Chiang Mai – 4 augustus 2017

Heel vroeg opgestaan voor een tour van een halve dag naar de olifanten in Elephant Retirement Center. We worden opgehaald bij het hotel. Een half uur tijden de stad uit.

Er zijn een redelijk aantal olifanten-centra in de buurt van Chiang Mai. Toch vooral voor de toeristen-industrie. Olifanten mogen steeds minder ingezet worden in de bosbouw en voor andere doeleinden. Zo zorgen de getemde olifanten op een relaxte manier voor inkomsten voor de Thai.

Ik kom er achter dat ik mijn SD kaart in de laptop heb laten zitten en natuurlijk geen reserve SD kaart bij me. Weinig foto’s dus.

olifanten in Elephant Retirement Center bij Chiang Mai

We worden uitgebreid (te? – duurt wel wat lang) voorgelicht over de olifanten in het centrum. Hun achtergrond, wat ze eten, hoe ze medicijnen krijgen toegediend. De olifanten komen al aanlopen. De eerste is er één die zijn poot heeft gebroken bij een circusact. Dat groeit niet mee vast bij een olifant (gaat lastig in het gips en zes weken rust). Een hele oude (36 jaar) die nog in de bosbouw heeft gewerkt.

Het centrum biedt een korte broek en shirt aan, en we kleden ons om. Maar goed ook, want we zullen behoorlijk smerig worden. We maken zelf wat medicijnen klaar voor de olifanten: een pakketje met rijst en banaan in bananenblad gevouwen – een pil voor olifanten. Daarna hakken we suikerriet voor de olifanten – stukken van een centimeter of 15.
De eerste olifanten komen nu naar ons toe, op zoek naar voedsel. Een olifant heeft een beperkt spijsverteringskanaal. Driekwart van wat hij eet kan hij niet verteren en verlaat het lichaam weer. Daarom is de olifant het grootste deel van de dag bezig met eten. Van bananen krijgen ze geen genoeg. Zolang er bananen in de buurt zijn gooien ze de aangeboden stukken suikerriet als verwende kinderen aan de kant.

Het voedsel pakken ze voorzichtig met hun slurf uit je hand. Ze kennen ook een commando waarmee je het voedsel direct in hun bek kan leggen. Boeoen! En hun bek gaat open en je kunt de banaan of het suikerriet op de tong van de olifant leggen.

Na het voeren volgt een modderbad in een nabijgelegen poel. Samen met de olifanten in de modder en h ze ‘inzepen’ met modder. Ondertussen blazen de beesten zichzelf ook onder de modder. Goed dat we aparte kleding kregen. Vervolgens naar de waterpoel om weer af te spoelen. Hier liggen we gewoon tegen de olifanten aan in het water. Je kan merken dat de olifanten zelf ook graag in het water spelen.

Elke olifant heeft zijn eigen oppasser. Daar speelt de olifant graag mee, zeker in het water. Ze oppassers hebben de beesten allerlei commando’s geleerd. Grappigste is natuurlijk dat de oppasser de olifant een slurf water kan laten nemen en deze gericht kan laten leegspuiten op een van de gasten (commando: Pauw!). Heel zachtjes worden de commando’s tegen de olifanten gegeven.

Het zijn eigenlijk een soort logge honden.

We krijgen een eenvoudige lunch. Daar spreken we 2 Nederlanders die net via Laos en Vietnam in Thailand zijn aangekomen. Hebben leuke verhalen over wat ze al hebben meegemaakt op hun toer. Thailand is volgens hun veel rijker dan Laos en Vietnam. Ik wij vinden de mensen hier al arm.

In het hotel uitgehangen en daarna naar de Warorot markt gelopen, via een paar tempels.

in de straten van Chiang Mai
Tempel in Chiang Mai
Tempel in Chiang Mai

De Warorot markt blijkt een enorme overdekte Chinese stuk, van meerdere etages. Indrukwekkend groot en enorm divers aanbod.

