Nikko: kekkō, shimenawa en een ongeduldige gids

21 maart 2023 – Nikko

Het hotel biedt geen ontbijt, maar op de eerste verdieping is een klein zitje waar we zelf filterkoffie kunnen maken. Een bejaard echtpaar helpt ons. De vrouw is vriendelijk en behulpzaam, geduldig uitleggend hoe het koffiezetapparaat werkt. De man is nors en kortaf, knikkend als we iets vragen maar verder niets zeggend.

“My son,” zegt de oude vrouw. Ze knikt naar de norse jongeman achter de receptiebalie.

We drinken koffie bij het raam. De zon licht het laatste restje winterse sneeuw op de bergtoppen op. De lucht is helder en scherp, zoals alleen op hoogte mogelijk is.

tempel in het tempelcomplex van nikko

Nikko Kekkō

De Japanners hebben een gezegde: je kunt pas zeggen dat iets kekkō (prachtig) is, nadat je Nikko hebt gezien.

We wandelen opnieuw door het park. We zijn vroeg, het is nog rustig. We zien andere dingen nu. De echte omvang van het complex vooral. Hoeveel tempels, musea, mausolea en torii er werkelijk zijn, verstopt tussen de dikke bemoste bomen en oude stenen muurtjes.

een beeld in rood bij het tempelcomplex van nikko

Het mos op de stenen is dik als een tapijt. Bomen grijpen zich met kronkelende wortels vast aan de rotsen.

Tegen het middaguur begint het druk te worden. We eten een Anpan bij een kraampje. Dat is een broodje met een zoete rodebonenpasta. Dan verlaten we het complex. Een een stroom mensen beweegt langs ons, van het station naar het tempelcomplex. Voor het overgrote deel zijn het Japanners. Hier en daar horen we Amerikaans, Frans of Duits. Maar het zijn uitzonderingen.

Kanaya Hotel History House

We bezoeken het Kanaya Hotel History House, een stukje lopen vanaf de uitgang van het tempelcomplex. Ongeveer vierhonderd jaar geleden was dit een woning voor samoerai-krijgers. In 1873 werd het omgebouwd tot Kanaya Cottage Inn, een van de eerste plekken in Japan waar buitenlanders konden logeren.

Bij de ingang wordt het ticket uit het boekje gescheurd en krijgen we een muntje in onze hand gedrukt. Om het museum te bereiken moeten we door een zaal met deftig geklede mensen die zitten te lunchen. Vreemd om door iemands lunchruimte te moeten lopen om bij een museum te komen.

Het muntje is bedoeld voor de toegangspoort, een klein mechanisch poortje, ouderwets. Het klikt open en we gaan door.

De bejaarde gids met een schema

De entree van het museum is een kale ruimte. Hier kunnen we onze schoenen uitdoen en sloffen aantrekken. Bruine plastic sloffen, veel te groot, die klepperen bij elke stap.

We zijn de enige bezoekers.

Er hangen pijltjes aan de muur die de route aangeven. Ruimte na ruimte. Het huis is nagenoeg leeg. Geen meubels, geen decoraties. Alleen houten vloeren en die typische kamerschermen die ruimtes groter of kleiner kunnen maken.

Na een minuut of vijf verschijnt er plots een bejaarde Japanse vrouw. Ze spreekt ons aan op driftige toon, in moeilijk verstaanbaar Engels. Veel gebaren. Wijzend naar ons, naar de pijltjes, naar de volgende ruimte, terug naar waar we vandaan komen. De boodschap is desalniettemin duidelijk: we mogen niet op eigen houtje rondlopen. We moeten haar volgen.

In hoog tempo worden we door de rest van het pand geleid. Ze loopt snel voor een oude vrouw. Ze wijst, zegt dingen die we niet verstaan, opent schuifdeuren en sluit ze weer. Soms blijft ze staan en wacht ongeduldig tot we hebben gekeken. Dan loopt ze alweer door.

De tuin achter het gebouw is fraai. Keurig verzorgd. Kleine boompjes, zorgvuldig gesnoeid. Een vijver met koi. Stenen paden. Het is stil hier, vredig, in schril contrast met het ongeduld van onze gids.

