitzicht over de stad. In de kerk staan graftombes uit de 15e eeuw van Nederlandse Oostindiegangers. In de kerk zijn kraampjes ingericht waar je ongerelateerde snuisterijen kunt aanschaffen.
We slenteren door de stad terug naar ons hotel. We halen wat spullen bij de nabijgelegen supermarkt in een wijkje vlak achter het toeristenwalhalla. Het ziet er al snel een stuk authentieker uit.

We nemen een taxi naar de Portugese nederzetting, of wat dat vroeger was. Op een plein langs eens stukje boulevard zijn een tiental restaurants ingericht waar ze vis naar origineel Portugees recept klaarmaken. Aan wat wij bestellen is weinig Portugees te herkennen. Het is aardig om lang de boulevard te slenteren.

We worden door een Grab weer in het dorp afgezet. Er is een krankzinnige vertoning van de tricycles aan de gang, die nu blijkt ‘s avonds ook nog eens waanzinnig verlicht zijn met felgekleurde knipperende lichtjes.

We lopen door Jonker Street. Hier is een nachtmarkt aan de gang. Veel toeristen. In de Chinese tempels aan beide kanten van de straat wordt door de lokale bevolking gedanst en aan karaoke gedaan.

12 mei 2018 – Malakka

We bezoeken het Famosa fort. Een hindoeïstische tempel. Een Chinese tempel, Cheng Hoon Teng, de oudste tempel van Maleisië.
 
Met G naar Nyonya restaurant. Fantastisch eten. Daarna belanden we uiteindelijk in de lobby van een hotel om nog wat te drinken. Daar staan twee mooie Filipijnse meiden niet mooi te zingen, begeleid door een band op de computer.

Thean Hou tempel, 10 mei 2018

Eerste nieuws is hier dat de oppositie de verkiezingen heeft gewonnen. Wat dat betekent is in ieder geval dat een einde komt aan de 28? Jaar lange regeerperiode van de huidige partij. Of het een verbetering wordt, zeker aangaande corruptie is de vraag. Wat ik lees is Manathir, de 92 jarige winnaar ook niet vrij van zelfverrijking. Of deze man betrouwbaar is moet blijken.

We gaan naar de Thean Hou tempel. Een van de grootste boeddhistische tempels in Maleisië. Het is een kleurrijke tempel van meerdere verdiepingen. Op de eerste verdieping staan we aan gesloten deuren te trekken, maar we blijken langs de balustrade nog een verdieping hoger te moeten. Een onooglijke trap brengt ons op een voorplein waaraan de tempel ligt. Het plein is uitbundig versierd met rode lampionnen. Vanaf het plein heb je een heel mooi uitzicht over de stad. De tempel zelf is eigenlijk bescheiden van omvang. Er staan drie boeddha’s van het Chinese type. Niet te vergelijken met de dikbuikige Thaise Boeddha. De tempel is zwaar gedecoreerd. Naar goed Chinees gebruik wordt er flink veel wierook bij in de fik gestoken.

Op de begane grond, onder het gebouw van de tempel is een commerciële instelling ingericht met toeristisch snuisterijen en restaurants. Je kan er ook trouwen. De winkeltjes gaan net open. Kennelijk zijn we aan de vroege kant. Er zijn toch ook al een paar bussen met Chinezen geland.

Bezweet nemen we een Grab naar de volgende bestemming: het tropische vogelpark, KL Bird park. Het is net te ver om te lopen, 4,5 km, in deze warmte.

KL Bird Park is een mooi park, heel groot, ligt tegen een heuvel op en is een aantal vierkante kilometers schat ik, overdekt met gaas en netten. Het grootste vogelpark waar vogels vrij rond kunnen vliegen. De toegang is iets van 14 euro pp, een klein vermogen naar Maleisische begrippen. Het is prettig rondlopen in het park. Uiteraard zijn ook de vogels interessant.

Op de terugweg hebben we een Grab van een chauffeur uit Malakka/Melaka. Dat is nou toevallig, daar moeten we morgen naartoe.

Afgesproken. Morgenochtend tien uur.

Onweer (5 mei 2018)

We nemen een Grab naar de Nationale Moskee. Er is een dienst aan de gang. Een zeer spraakzame en overtuigend klinkende voorganger spreekt woorden in een taal die wij niet kennen, en die weerkaatsen door de ruimte  tussen de witte muren.
De moskee is een strak gearchitectureerd gebouw waarbij de ontwerper een meester in  het beheersen van het licht is. De wijze waarop de ruimte door natuurlijk licht wordt verhelderd is geniaal te noemen.
Helaas wordt er verbouwd en geschilderd; dit doet het sprookjesachtige een beetje teniet.
We wandelen naar het nabijgelegen Museum for Islamic Art. Ook een indrukwekkend gebouw, en gevuld met een mooie verzameling Islamitische (ja wat wil je) kunstvoorwerpen. Er is een tijdelijke fototentoonstelling die de vernietiging van kunst en architectuur in Syrië documenteert. Je wordt er draaierig van als je ziet hoe IS, en waarschijnlijk ook het Syrische regeringsleger eeuwenoude kunstschatten vernietigden.

Google Maps volgend wandelen we door de straten van Kuala Lumpur naar de Central Market. Dat is nu een plek waar vooral toeristen batik en andere kleding kopen, maar eens was het een markt waar de lokale bevolking groente en fruit kocht, en vlees.
In de straat naast de Central Market vinden we een Indiaas restaurant waar we neerstrijken voor de lunch. Ik bestel een grote limoenlimonade. En groot blijkt dan echt groot: een pul van anderhalve liter wordt op tafel gezet. De bediende moet lachen om mijn gezicht als hij het enorme glas voor me neer zet.

We wandelen naar Klein India, min of meer terug van waar we vandaan kwamen. Achtergebleven Indiërs, volgens mijn collega, zelf een Indiër. Klein India, Brickfield heet de wijk, is een vrij klein gebied voor het centraal station van Kuala Lumpur (het nieuwe Sentral, er is ook het voormalige Sentral, niet ver er vandaan gelegen). Een straat, Jalan Tun Sambanthan, is echt volledig Indiaas ingericht.  De rest is de prettige potpoerri van Indiaas, Maleis en Chinees. In deze straten ruikt het sterk naar wierook, wat ook in de winkels in grote variëteiten en hoeveelheden aangeboden wordt.

We lopen naar een boeddhistische tempel in deze buurt. Deze is toegankelijk, maar het licht is uit. Het begint enorm te gieten. Een Indische conciërge, Hindoe zie ik aan de teken op zijn voorhoofd, laat ons schuilen in de tempel. Hij doet het licht voor ons aan. Wel even schoenen uit natuurlijk. Een enorm onweer trekt knetterend over. Een enorme klap, en het licht in de tempel is weer uit. De Indiër kijkt niet op of om, is het kennelijk gewend. We raken aan de praat. Hij verteld dat er vlakbij een inwijding van een Hindoeïstische (Krishna) tempel is dit weekend. Erg aan te raden om daar te gaan kijken. We beloven morgen te gaan kijken. We willen nu eerst naar ons hotel. A. is gevallen en heeft een lelijk wondje aan haar voet dat verzorgd moet worden. We grabben een taxi naar ons hotel als de regen weer een beetje is afgezakt.