Plaatjes draaien is weer in

Op The Hustle een mooi artikel over de wederopstanding van de vinyl LP, het plaatje, het album.

Naast een antwoord op de karige inkomsten die streaming diensten opleveren voor muzikanten, ook een duidelijk signaal dat het in handen hebben van een fysiek ding door veel mensen wordt gewaardeerd. Ik zou wel weer eens een plaat voor mijn verjaardag willen krijgen. O, en by the way Concerto bestaat nog steeds.

Mooie feiten:

  • In de eerste helft van 2021 werden 17 miljoen LP’s verkocht. Dat is 86% meer dan in heel 2020.
  • De vergelijking is een beetje mank maar geeft wel de verhoudingen weer: 100 fysieke (zelf geproduceerde) albums verkopen levert net zo veel inkomsten op als 450.000 streams op Spotify (ongeveer $1800).
  • Minder grappig: vinyl zorgt voor 12 keer meer vervuiling dan andere fysieke formaten.

Porseleinen Brieven aan Camondo van Edmund de Waal

Ik kreeg het boekje Brieven aan Camondo, geschreven door Edmund de Waal. Het heeft tot onderwerp het leven van een zeer welgestelde Joodse man en zijn familie in Parijs, en ook het antisemitisme in het Frankrijk van de eerste helft van de vorige eeuw.

De Waal beschrijft de ziekelijke verzamelwoede van Camondo en de even pathologische inrichting van de Parijse woning van Camondo met zijn strak geordende verzameling objecten in stofvrije kamers. De stijl van De Waal is bijpassend: stijf, afstandelijk en stofvrij. Ik krijg het er benauwd van.

Het doet een beetje denken aan de manier waarop Nooteboom ruimtes en kunst kan beschrijven. Maar waar Nooteboom een museum of een schilderij te leven weet te wekken op papier, blijft het bij De Waal overkomen als een protserig nauwkeurige opsomming van spullen.

“U wilde dingen compleet maken, had de behoefte dingen weer bij elkaar te brengen, u moet geweten hebben hoe scheiding voelt. Verspreiding voelt.”

Dat wil zeggen: diaspora.

Ik krijg steeds meer de neiging om het keurige porselein van De Waal op de stenen stuk te gooien. De stijl helt over naar pedanterie en elitarisme.

Camondo creëert met een megalomane egoïsme een museum van verzamelde spullen, en verordonneert dat daaraan nooit meer iets veranderd mag worden. Zelfs mogen zijn spullen niet uitgeleend worden.

De koude opsomming van de geschiedenis van de vernietiging van het grootste deel van de familie door de Nazi’s is ijselijk en hartverscheurend.

Aan het eind van het boek neemt De Waal in bedekte termen een standpunt in over de verzamelwoede van Camondo: hij hoeft de erfenissen en zijn archief niet door te geven (in tegenstelling to Camondo), en schenkt zijn archief weg.

Pretend It’s A City en jezelf heel grappig vinden

Fran Lebowitz is een geboren New Yorker, heeft een sterke mening over alles en is grappig. Martin Scorsese maakte een serie over haar voor Netflix. Voor deze serie interviewt hij haar en krijgt ze alle ruimte om haar eigenzinnige standpunten te etaleren. Op zich een leuk idee.

Ik kijk de eerste aflevering. Martin Scorsese lacht veel te hard en onecht om Lebowitz’ grappen. In plaats van een stapje terug doen, lijkt Lebowitz zichzelf ook mateloos grappiger te gaan vinden. Het concept mondt uit in een puberaal onderonsje tussen Scorsese en Lebowitz dat al snel niet meer om aan te zien is. Jammer, want wat een leuk programma had kunnen worden met geniale flap-uit Lebowitz wordt een zelfgenoegzame lach-of-ik-schiet show.

Ronde van Castricum – Uitgeest

Gisteren liep ik mijn fotorondje tussen Castricum en Uitgeest.

In de polder is een lantarenpaal in dit jaargetijde een belevenis. En volgen zelfs de mollen en hun hopen keurig een paadje.

Jongetjes die vuurwerk afstelen worden gewaarschuwd door een oude vrouw achter een rollator.

“Zijn jullie voorzichtig, jongens?”

“Ja, natuurlijk mevrouw.”

Ik neem een foto van een vervallen schapenhok in de wei. Ik kijk op en een vrouw op een fiets zegt enthousiast: “De schapen kwamen allemaal naar u toe rennen, dat was zo’n leuk gezicht!”

Rondje Amsterdam oudejaarsdag

Op oudejaarsdag liep ik een rondje door Amsterdam. Ik begon in Bos en Lommer, zakte af door het Vondelpark en via de Bilderdijkstraat en Jan van Galenstraat weer terug.

Kinderen gooi je niet bij het afval.

OB tampons en een gietertje te koop.

Gedisciplineerde rijen bij de oliebollenbakker en de Hema.

Hokjesgeest bij het parkeren van fietsen en brommers.

Een toetsenist op weg naar een oudjaarsfeestje.

Er gebeurde niet veel maar ik heb me wel vermaakt.

Fahrenheit 451 en The Hours

Twee boeken die ik recentelijk las: The Hours, van de week uitgelezen, en Fahrenheit 451 vandaag. (Daarmee is Fahrenheit 451 het eerste boek van 2022. Geen slecht begin.)

Het onmogelijke: deze twee totaal verschillende boeken vergelijken. Ik ga het proberen, heel in het kort. Waarbij ik van tevoren alvast vertel dat ik Fahrenheit 451 een stuk meer mijn ding vond.

Het verhaal in The Hours wordt verteld vanuit het perspectief van een drie personen. Het verhaal bevat veel monologue interieur, en vrij weinig actie. De stijl van Cunningham zou ik barok willen noemen. De hoofdpersonen in The Hours leiden onder de grote levens van anderen waardoor ze zich beperkt voelen. Ze willen zich daarvan losmaken, en dat is het thema van dit boek. Doet me denken aan Hanya Yanagihara’s A Little Life, maar in The Hours weten de protagonisten i.t.t. de zielige hoofdpersoon in A Little Life zichzelf wel tot positieve actie te bewegen.

Het verhaal in Fahrenheit 451 wordt verteld vanuit het perspectief vanuit één persoon. Het verhaal is vooral opgebouwd rond actie, en de achtergronden worden grotendeels verteld in dialogen tussen de hoofdpersoon en de figuranten. De stijl van Bradbury is strak en stevig. De hoofdpersoon leeft in een dystopisch land in de toekomst, waar de mogelijkheden van de mensen worden onderdrukt en alle boeken moeten worden verbrand. De hoofdpersoon “ontwaakt” uit rol in deze dictatuur en komt ertegen in actie. Doet me denken aan 1984.

Hoop

 

Uitgeest.