“Beautiful,” zeg ik.

Ze knikt. “Yes, yes. Now we go.”

En dan worden we weer op straat gezet. Ze begeleidt ons naar de uitgang, buigt kort, en verdwijnt weer het gebouw in.

Kijkje op het park bij Nikko Tamozawa Imperial Villa

Nikko Tamozawa Imperial Villa

We wandelen door naar Nikko Tomazawa Imperial Villa. Een traditionele woning uit het begin van de twintigste eeuw, gelegen in een mooi park. De villa diende als buitenverblijf voor de keizerlijke familie tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw.

We dwalen door de lege ruimtes en het stille park. We genieten van de rust na de afgelopen dagen van stads- en toerismedrukte. Het park en de woning zijn in strakke stijl neergezet en vormen een geheel dat gebalanceerd aanvoelt.

Shimenawa: een touw als grens

We leren dat in Japan een touw aan een steen gebonden en op het pad gelegd of opgehangen een teken is voor verboden toegang. Dit heet een shimenawa, een traditioneel symbool om grenzen aan te geven.

Nikko Tamozawa Imperial Villa - shimenawa

Zo. Het is mooi geweest.

We lopen terug richting het centrum. De zon staat lager nu, de schaduwen worden langer.

Nikko is inderdaad kekkō. Maar ook een beetje bizar.

Beelden met Jizo, de rode mutsjes op de beelden

Dit is de vijfde aflevering van de serie ‘912 uur Japan’.

Lees hier de vierde aflevering.

Van Atwood naar Kang: twee dystopische meesterwerken die je raken

Margaret Atwood - The handmade's Tale boekomslag

Na The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood las ik Mensenwerk van Han Kang. Beide dystopische boeken delen een dystopische wereld, maar waar ik Atwoods verhaal over onderdrukking al kende, verraste Kang me met een vergelijkbare, maar onverwacht rauwe benadering. De overeenkomsten tussen de twee romans zijn fascinerend, maar het zijn juist de verschillen die ze zo indringend maken.

Religie en macht: de wortels van onderdrukking

Zowel The Handmaid’s Tale als Mensenwerk spelen zich af in een wereld waar een totalitair regime de bevolking onderdrukt. Bij Atwood is de macht in handen van een fictioneel orthodox-christelijk gezag, dat vrouwen reduceert tot broedmachines in een theocratische staat. Kang daartegenover schetst een reëel nihilistisch, militair dictatoriaal bewind van Zuid-Korea, waar geweld en willekeur de norm zijn. Beide regimes gebruiken intimidatie, onderdrukking en geweld om hun greep op de samenleving te behouden. Hoewel de ideologieën verschillen, is de uitkomst hetzelfde: een wereld waarin de menselijkheid is verdwenen.

Han Kang - Mensenwerk boek omslag

Een vrouwelijk perspectief op verlies en verzet

Beide romans worden verteld vanuit een vrouwelijk perspectief, maar de manier waarop is opvallend anders. In The Handmaid’s Tale is de onderdrukking van vrouwen het centrale thema. Offred, de hoofdpersoon, leeft in een wereld waar haar lichaam niet van haar is. Haar gedachten zijn haar enige vluchtroute, en haar herinneringen aan haar dochter en man houden haar staande. De toon is koel, bijna klinisch. Een afstandelijkheid waarmee ze zichzelf beschermt tegen de gruwelen om haar heen.

Mensenwerk daartegenover is emotioneel en onverbiddelijk. Het geweld wordt niet verzacht, maar in al zijn rauwe details beschreven. Bloed, pijn en verdriet zijn niet alleen onderdelen van het verhaal, ze zijn de essentie. De vrouwelijke personages in Kang’s boek ervaren het geweld niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. Het verlies van een kind, een thema dat in beide boeken centraal staat, wordt bij Kang intens envan dichtbij beschreven.

