Vandaag lopen we de wijnroute. Elf kilometer, zegt de app. Maar al gauw begrijpen we dat die elf kilometers in Zuid-Limburg niet de kilometers zijn die we bij ons in het vlakke polderland kunnen weglopen. Hier slingert het omhoog, over paden die door regenval tot rotsige geulen zijn omgevormd. Een heel andere ervaring voor onze knieën en kuiten, en heel vreemd, de spieren op mijn scheenbeen. Hier in Nederland, door bossen met varens van een meter hoog, tropisch bijna. Langs door neerkletterend water uitgesleten paden langs de heuvels naar beneden, onze enkels verzwikkend aan de losgespoelde stenen. Tussen wijngaarden door. Solaris, Cabernet Cortis, Johanniter, Souvignier Gris, Auxerrois en Chardonnay, meest onbekende druiven waarvan we later flessen halen bij een licht-elitaire winkel die prachtig gelegen is op de rand van een heuvel. Met pijn in de benen proeven we een glas – dat mag bij uitzondering want eigenlijk moeten we daarvoor bij het smaaklokaal in het dorp zijn, en een kan nog net want we zijn met de auto.