Warorot markt in ChIang Mai
Warorot markt in Chiang Mai

We drinken een koude koffie bij Wawee. Dat is een Thaise Starbucks rip-off. Het is zo koud ge-airconditioned dat we liever buiten op het terras gaan zitten. En/of we zijn aan het wennen aan de warmte.

Tempel in Ciang Mai met slot in de vorm van een paar handen

Ziplinen in Chiang Mai: een Dragon Flight

Vroeg in de ochtend word ik opgehaald bij het hotel door het team van Dragon Flight Chiang Mai voor een dag vol avontuur. De minivan staat al klaar, gevuld met zes Chinezen, twee Koreanen, en een Thaise chauffeur. Ik mag voorin zitten, naast de chauffeur. Het busje is uitgerust met een mini-karaokeset. Dat belooft wat…

We rijden de drukke straten van Chiang Mai uit, richting de heuvels. De stad maakt plaats voor groen, en de wegen worden steeds smaller en slechter. Het laatste stuk is zelfs onverhard. De lucht voelt frisser, en de omgeving wordt steeds bergachtiger.

Bij aankomst worden we gedisciplineerd in veiligheidstuig gehesen. Een flesje water aan een touwtje en een bamboestok met zijtak blijken onze belangrijkste accessoires. De bamboestok, zo leer ik later, is om te remmen als de zipline te snel gaat.

We klimmen verder de berg op, van de ene boomhut naar de andere. Soms is er een korte wandeling door het jungleachtige terrein, maar meestal vliegen we door de lucht. De begeleiders, die eerst zo serieus leken, blijken echte grappenmakers als ze zelf aan de zipline hangen. Met veel geschreeuw en gelach laten ze zich van platform naar platform glijden.

Wachten voor de zipline in de omgeving van Chiangmai

We klimmen iets verder de berg op en ziplinen van de ene boomhut naar de andere. Soms een korte wandeling door het jungleachtige terrein tegen de berg op om het volgende plateau te bereiken.

We maken zo een flink rondje langs de bergwand.

Aan het eind abseilen vanuit een platform hoog in de boom en we staan weer op de ‘begane grond’.

In het gebouwtje terug tuigen we ons weer af en krijgen we een T-shirt. Alleen nog medium en small, dus dat gaat waarschijnlijk knellen. Er is een eenvoudige, maar erg lekkere Thaise lunch voor ons klaargemaakt.

Daarna weer in de auto de bergpaden af naar Chiang Mai. Geen karaoke gelukkig. De Chinezen zijn in slaap gevallen.

Een paar losse observaties.
De reclameborden langs de wegen en in de straten zijn talrijk, veelkleurig en reusachtig van omvang.

Er werken hier veel vrouwen aan de aanleg en reparatie van de wegen. Hoewel nauwelijks herkenbaar door hoed en mondkap toch duidelijk vrouwen.

De stoplichten staan hier (Chiang Mai) enorm lang op rood (en op groen dan ook neem ik aan, maar daar hoeven we dan nooit op te wachten dus dat merk je niet). Was me in Bangkok niet opgevallen.

No Durian All Area
Uitzicht over Chiang Mai
Chiang Mai tegen de avond

Chiang Mai 2 augustus 2017

Vandaag Chiang Mai stad.

We bezoeken de vlakbij ons hotel gelegen tempel Wat Chedi Luang.

En daarna Wat Phra Singh iets verderop. Naast deze tempel staat een gouden pagode – een chedi of stupa is volgens wikipedia het juiste woord. Het blijkt een enorme aantrekkingskracht te hebben voor selfie-adepten. Op vreselijke manier staan mensen hier voor die gouden toren te poseren.

De gebouwen zijn indrukwekkend, zo niet in hun huidige vorm, dan toch om de indruk die ze geven van hoe imposant ze in hun originele staat geweest moeten zijn.

Op het terrein van Wat Chedi Luang is een overdekt plaatsje aangelegd waar je wordt uitgenodigd om met de Buddhistische monniken te kletsen (chatten, staat er – zou er ook een virtuele variant zijn denk ik dan?).