Afstand versus rauwe werkelijkheid

Atwoods stijl is beheerst, bijna afstandelijk. Offreds dagboeknotities weerspiegelen haar poging om zichzelf te beschermen door emotionele afstand te creëren. Kang kiest voor het tegenovergestelde: ze sleurt je mee in een wereld van bloed, tranen en onverdraaglijke keuzes. Waar Atwood je als lezer laat nadenken, dwingt Kang je om te voelen. Het contrast tussen deze twee benaderingen maakt de boeken complementair: Atwoods koelte confronteert je met de systematische wreedheid van een regime, terwijl Kang je dwingt om de emotionele consequenties te ervaren.

Een wetenschappelijke blik: alsof je een onderzoek leest

Wat beide boeken bijzonder maakt, is hun vertelstructuur. Ze presenteren de gebeurtenissen alsof ze deel uitmaken van een wetenschappelijk onderzoek, een historische, sociologische analyse van een donkere periode.

In The Handmaid’s Tale wordt het verhaal verteld aan de hand van teruggevonden dagboeknotities van Offred, alsof een toekomstige onderzoeker haar woorden analyseert. Het voelt alsof je als lezer een reconstructie leest, een poging om de gruwelen van Gilead te begrijpen en te documenteren.

In Mensenwerk worden archieven geanalyseerd en gaat de beschrijving nog een stap verder. Het verhaal wordt niet alleen verteld vanuit meerdere personages, maar zelfs vanuit de stemmen van overledenen. Dit geeft het boek een vreemde mythische kwaliteit. Het is alsof Kang de lezer uitnodigt om de gebeurtenissen te bestuderen, alsof het een casestudy is in menselijk lijden. Beide boeken confronteren je niet alleen met de gruwelen zelf, maar ook met de vraag: hoe kunnen we dit ooit begrijpen?

Waarom deze boeken nu relevanter zijn dan ooit

Ik zou willen dat ik zou hoeven zeggen dat beide boeken vandaag de dag niet actueler hadden kunnen zijn. Orthodox-religieuze en militaristische regimes domineren nog steeds het wereldnieuws. The Handmaid’s Tale en Mensenwerk zijn niet alleen waarschuwingen uit het verleden. Ze zijn spiegels die ons confronteren met de kwetsbaarheid van onze eigen vrijheid.

Welke wereld trof jou?

Atwood waarschuwt, Kang confronteert. Beide boeken laten zien hoe literatuur ons de donkerste kanten van de mensheid doet begrijpen. Heb jij één van deze romans gelezen? Welk boek trof jou het meest?

Verder lezen?

Lees ook Neil Postman over Huxley en Orwell of over Fahrenheit 451 van Ray Bradbury.

912 uur Japan: 38 dagen door Tokyo, Hiroshima, Shikoku en meer

In maart 2023 reisden we 38 dagen door Japan. Hier volgt het complete verslag: van de drukte van Tokyo naar super-sushi in Kanazawa, fietsen in Hiroshima, een festival op Shikoku, tot Kyoto’s tempels en de stranden van Kamakura.

Over deze reis

Duur: 38 dagen (912 uur)

Periode: Maart-april 2023

Route: Tokyo → Nikko → Kanazawa → Osaka → Hiroshima → Matsuyama → Kochi → Kyoto → Nara → Kamakura → Tokyo

Deze serie is geen reisgids. Het zijn observaties, persoonlijke indrukken, dingen die opvielen. Soms praktisch (hoe werken Japanse treintickets?), vaak subjectief (waarom voelt dit vreemd?).

Waarom “912 uur”

38 dagen = 912 uur. Het getal benadrukt wat deze reis was: bijna zes weken onderdompeling in een verrassend anders land.

  • 912 uur Japan – De eerste dagen

    912 uur Japan – De eerste dagen

    16 maart 2023 – Tokyo Op vliegveld Narita heersen de naweeën van Corona sterker dan wij nog gewend zijn. De vaccinatiecontrole is gedoe. We moeten een speciale app installeren. De aanwijzingen zijn niet erg duidelijk. Zelfs voor de meer tech-savvy gebruikers, onder wie ik mezelf reken, is het puzzelen.  In de gangen voor de paspoortcontrole…

