Finding the right train is easily accomplished through the big maps on the walls of the stations.
You can get individual tickets or tickets for a certain period. The metro is relatively cheap. The tariffs are here. You can buy a ticket at ticket vending machines at all stations. The machines are straightforward to use, have an English interface, and accept many cards and contactless options such as Apple Pay.
We bought a week’s ticket for 30 RON (6 euros) per person.
The ticket is a thick paper card with a magnetic strip. You use the card to enter through the gates. YOu slide the strip in, wait a few seconds for the validation, and the machine spits out the card again and opens the gate.
When you arrive at your destination, you can pass through the gates without presenting your ticket. The gates open automatically.
PS. In an earlier post, I mentioned that Bolt provides a fine taxi service in Bucharest.
I read a lot on my Kindle and like to make highlights and notes while reading. You can read your annotations at https://read.amazon.com. However, Amazon only synchronizes the annotations for the books you have purchased through Amazon. I am unsure whether that is because of copyright issues or because Amazon does not want to help you with books purchased elsewhere. Both are equally probable. But annoying it is. (Even more so because I think Amazon is an unsympathetic company, and I prefer to use their offerings as little as possible. For stories about Amazon practices, read Cory Doctorow’s story, but a quick search on the internet will surface many more typical monopolist practices.)
Fortunately, the annotations are stored locally on the Kindle in a file called My Clippings.txt. When you connect the Kindle to your computer, you can browse the file structure on the Kindle and find this file.
I created a smallPython program to read this file’s somewhat cryptic format and convert it to a human-readable format. You can find it in a Gitlab repository here. The program currently requires some computer and Python literacy. When time allows, I will make it more user-friendly.
The Muzeul National al Taranului Roman (National Museum of the Romanian Peasant) is being renovated. Not many of the interesting exhibits to which the Michelin Guide devotes three pages are now on view. The renovation leads to an amusing search of the halls through the cafe-restaurant on the terrace with its old wooden church. A golden McDonald’s arch stands in the courtyard to a set of stone tombstones. In a small room displaying religious drawings, the attendant keeps accurate records of visitor numbers.
We take the subway to Polytechnika station, where fossils can be studied in the marble of the subway station.
We walk on to the AFI Cotroceni mall. All the malls in the world of this type look alike, whether you are in NYC, KL, or Bucharest. In the food court, we find a Lebanese restaurant among the KFC-like restaurants, where we eat labneh, sambusek, falafel, sarmalute, and some flatbread. Not very Romanian, but fine.
We walk back past the botanical garden where a light show, Belle and the Beast, is built up, so we can’t go in. We walk back through the Cotroceni district, a nice neighborhood with old houses of the more luxurious category. At the edge of the district is the Saint Eleutherius Church; we take a look.
In the evening, to restaurant Manuc’s Inn, Hunul lui Manuc, traditional and with dances (review mode:) which was nice but also very touristy; so what, why should I be ashamed of that?
The next day with Bolt (an Uber-like app) a cab for 45 lei but the airport. That’s 9 euros for a half-hour ride. How can a person earn anything from that? (Lei is the plural of leu, I just read)
Bucharest Cathedral is enormously crowded. We walk around the cathedral area, enter through the back entrance, and encounter a crowd attending an Orthodox service.
On Thursday, October 24, 2024, Archbishop George of Cyprus joined Patriarch Daniel of Romania at the Patriarchal Cathedral of Bucharest for the solemn reception of the relics of Saint Lazarus. The event took place as part of the celebrations dedicated to Saint Demetrios the New, Protector of Bucharest.
We watch and listen to the meeting. Unfortunately, the cathedral is not open for viewing today. In town that afternoon, we see many Orthodox clergy wearing their yellow habit (which is what this garment is called?) over their arms.
We visit the Church of St Nicholas – Vladica (Biserica Sfantul Nicolae – Vladica), at the exit of Patriarchal Street, the uphill road to the cathedral.
Via the Parcul Carol with the monument for the unknown soldier, we walk to A’s apartment.
Ongepland uitgeslapen tot 8 uur en dan toch moeten we ons nog enigszins haasten om op tijd te zien voor onze afspraak in Casa Ceaucescu. We “springen” op de metro naar halte Piloot – Aviatorilor, en lopen dan nog een kilometer door de villawijk met ommuurde woonerven en poepdure auto’s. Naast de ambassade van Koeweit ligt het “Ceaușescu House” zoals Google maps het noemt. Het woonhuis van de Ceaucescu’s werd tijdens de revolutie bestormd, maar niet leeggeroofd, afgezien van voedsel, drank en nog iets dat ik vergeten ben. In ieder geval zijn de uitbundig gedecoreerde kamers nog in tact.