Langs de kant van het plein rond de tempel wat winkeltjes die voor tuttels verkopen, en sarongs.

Een agent bewaakt de uitgang. Of eigenlijk de ingang, en voorkomt dat toeristen het tempelcomplex oplopen zonder te betalen. Thai kunnen gratis in hun tempels, en de meeste toeristenattracties, zoals bijvoorbeeld ook het Grand Palace in Bangkok. De agent is volledig gemaskerd: pet, zonnebril, doek over neus en mond. Doet mij aan een anti-terreur eenheid denken. Alleen is er hier geen terreurdreiging en is het 32 graden.

We lopen naar een andere trekpleister: het monument voor de drie koningen. Deze drie koningen hebben de stad opgericht. De weinig indrukwekkende beelden van de koningen staan aan een weinig indrukwekkend wit plein. Toeristen lijken er verdwaasd een beetje rond te dwalen op zoek naar de attractie.

We verfrissen ons in het hotel en lopen door de drukke straten richting de oostelijke toegangspoort van de stad, de Thai Phae Gate.
Van de toegangspoort is een paar honderd meter muur over. Daarachter een groot plein met heel veel duiven. DON’T FEED THE ANIMALS staat er op een bordje. Een venter verkoopt duivenvoer aan de toeristen. De vliegende ratten bespringen de toeristen bijna om ze het voer afhandig te maken.

8 aug 2017 – Lod

We rijden door een prachtig bergachtig landschap tussen Pai en Mae Hong Son naar de grotten van Lod.
Onderweg stoppen we bij een uitzichtspunt bovenop een bergkam. We kijken over het het schitterende berglandschap en nemen foto’s.

Het geeft veel geregend de afgelopen 2 dagen in de bergen. Als gevolg daarvan zijn alleen de hoogst gelegen grotten bij Lod bereikbaar.
Onze gids sprak het vermoeden al uit onderweg en als we bij de grotten zijn wordt dit bevestigd. We bestuiten toch de grotten in te gaan.

Met twee gidsen varen we op een platbodem van bamboe het grottencomplex binnen. We stappen uit, en lopen bijgeschenen door onze gidsen de grotten in. De gidsen hebben benzinebranders die ze voor we de grot in gingen onder druk pompten waardoor de benzine gasvormig is geworden. De druipsteengrotten zijn indrukwekkend. We worden langs de meest tot de verbeelding sprekende druipvormen geleid. De ontstane rotsen hebben een naam gekregen naar de vorm: pannenkoek, kikker, olifant, schildpad. Al vrij snel toch hebben we het begaanbare rondje gemaakt en worden we weer op de bamboevlotten teruggevaren.

Onze chauffeur geeft ons een toeristenroute door het dal rondom Pai. Het dal van PAi is nog mooier dan wat we al hadden gezien. Het is een heel vruchtbaar gebied. Vele verschillende gewassen worden er verbouwd.

Een landkrab die onze weg kruist wordt vakkundig door onze chauffuer ontweken.

Bij de witte Buddha hoog op de heuvels van Pai stappen we uit. We lopen een lange steile trap op naar de Buddha. Dit enorme beeld staat nu in de steigers. We zien hoe de witte kalklaag is afgebladderd.  Er is hier een mooi uitzicht over het dal van Pai. Als we de trappen weer aflopen begint het te regenen.

We laten ons in het dorp uit de auto zetten. Om alle souvenirs en kadootjes mee teruf te kunnen nemen hebben we een grotere koffer nodig.

Eerst eten we wat bij Duang, een doofstomme restaurateur zo blijkt, die echter zijn zaak helemaal onder controle heeft. Een zeer aardig vent, en heerlijk eten.

In de kofferwinkel krijg ik een enorme krampaanval. Het zweet breekt me uit en zoek snel een toilet. Gelukkig is er een heel goed onderhouden openbaar toilet midden in Pai. Ik heb het gevoel te ontploffen.

