Graf
Broad Bay.
Broad Bay.
Motorlichtje knippert op het dashboard. Zo snel mogelijk naar Toyota dealer, zegt het boekje. Damn.
Snap rental help gebeld, dat blijkt naar de AA, de Anwb van NZ, door te schakelen. In de wachtrij maar wel geholpen.
Over een uur komt een technician. De autos razen voorbij, elke was eerst nog hoopvol.
Een motorfiets stopt op oms recreatieparkeerplaatsje. Man met enorme snor komt uit de helm tevoorschijn, zonnebril blijft ondanks dicht wolkendek op. Hij rijdt weer weg. Onverrichterzake.
Projectje: fotograafeer crap op de parkeerplaats. Collage van maken, later.
Een uur later is de AA technician er nog niet. Op z’n elfendertigst zegt A.
Een beekje stroomt. Een auto. Krekels knerpen en een vlieg zoent om mijn hoofd.
Hier wordt overal gekakt en bier gedronken. Doekjes en geplette blikjes.
Verderop een wei, volgepropt met schapen Onder een electriciteitsmast die schuin over de heuvels loopt
Af en toe geblaat. Dan weer een auto. Maar nogsteeds niet die van de AA technician. Maar geen AA. Van Automobile Association, niet de alco-AA.
Hier heeft een hotel gestaan, na een wayfarers sod cottage uit 1857 werd Way Otaraia hotel hier geplaatst. A changing station for paarden tussen Dunedin en Invercargill. Net als in de film.
Het heeft altijd vreemd gevoeld dat ik nooit iets van Cormac McCarthy heb gelezen omdat hij in de leeslijstjes van boeken aller tijden systematisch in de top 10 staat met The Road.
Nu ik het boek eindelijk heb gelezen kan ik bevestigen dat The Road inderdaad een geweldig boek is. Beklemmend, maar geweldig.
Een vader en zoon die geen naam krijgen trekken na een ramp die alles is as heeft gelegd door een land dat wordt gedomineerd door gewelddadige kannibalistische bendes op zoek zijn naar voedsel.
Een wanhopig verhaal dat toch hoopvol eindigt.
Ik lees dat Cormac McCarthy ook de auteur van No Country For Old Men, een film die ik wel heb gezien.
Nu wil ik nog meer van hem lezen. Blood Meridian staat klaar.