Van alles wat bladgoud lijkt blijft weinig over. De gids legt uit dat het goudgehalte nogal meevalt, of tegenvalt, net wat je uitgangspunt is. Er werd slecht 127 gram goud gebruikt in het hele huis (of iets dergelijk, ik ben de niet te verifiëren statistiek vergeten).
De gids praat als Villanelle uit Killing Eve in uitsluitend bevestigende zinnen, zelfs als die een vraag bevatten.
We lopen door de uitbundige kamers met een triest stemmende smaak ingericht. Een tapijt dat door de Sjah van Iran kado is gedaan. Een schaaktafel waaraan Ceaucescu al zijn partijen won; niemand durfde hem te laten verliezen. De gouden badkamer van Elena Ceaucescu zoals gezegd een stuk minder zwaar verguld is dan gedacht, maar het ziet er echt wel wanstaltig uit. De Ceaucescus’s onderdrukten niet alleen het volk, ze pleegden ook een misdaad tegen de goede smaak.
De dochter had een princessenverblijf, in nagemaakte Louis XIV stijl. De jongens hadden hun eigen luxe gebeuren als ik de verhalen van de gids mag geloven waren ze niet gelukkig. De ene zoon ging in de politiek omdat zijn moeder, niet gewend aan tegenspraak, dat wilde. Hij was een regionale leider en rapporteerde aan zijn vader hoe het volk leed maar werd niet geloofd of genegeerd. De andere zoon studeerde natuurkunde. Hij leeft nog maaar wilde met de officiële opening van de woning als museum niks van doen hebben. Het zullen je ouders ook maar zijn.
Aan de muur van het zwembad mosaiek dat nu eens niet spuuglelijk is. Apparaten en kastjes langs de muur lijken op martelwerktuigen.
Voor de optionele film volgen we een dame die geen Engels spreekt door de gangen van een deel van het gebouw dat we verder niet toegelicht krijgen maaar dat eiegenlijk nog interessanter is dan de met goud beklede kamers die we eerder zagen. Hier hangen jachttrofeeën, vreemde schilderijen, gebruiksspullen, allemaal in kleine kamertjes langs slechtverlichte gangen. Je mag eeen foto’s maken maar ik piep een gek portret van Ceaucescu.
Casa Ceaucescu
De film wordt vertoond in een kleine filmzaal met pluche stoelen. De video begint in het midden van iets en lijkt een knipselboek van begewegende beelden. Er is moeilijk een lijn in te ontdekken anders dan dat het over Ceaucescu gaat. De beelden gaan zo ver dat je aan het einde denkt dat de boodschap misschien wel is: die Ceaucescu’s die waren zo beroerd nog niet. Ik hoop het niet. De film sluit af met de laatste bordesscene van Ceaucescu die wordt uitgejouwd door het publiek. Hij schreeuwt stilte! Dan wordt de film net zo ruw afgekapt als hij begon en gaat het licht aan. De dame die geen Engels spreekt gebaart en leidt ons door de corridors terug naar de ingang van het gebouw.
We doen omze blauwe plasticoverschoenen uit – weggooien niet hergebruiken – en lopen de tuin in waar de nazaten van pauwen rondlopen die ooit geschenk waren van een Japanse minister aan Ceaucescu.
De tweede stap op deze Ceaucescu dag is het paleis van het Volk, zoals het na de revolutie in 1989 werd genoemd. Het werd gebouwd op een plek waarvoor eerst de hele wijk Uranus-Izvor werd afgebroken. Dat was een kolfje naar de hand van Ceaucescu die toch al bezig was met het radicaal uitvoeren van het systematiseringsprogramma. Hij liet zich inspireren door Kim Il Sung’s Kumsusan Palace project. Een mooie bron van inspiratie, in dictatoriaal-communistische kringen.
Als je het Paleis wild bezoeken is de rocedure simpel: je belt een telefoonnummer dat je op de website kan vinden. Dat kan maximaal een dag van tevoren. Ik belde gisteren.
“Hello?”
“Hello, this is Niek, can I make an appointment to visit the palace?”
“Sure. How many people?”
“Two?”
“We still have tomorrow at 1300, 1400 and 1500”
“Ok 1400 is ok.”
“What is your name?”
“Nicholas….”
“Ok Nicholas, two persons for 1400 tomorrow. Be there a quarter early and bring your passports.”
“Ok, thank you.”
“Bye.”