  • 912 uur Japan – Een regenachtige dag in Tokio: Akihabara tot Ueno Park

    912 uur Japan – Een regenachtige dag in Tokio: Akihabara tot Ueno Park

    18 maart 2023 – Tokyo Het regent, zoals voorspeld. Een dag voor musea. Het weer is typisch Nederlands: een grijs wolkendek, miezerregen. In de ochtend blijft het beperkt tot gemiezer. We wandelen vanuit ons hotel bij station Akihabara langs het spoor naar Ueno Park. Akihabara, het electronica walhalla Omdat ik een adapter mis, belanden we…

  • 912 uur Japan – Tokyo: Hassha merodi een huwelijk in Meiji

    912 uur Japan – Tokyo: Hassha merodi een huwelijk in Meiji

    Onder een strakblauwe hemel bezoeken we Shinjuku en Shibuya in West-Tokyo. De voorjaarshitte heeft zich aangekondigd. Overal lopen mensen in korte mouwen, hoewel het voor Nederlandse begrippen nog fris is. Hassha merodi De deuren van de metro gaan open. Een geluid als kerstklokken klinkt op—hoog, helder, melodieus. We stromen naar binnen tussen salarymen in identieke…

  • Nikko: Opzettelijke onvolkomenheid

    Nikko: Opzettelijke onvolkomenheid

    20 maart 2023 Nikko De naam Nikko deed me denken aan speelgoedautootjes. Kleine rode racewagens die over de keukenvloer scheurden. Maar Nikko Toys blijkt een bedrijf in Hong Kong te zijn, totaal ongerelateerd aan Nikko, het stadje een uur boven Tokyo, bekend om zijn historische tempelcomplex en UNESCO werelderfgoed. Treintickets naar Nikko We nemen de…

  • Nikko: kekkō, shimenawa en een ongeduldige gids

    Nikko: kekkō, shimenawa en een ongeduldige gids

    21 maart 2023 – Nikko Het hotel biedt geen ontbijt, maar op de eerste verdieping is een klein zitje waar we zelf filterkoffie kunnen maken. Een bejaard echtpaar helpt ons. De vrouw is vriendelijk en behulpzaam, geduldig uitleggend hoe het koffiezetapparaat werkt. De man is nors en kortaf, knikkend als we iets vragen maar verder…

Fotografie

Alle foto’s in deze serie zijn gemaakt met Japanse camera’s.

(Voor de foto nerd: Panasonic Lumix GF3 met Panasonic pancake lens 14mm (28mm eq) lens en Sony a7RII met Samyang 35mm.)

Meer van mijn fotografie:

Noord-Holland Grid Project | Portfolio | Instagram

Volg de serie

Nieuwe posts verschijnen onregelmatig.

Blijf op de hoogte:

Nieuwsbrief — Wekelijkse updates

Bluesky — Foto’s en korte updates

RSS Feed

Gerelateerd

Japanse waarnemingen

Andere reizen en observaties

Nikko: Opzettelijke onvolkomenheid

20 maart 2023 Nikko

De naam Nikko deed me denken aan speelgoedautootjes. Kleine rode racewagens die over de keukenvloer scheurden. Maar Nikko Toys blijkt een bedrijf in Hong Kong te zijn, totaal ongerelateerd aan Nikko, het stadje een uur boven Tokyo, bekend om zijn historische tempelcomplex en UNESCO werelderfgoed.

Treintickets naar Nikko

We nemen de metro naar Kita-Senju station. Hier willen we tickets naar Nikko kopen, en lopen we tegen de complexiteit van het Japanse treinennetwerk aan. Het probleem is dat er verschillende exploitanten zijn, net als in Nederland. Maar in Japan heeft elk treinbedrijf zijn eigen systeem van tickets, stoelreserveringen websites en tarieven. JR East, Tobu Railways, Keisei Electric Railway.

Uitzicht over de rivier bij Nikko

We staan voor een ticketmachine bij het Tobu Railways loket. De Limited Express naar Nikko vertrekt over twintig minuten. Moeten we reserveren, kunnen we gewoon instappen? Het ticket lijkt niet het hele traject te dekken. Er zijn meerdere Nikkō stations, wij moeten naar Tōbu-nikkō. Moet je eerst een basisticket kopen en dan een Express-supplement, of is het een gecombineerd ticket? Een vriendelijke Japanse man ziet ons worstelen en legt iets uit dat we niet begrijpen. We kopen tickets. We denken dat het de juiste zijn. We stappen in de Limited Express.

