“Is het een mädchen?”, vraagt de man met de hond.
Ik versta hem niet meteen. “Een meisje?” vraag ik.
“Ja, hij houdt niet van mannetjes, maar wel van mädje”, zegt hij. Limburgs, besef ik nu.
Een wielrenner steekt met de fiets aan de hand over en wordt bijna aangereden. Een auto toetert boos.
Even verderop staat Sixsens, House of Pleasure met lila geverfde muren in de steigers.
Bij de kapel zegt een vrouw uit het westen: “Zo, ik heb net nog geprobeerd een rondleiding te fixen.”
De racefietsen razen hier naar beneden. Is er een route het dal in? Ik dacht dat de weg hier doodliep en overging in een wandelpad. Een platgereden egeltje langs de kant van de weg. Het zal toch niet? … Die fietsers?
Iemand heeft een appel op een paaltje achtergelaten. Een vergiftigde appel voor de geliefde van de prins? De hond snuffelt eraan, laat hem liggen. Ik weet genoeg.