De ingang is niet waar google maps denkt dat de ingang van dit gebouw is. Gelukkig zien we dat op tijd. Scheelt zo een minuut of twintig omlopen om het gigantische bouwwerk.
We passeren eerst door een metaaldetector. Dan melden we ons bij een loket, waar een man met een namenlijst opzoekt of je je hebt aangemeld. Deze lijst van namen is met ballpoint op een A4-tje gekrabbeld. Ik zie Nicholaas staan. Onze paspoorten worden gecontroleerd. Er gaat een streep doorheen en ik krijg twee kaartjes. Bij het volgende loket reken ik af. Dat kan gewoon met Apple Pay. De paspoorten worden gecontroleerd. De man niet het betaalbewijs aan de kaartjes. We lopen 10 meter door naar een poortje. Hier leveren we de kaartjes met het bonnetje in. Het betaalbewijs krijgen we terug, de kaartjes worden gestempeld en op een stapel gelegd. We krijgen een pasje aan een metalen kettinkje dat we om onze nek moeten dragen.
Na Het inchecken van de groep van 1400 verschijnt wen gids die ons door de zalwn leidt. Er zijn veel zalen, allemaal in een boertig-klassieke stijl. Het gebouw wordt gebruikt voor politieke bijeenkomsten, conferenties en wat dies meer zij. Nu is er een conferentie van de International Council of Nurses (https://icn125.org/ zoek ik op). De nurses lopen door de enorme hal die toegang geeft tot het conferentiecentrum.
Het gebouw maakt trots door bijzondere kenmerken. Zo is het het zwaarste gebouw ter wereld en een van grootste regeringsgebouwen ter wereld. Alleen Het Pentagon is veel groter, maar dat is van defensie, aldus onze gids. Wel heeft het gebouw de meeste inhoud van alle gebouwen ter wereld. Het kostte 4 miljard euro om het te bouwen. De energierekening is 6 miljoen dollar per jaar. Onder de grond zijn nog eens 8 verdiepingen, waaronder een nucleaire schuilkelder. Aan statistieken geen gebrek om dit gebouw bijzonder te maken.
De ruimtes die we te zien krijgen zijn vooral in gebruik voor vergaderingen. Langs de kant staan vertaalhokjes van kunststof. Waar kijken we eigenlijk naar?, vraag ik me af terwijl we foto’s maken van vergaderzalen. We worden weer honderzoveel trappen naar beneden geleid en leveren onze pasjes in en lopen door het park terug de stad in, het zwaarste gebouw ter wereld achter ons latend.
Palace of the ParliamentPalace of the ParliamentPalace of the Parliament
We ontmoeten P bij de metro. We lopen naar het natuurhistorisch museum Grigore Antipa. Veel opgezette dieren en veel schoolklassen. De hoeveelheid opgezette dieren en fossielen is vooral indrukwekkend. En het gebouw zelf.
Een fossiel van een olifant is, sorry, het grootste en meest complete olifantenfossiel is dat ooit is gevonden van de soort Deinotherium ofwel Terrible Beast. Volgens Wikipedia is de soortnaam Deinotherium gigantissimum tegenwoordig ongeldig. Bummer.
Een ander feitje over een van de grootste bijdragen aan de collectie van dit museum:
Mihalache Ghica’s collection was enriched in 1882 with the most valuable donation made by Hilarie Mitrea, a doctor from the village of Rasinari. That donation included over one thousand species of animals, from insects, fishes, amphibians, to birds and mammals, most of all collected from Indonesia during the time when Mitrea was a doctor in the Dutch colonial army.
Onderweg naar de National Gallery lopen we bij de St. Jozef kathedraal naar binnen. Rooms-Katholiek besef ik me pas binnen terinl ik dat toch wel aan de naam van het gbouw had kunnen afleiden. De orgelstemmer is hier zijn werk aan het down, wat een interessant geluid is. Ik neem het op.
Bij de National Gallery worden onze toegangskaartjes driftig bestempeld. Drie enorme verdiepingen met enorm veel werk. En enorm veel supposten, elke zaal minstens een. Ik ken maar een paar van de kunstenaars. Brancusi is wel de meest bekende en ik had me niet gerealiseerd dat hij een Roemeen was.
Edward Steichen kocht een kunstwerk van Brancusi en liet het naar de VS verschepen. Bij aankomst werd het door de douane verkeerd geïdentificeerd als een industrieel voorwerp en werd er een heffing op geheven. Steichen fotografeerde het kunstvoorwerp en het werd een symbool van schoonheid en innovatie, dat bekrompenheid trotseert. Maar goed, de Bird staat hier niet, wel het andere bekende werk Slaap.