Als we het Tōbu-nikkō station verlaten en onze tickets door de poortjes halen, beseffen we dat er toch iets niet klopt. De machine piept, maar laat ons door. We moeten iets verkeerd hebben gedaan. Ik denk dat we technisch gezien hebben zwartgereden tussen Imaichi Station en Tōbu-nikkō Station. Maar niemand houdt ons tegen. Ook de Japanners moeten het systeem zo absurd complex vinden dat ze niet van buitenlanders verwachten dat ze het snappen. Later lezen we dat buitenlanders dit voortdurend verkeerd doen. Het systeem is niet gemaakt voor toeristen. Het is gemaakt voor mensen die hier wonen, die de nuances kennen, die weten welk bedrijf welke lijn exploiteert en hoe de tarieven werken.

Dan is de OV-chipkaart in Nederland simpel. Aan de andere kant: de Japanse treinen rijden altijd. En op tijd.

550 meter hoogte

We verlaten het station en kijken omhoog. Bergen. Sneeuw op de toppen. Een frisse wind die anders aanvoelt dan de warme stadslucht in Tokyo. Een bordje vertelt ons dat we hier op 550 meter hoogte zitten. Dat hadden we ons nog niet gerealiseerd. En de lucht voelt helder als berglucht.

We lopen naar ons hotel, een vreemd smal gebouw met een sleets uiterlijk. De Japanse jongeman achter de balie is nors. Hij spreekt nauwelijks, en al helemaal geen Engels. We geven hem onze namen. We krijgen een sleutel. Geen uitleg. Kamer zoveel, derde verdieping. We wurmen ons in het kleine liftje. De voorzieningen in de kamer zijn karig. Een futon op een verhoging in de vloer. Een kleine tafel. Een kast. De gedeelde badkamer is in de hal. De inrichting is traditioneel Japans. Tatami matten. Schuifdeuren van rijstpapier. Een laag raam dat uitkijkt over het dorp en de bergen, met nog hier en daar een besneeuwde top.

Traditionele hotelkamer in Nikkom met tatami en futons

Het tempelcomplex

We wandelen naar het toeristencentrum even verderop. We vragen om een kaartje van de omgeving en het tempelcomplex. De dame vraagt of we de tempels in het complex willen bezoeken. Ze wijst ons op een all-in-one ticket. Dat is voor twee dagen aanzienlijk voordeliger als je van plan bent meerdere bezienswaardigheden te bezoeken. We krijgen een ticketboekje op A6 formaat. Op elke pagina een ticket voor een bezienswaardigheid, die er de komende dagen uitgescheurd zullen worden.

Even verderop aan dezelfde straat strijken we neer bij klein restaurant in het voorhuis van een bejaard echtpaar. De man kookt. De vrouw bedient. Ze spreken geen Engels, maar wijzen naar foto’s op de menukaart. We bestellen iets dat op de kaart een Japanse galette wordt genoemd, een soort pannenkoek gevuld met groente en vis. De oude vrouw brengt ons groene thee zonder dat we erom hebben gevraagd.

De heilige Shinkyo brug

We wandelen naar het tempelcomplex. We passeren de Shinkyo brug, de heilige brug, rood geschilderd, overspannend de Daiya rivier. In 1999 werd de brug tot UNESCO werelderfgoed uitgeroepen, samen met de tempels en heiligdommen op de heuvel. De brug is oorspronkelijk gebouwd in de achtste eeuw; de huidige versie dateert uit 1636. Volgens de legende werd de brug gecreëerd door twee gigantische slangen die hun lichamen over de rivier wikkelden zodat de boeddhistische monnik Shōdō Shōnin kon oversteken.

Nu kun je er overheen lopen voor iets van 300 yen. Of je loopt gewoon over de moderne brug ernaast, gratis.

 Shinkyo brug, de heilige brug, bij Nikko

Tempels, poorten, goud

Het park op de heuvel is groot en indrukwekkend. Overal zijn tempels, poorten, tuinen, heiligdommen. Sommige zijn bescheiden, kleine houten structuren tussen de bomen. Andere zijn overdadig, bedekt met gouden versieringen en ingewikkelde houtsnijwerk.