Met de koffer tussen ons in lopen we terug naar ons hotel. De rest van de middag relaxen we, en zwemmen in het zwembad.

‘s Avonds lopen P. En ik het dorp in om een broodje Döner te halen voor ons bij een islamitisch restaurantje dat we hebben gezien. In Pai zijn opvallend veel Moslims. Voor het eerst tijdens deze vakantie valt het ons op. Er is ook een moskee in het dorp Pai. We moeten erg lang wachten op ons broodjes en als ze klaar zijn is het weer gaan regenen. Stortregenen. We rennen met onze broodjes in een plastic zak naar de 7-eleven even verderop. We kopen iets te drinken en een paar regencapes. Ideaal. Met de regencapes om lopen we terug. Soppend in onze slippertjes komen we terug bij het hotel.

The White Buddha, Pai, Thailand
The White Buddha, Pai, Thailand

Lod caves, Thailand
Lod caves, Thailand

Lod caves, Thailand
Lod caves, Thailand

Lod caves, Thailand
Lod caves, Thailand

Our beloved punk-rock chauffeur, Pai, Thailand
Our beloved punk-rock chauffeur, Pai, Thailand

Between Pai and Mae Hong Son, Thailand
Between Pai and Mae Hong Son, Thailand

View over Pai valley, Pai, Thailand
View over Pai valley, Pai, Thailand

Chiang Mai – 10 augustus 2017

Relaxed opgestaan. Geen druk programma. We gaan fietsen, met opnieuw gammele fietsjes van het hotel. De wegen zijn niet ingesteld op fietsers. Oversteken en voorsorteren is niet overal eenvoudig. Meestal stappen we gewoon van de fiets al we een drukke kruising moeten nemen.

We rijden naar Wat Chiang Man, de oudste tempel in de binnenstad van Chiang Mai. De wijk in het noord-oosten van Chiang Mai blijkt een rustig deel van de stad; het hectische stadverkeer en het daarbij horende lawaai is even verdwenen. Na wat zoeken vinden we de tempel.

Na de tempel te hebben bekeken fietsen we naar de markt Muang Mai. Dit is een dagmarkt waar de Thai zelf hun spullen kopen en verkopen, en niet zo’n toeristische markt als de Night Bazaar.

De vis wordt al opgeruimd als we aankomen. Nog levende meervallen worden overgeheveld in plastic zakken. We wandelen door de hectische markt. De meest inheemse artikelen worden verkocht. Er worden kippenpootjes gehakt, ingewanden aangeboden, varkenskoppen, krabben, geitenkoppen, en enorme balen knoflook. Een enorme variatie aan producten.

We peddelen naar onze “stamkroeg” The Terrace. Eten en drinken en rijden naar het hotel terug. Zwemmen en douchen.

’s Avond brengt iemand van het hotel ons en een stal andere toeristen uit China naar de nachtmarkt. Deze is al in volle gang. Een echt tourist-trap. Open een paar kraampjes na met Chinese (?) voedingswaar is het een voor toeristen ingerichte markt. T-shirts, snuisterijen, kettinkjes, oorbellen, electronische rommel, andere kleding.

Lady boys mengen zich onder het publiek om hun show die avond in het dichtbij gelegen theater aan te prijzen. Lijken me wel aardige lui. Sommige zijn extatisch, anderen introvert en stil.

Met de taxi terug naar het hotel en inpakken voor ons vertrek morgen.

Lady boys promoting their show at the night market, Chiang Mai, Thailand
Lady boys promoting their show at the night market, Chiang Mai, Thailand

Night market, Chiang Mai, Thailand
Night market, Chiang Mai, Thailand

Chiang Mai, Thailand
Chiang Mai, Thailand

Night market, Chiang Mai, Thailand
Night market, Chiang Mai, Thailand

Night market, Chiang Mai, Thailand
Night market, Chiang Mai, Thailand

Chiang Mai, Thailand
Chiang Mai, Thailand

Chiang Mai, Thailand
Chiang Mai, Thailand

Chiang Mai, Thailand
Chiang Mai, Thailand