BirdSleep
Het Europeese deel is ook substantieel. Ruim baan voor Hollandse meesters. Een Rembrandt. We dwalen verzadigd door de zalen.
Op een hoek van de straat eten we bij Dumicat onze late lunch. Review mode: uitstekend.
Na de lunch lopen we door de stad naar de Armeense Kerk. Een bozige bewaker gebaard telefonerend dat de kerk gesloten is. We kopen soevenirs en drinken wat bij Frog. Review mode: leuk tentje. Vooral studenten (aanrader van A).
Een kou als vanochtend in de slaapkamer heb ik lang niet gevoeld. ‘sNachts is het drie graden geweest. Na het simpele ontbijt van een mooi strak knapperig broodje dat sesamzaadje in de rond doet springen als je het snijdt en als je een hap neemt, spreken we met P af bij de metrostation Universitate bij ons in de buurt.
We rijden naar metrostation Aviatorilor wat Piloten betekent maar ik kan niet vinden niet waarom dat is. We lopen door het King Mihai I park. Mihai I was de laatste koning van Roemenie, die tot 1947 op de troon zat. Hij was getrouwd met Anna Bourbon Parma, een vrouw met een krankzinnig wortelstelsel in de Europese koninghuizen (Wikipedia):
Anne was the younger sister of Prince Jacques of Bourbon-Parma and elder sister to Prince Michel of Bourbon-Parma who was the second husband of Princess Maria Pia of Savoy (eldest child of King Umberto II of Italyand Queen Marie José), and Prince André of Bourbon-Parma. As a granddaughter of Robert I, Duke of Parma she was first cousin to: King Boris III of Bulgaria; Robert Hugo, Duke of Parma; Infanta Alicia, Duchess of Calabria; Carlos Hugo, Duke of Parma; Crown Prince Otto of Austria; and Grand Duke Jean of Luxembourg.
Carlos Hugo, de neef dus van de vrouw van de laatste koning van Roemenie kennen we. Hij was het die in 1964 met onze prinses Irene trouwde, in de katholieke kerk, wat zorgde voor een crisis in het koningshuis. Tegenwoordig zou het me verbazen als het iemand een bal zou schelen met wie en waar een prinses zou trouwen, maar dit zijn andere tijden. En we zijn zo veel scheveschaatsenrijders in het koningshuis later dat de meest trouwe koningshuisfan een laag eelt heeft geweekt, wat dat betreft. Claus was een van de wienigen met fatsoen en een schoon blazoen.
We bezoeken het openluchtmuseum van Boekarest, gelegen bij of in het King Mihai I park. Een bijzondere historische verzameling woningen die mooi laat zien hoe de mensen in de verschillende streken van Roemenië vroeger, laten we zeggen 50 jaar voor en naar de vorige eeuwwisseling, gehuisvest waren .
Een halte met de metro tot Piața Victoriei en een stukje lopen lopen naar Casa Oamenilor de Știință, een traditioneel restaurant. We eten in de tuin. Dat is qua temperatuur net te doen (d.w.z. net niet te koud). We worden geholpen door een ober die nauwelijks Engels spreekt maar erg behulpzaam is. Hij schrijft niets op. Hij loopt in zichzelf mompelend heen en weer. Onze bestelling komt foutloos aan.
We zakken af naar het Atheneum, een heel fraai gebouw. Het lage licht schijnt mooi de entree in. We lopen langs de spiraalvormige trappen naar de concertzaal. De contrabassen liggen op het podium. Een stuk van Faure staat op de muziekstandaard.
Ik probeer de punten die we bezoeken zoveel mogelijk te markeren op Google Maps:
Far too large suitcases almost drive flight attendants crazy. The overhead bins are stowed with much ado.
We land in Bucharest, or at least the Bucharest airport, which is as far from Bucharest as Schiphol is from Amsterdam.
I install the Bolt app and request a cab. We arrive at our downtown apartment in just over half an hour.
We check into our apartment entirely without human contact. We find the key for the front door in a key box and open the door via an app.
We walk into town with no particular destination, with A and P having come to our apartment. P has to go to Luca because he loves it. Luca is a chain serving coffee, and the famous Roumanian pretzels slash hotdogs are stuffed with meat or cheese and olives. I eat vegetarian, so it’s cheese and olives for me.
Shopping at Delhaize, which is called Mega here and is actually just an AH, including price level.
In the evening, we eat Mexican food at Amante, a few blocks away. The restaurant’s choice of loud dance music is strange.