De Yōmeimon poort is het meest opvallend. Twaalf meter hoog, bedekt met meer dan vijfhonderd sculpturen van draken, leeuwen, bloemen en mythologische figuren. Elk detail is beschilderd in felle kleuren. Het is te veel om in één keer te zien.

Bemoste tuin met schilderachtig riviertje in het tempelcomplex van Nikko

Een Japanse gids vertelt een groep toeristen dat de poort opzettelijk één omgekeerd geplaatste sculptuur bevat, een bescheiden onvolkomenheid om de goden niet te beledigen. Perfectie is alleen voor goden, niet voor mensen.

We lopen verder. In een klein museum zien we voorwerpen uit de Tokugawa periode: zwaarden, schilden, rituele maskers, kimono’s. Een bordje legt uit dat Nikko de rustplaats is van Tokugawa Ieyasu, de eerste shogun van het Tokugawa shogunaat. Hij stierf in 1616. Zijn graf ligt hier, op deze heuvel, omringd door deze tempels.

In het tempelcomplex van Nikko
Tempel in het tempelcomplex van Nikko

Het is indrukwekkend. Een overweldigende concentratie van visuele attracties.

We wandelen terug naar het hotel. Het begint al licht te schemeren en de temperatuur is gedaald. De bergen zijn scherp fotogeniek afgetekend tegen de avondlucht.

De norse jongeman achter de balie zegt nog steeds niets. We halen onze sleutel op. Het nauwe liftje weer in naar onze kamer.

De futon ligt al uitgerold op de tatami. Iemand is binnen geweest. Er liggen twee verse handdoeken op het bed. We schuiven de rijstpapieren deur open en kijken naar buiten terwijl we een biertje drinken. Op het kruispunt onder ons beweegt het verkeer in staccato langs de stoplichten.

uitzicht vanuit een hotelkamer in Nikko op de weg langs het hotel
De gang in een japans hotel in Nikko

Dit is de vierde aflevering van de serie ‘912 uur Japan’.

Lees hier de derde aflevering.

Blok 14W-T10: Het functionele landschap

Mijn Python script kiest een random blok uit het Noord-Holland Grid Project. Vandaag: 14W-T10, Wieringerwaard-noord.

Ik zoek een route. Er loopt maar 1 weg door dit blok. Het kleinste rondje komt op 7,5 kilometer. Het rondje is een vierkantje. Vooruit dan maar. Het script heeft gesproken.

Zicht over de polder bij Wieringerwaard, een door de wind gebogen boompje op de voorgrond

Het is te warm en veel te grijs. Geen licht en weinig contrast. Ik heb een oude Helios lens op de camera gezet. Had ik zin in. Vol open. Geen gepiel. De ‘P’ van Professional.

Ik parkeer bij de sluizen aan de noordkant van het dorp. De watertoren domineert de karige horizon. Het functionele landschap.

Zicht over de polder bij Wieringerwaard, uitzicht op de watertoren

Wat zal ik zeggen. Het rondje was uneventful, zoals ze in het Engels zeggen. Behalve een paar blaffende herdershonden kom ik niemand tegen. Een paar auto’s en een trekker passeren me. De enorme trekker werpt de modder die nog aan zijn banden vastzit hoog in de lucht. Het is windstil. Het geblaf van de woedende herders galmt over de velden en is gedurende de hele wandeling te horen.
Een doodshoofd op een vuilnisbak is natuurlijk wel een mooie vondst. Verder moet ik maar wat maken van de kale moddervlaktes.

Doodshoofd op afvalbak in de polder bij Wieringerwaard

Bij de parkeerplaats vind ik een briefje onder mijn ruitenwissers: ‘Wilt u uw auto niet zo dicht bij onze uitrit parkeren. Bedankt.’ Daar word ik wel vrolijk van. Eronder hetzelfde bericht in het Pools.

Als ik terugrijd, het is half een, begint het alweer donker te worden. Nog donkerder.

Vogelverschrikker in de polder bij Wieringerwaard
Waterafvoer in de polder bij Wieringerwaard