Peter van Straaten in Allard Pierson

Gisteren bezochten we de tentoonstelling “Misschien valt er wat te lachen“, een overzichtstentoonstelling over het werk van Peter van Straaten in het Allard Pierson museum. Grappig te zien, die gniffelende mensen in een te kleine ruimte. Niet te klein wat betreft Covid, maar wat betreft de tentoonstelling. Die had van mij wel wat meer ruimte en materiaal mogen hebben. Toch heel leuk gedaan.

Verder gelopen door de verwarrende tentoonstelling “Amsterdam, Creatieve Stad”. De rest van het museum hebben we laten liggen voor een andere keer.

Zuckering

Ik kende de term Zuckering, of Privacy Zuckering nog niet maar hij is geniaal. Zuckering staat voor misleid worden tot het publiekelijk delen van meer informatie over jezelf dan je eigenlijk wil. Uiteraard naar Mark Zuckerberg, die ons “helpt” verbinden en ontdekken – je kan er niet cynisch genoeg over zijn.

Via Darkpatterns.org.

De week van 5 december

Gezien

Afgelopen zaterdag bezochten we de tentoonstelling The Roaring Twenties in museum Kranenburg in Bergen. Erg leuke tentoonstelling met mooi werk van Erik van Lieshout, Esiri Erheriene-Essi, Helen Verhoeven. Top voor zo’n relatief klein museum!

Gezien/gelezen

The Democratic Forest william aggleston

William Eggleston – The Democratic Forest. Geweldig boek dat het democratisch fotograferen van Eggleston geweldig samenvat.

Gelezen

Anansi Boys van Neil Gaiman. Fantastisch verhaal over twee broer, zonen van een god die verstrikt raken tussen de wereld van mensen en goden.

Hans Aarsman – Vroomm! Vroomm!. Fotoboek van Hans Aarsman over auto’s met mooie persoonlijke verhalen van Hans Aarsman.

Lezend

What Technology Wants van Kevin Kelly.

Hans van der Meer – Achterland. Al net zo’n Nederlands fotoboek als dat van Hans Aarsman.

Er is maar weinig over bekend… Bryson over Shakespeare

De Nederlandse titel van Bill Bryson’s boek over William Shakespeare is “Een biografie” is al misplaatst. De uitgever had dit kunnen weten, want Bryson geeft al vroeg in het boek aan dat er over Shakespeare ongelofelijk weinig bekend is, dat je eigenlijk niet veel meer kan verwachten van een boek over Shakespeare, dan een beschrijving van een handvol schamele feiten, aangevuld met aannames, fantasieën en voorlopige conclusies omtrent even en tijd van Shakespeare. Bryson geeft toe dat het boekje ook juist daarom zo bescheiden van omvang is gebleven.

De hoofdstukken staan dan ook vol met zinsneden die de waarschijnlijkheid van de gemaakte beweringen in twijfel trekken. “Mogelijk …”, “… veronderstellen …”, “… met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid …”, “… niet verhelderende …”, “we zouden nog minder weten als we niet…”, “over … is maar weinig bekend”, “… schijnt …”, “… we zijn er niet helemaal zeker van …”, “Niemand weet …”, en zo gaat het maar door.

Desalniettemin blijft het boek boeien, en het wordt duidelijk waarom Shakespeare al die aandacht blijft verdienen uit de berichten over wat we wel zeker weten over hem. En dat is niet alleen de omvang van zijn oeuvre en de eigenheid. De bijdrage van Shakespeare aan de vernieuwing van de Engelse taal blijkt onovertroffen. Meer dan 2000 Engelse woorden heeft Shakespeare verzonnen dan wel voor het eerst op schrift gesteld; Hamlet alleen al bevat meer dan 600 neologismen. Voor zegswijzen zijn vergelijkende overdonderde statistieken van toepassing: Shakespeare verzon of boekstaafde voor het eerst 10% van alle zegswijzen uit zijn tijd.

De genialiteit van Shakespeare was zo overweldigend, en de gegevens over hem zo minimaal, dat vele geschied- en letterkundigen in de eeuwen na hem in twijfel hebben getrokken of Shakespeare wel zou hebben bestaan. De laatste hoofdstukken van Bryson boekje geven een overzicht van deze veelal krankzinnige theorieën, die variëren van een virtuele Shakespeare wiens werk door meerdere auteurs zou zijn voortgebracht, tot volkomen confabulaties zoals het idee dat Queen Elisabeth eigenlijk Shakespeare zou zijn.

De originele ondertitel van het boek is “The World as a Stage”, en dat is wat het boek zeker wel is: een beeld van het toneelleven ten tijde van Shakespeare.

Daniel Dennett over bewustzijn, de mierenhoop

How to Criticize with Kindness: Philosopher Daniel Dennett ...
Daniel Dennett

In de NRC van zaterdag half november (ik schreef dit jaren geleden een interview met Daniel Dennett – ergens in 2008 denk ik?). Ik hoorde trouwens toevallig van de week ook zijn TED toespraak – Conscioussness is a bag of tricks…). Hij is voor een prijs in Nederland. Over het bewustzijn van een termietenheuvel. Ik kende de gelijkenis al uit Godel, Escher, Bach  – An Eternal Golden Braid, het boek van Douglas Hofstadter. Maar ik moest denken aan Facebook en Twitter en andere siciale media, waaraan miljoenen termieten werken, en waaraan misschien ook wel een hoger bewustzijn is te extraheren door er op een andere manier, op een gepaste afstand naar te kijken. Het is natuurlijk zeer interessant, en ik geloof ook dat Hofstadter dat in GEB al doet (al zou ik het er voor moeten herlezen om dit te kunnen bevestigen) om de menselijke maatschappij, net als de termietenmaatschappij van een afstandje te bekijken, en hier een hogere betekenis aan toe proberen te kennen. Een ziel? Dzjing! zegt Hofstadter.

Onze miljarden hersencelletjes die een ziel vormen, die op Twitter zit te tikken met miljoenen soortgenoten zo een ziel vormen, met Tumblr, Facebook, Google+ en soortgenoten een ziel vormen,… Dzjing!.

Trouwens, nu we het er toch over hebben, dat wil zeggen, ik spring er met mijn gedachten naar toe, in het boek ‘The Lifebox, The Seashell and the Soul‘ bespreekt Rucker de Lifebox – een instrumentje dat je leven opneemt. Goed lezen en je ziet die mogelijkheden in de social media software. Het kastje dat je bij je draagt is niet de Lifebox, maar is slechts een medium dat je toegang geeft tot je Lifebox, door middel van een app of een website wordt je Lifebox gevuld, aangevuld met fysieke informatie over waar je bent als je incheckt, een foto neemt, een aantekening maakt, opgeslagen in de Cloud.

De cloud!… beter wordt het niet.