Margareth Atwood – Hag-seed

Revenge novel, Hag-Seed.

book cover margaret atwood Hag-Seed

A number of inmates voluntarily take part in a drama programme in prison.
Practising for a recording of Shakespeare’s The Tempest led by a rejected stage director with a grudge against his former employer and a trauma after losing his daughter.

Quite stuffed with Shakespeare, probably the book is even more enjoyable if you know more about Shakespeare than I do now.

Funny thing about the prisoners being allowed to swear only in the terms that appear in The Tempest (Hag Seed!) during the drama exercises.

Berjaya Times Square (14 mei 2018)

Weer terug in KL na ons bezoek aan Malakka.

We pakken de metro naar Masjid Jamek. Daar vandaan wandelen we over het Merdeka Square naar het toeristencentrum aan de rand van het plein. We hebben een nieuwe kaart nodig, en bij het hotel konden ze ons niet helpen.

Op het grasveld van het Merdeka Square worden bussen met Chinese toeristen losgelaten om krankzinnige selfies te maken. ’s Werelds volksziekte nummer 1 als gevolg van de smartphone.

Bij het toeristencentrum hebben ze een kaartje. Verder stelt het geen bal voor. Ja, ja kan de trap op voor wat geld om over de stad te kijken. Wij besluiten naar Berjaya Times Square te gaan, een groot winkelcentrum dat erg leuk zou moeten zijn. We zoeken de metro weer op, het is te ver lopen 9in dit weer).

KL heeft een heel toegankelijk metrosysteem emt heel begrijpelijke kaartjesapparataten: bestemming opzoeken op een overzichtelijk scherm, kiezen, betalen. Je krijgt dan een muntje waarmee je door de poortjes naar de perrons kan. De meeste rijtuigen zijn gekoeld – tot op het ijskoude af. Een uitzondering is de oude monorail, daarin hebben we staan zweten. De monorail is sowieso een beetje een tegenvaller. Wij hadden gerekend op een supersnelle flitstrein, maar de rap ogende trein blijkt een krakkemikkige boemel.

Door de straten het laaste stukje naar Barjaya Times Square. Dit blijkt een enorm groot winkelcentrum met een ingebouwde achtbaan en nog een paar kermisattracties. De achtbaan giert af en toe door de ruimte van het gebouw; gillende mesen aan boord alsof je inderdaad op de kermis staat.

Verder is het winkelcentrum weinig aantrekkelijk. Er zijn hier wel gewone dingen te koop, in tegen stelling tot een aantal andere grote malls in KL waar alleen producten van luxe westerse merken, tegen luxe westerse prijzen te koop zijn.

We eten wat, uiteraard.

We slenteren door de bekende buurt: Bukit Bintang, het toeristische centrum van KL denk ik. Hier hele grote reclames aan de muur, dure hotels en westerse cafés. Verder niet leuk.

We nemen de metro naar KLCC (de Petronas torens) om nog wat cadeautjes te  scoren. Daar is in ieder geval Kinokuniya, de grote boekhandel – altijd leuk om te verpozen. Koffie gedronken in de Kinokuniya coffee corner. We doen wat boodschappen bij de supermarkt in de kelder. We eten op de kamer, allebei een beetje laveloos van het steeds uit eten.

15 mei 2018 – keuteldag

Keuteldag.

Vanochtend bezoeken we nog Chinatown, de buurt rondom Petaling Street. We bezoeken een Chinese tempel.

In de wet market kijk ik hoe een klant een levende kip uitzoekt, hoe deze de keel door wordt gesneden. Dan is het mij wel genoeg. De wet market stinkt naar bloed. Heel doordringend.

We kopen nog wat spullen.

We zoeken naar een Sikh tempel maar kunnen deze niet vinden. Dan maar wat gedronken bij ons Old China Cafe. Altijd prettig om daar even uit te puffen.
Dan gaan we, met de metro, naar het Nationaal Museum – Muzium Negara. Hier is in een mooi gebouw de historie van Maleisië vanaf het prille begin samengevat in een viertal afdelingen, van prehistorie tot moderne geschiedenis.

Halverwege de middag zijn we terug in ons hotel. We lummelen wat, rusten uit, douchen, pakken onze spullen.
Het hotel begint te irriteren. Airco kan alleen op vries-stand. lampen zijn stuk, te weinig stopcontacten, matig ontbijt, oubollig behang en betimmering, geen fatsoenlijk bureau, een fatsoenlijke stoel (we hangen op bed). Verwend, ja, maar dit hotel heeft zijn beste tijd gehad.

In de taxi naar het vliegveld worstelen we door de spits. In de stad kruipt het autoverkeer door de straten. Een vierbaansweg flessenhalst naar een tweebaansweg. Dan rijdt het weer.

Dim Sum en meer (13 mei 2018)

Een krankzinnige dag, de laatste dag in Malakka.

Ontbijt bij een traditioneel Dim Sum restaurant. Dat is interessant. Er zitten alleen lokale Chinezen. Meest Nyonya, begrijp ik. Als witte mensen zijn we een bezienswaardigheid.

“Tot hoe laat is dit restaurant open?”

“Until they run out of stock.”

De volgende ochtend om vier uur begint het dan weer opnieuw.

Nog even uitrusten in het hotel.

Dan saté in een restaurant in de buurt, na de boel in de auto te hebben geladen. Ook alleen locals, nu ook Maleisiërs maar ook chinezen. In de hoek zitten oma en andere familieleden satestokjes te vullen met kip, varken (ja – varken – hebben ze hier gewoon – voor de Chinezen natuurlijk).

Nog even langs een winkel met traditionele Chinese spullen. Creatief opgestapeld in een bomvolle winkel. Aan de voorraden hier kunnen ze bij de Chinees op de bazaar bij ons nog een puntje zuigen.

Eindelijk op weg. We zijn rond 4 uur in KL.

Kan geen pap meer zeggen. Ik wil nooit meer eten.

Malakka (11 mei 2018)

Goed dat we een Grab hebben genomen en niet met de bus gaan. De bagage is veel te zwaar om makkelijk mee te reizen. De chauffeur belt om kwart over 9 dat hij op weg is. 10 uur staat ie voor de deur. Als gezegd kwamen we hem gisteren tegen en moest hij toch al terug naar Malakka.

De rit gaat een uur over de snelweg en dan nog de laatste 15 kilometer binnendoor, ruim een half uur naar Malakka langs wegen die verbouwd worden en rode stoplichten die heel lang op rood staan.

Het hotel is in het oude centrum van Malakka. We laten onze koffers achter (te vroeg, kunnen pas om 3 uur inchecken) en lopen de stad in. De befaamde Jonker Street is hier om de hoek. Jonker Street heeft winkeltjes en Chinese tempels maar verder is er niet veel te doen of te zien. Aan het eind van Jonker Street steken we de rivier over. Daar is een kleine toeristenkolk. Er is een Dutch mill: een kleine nep-windmolen zoals sommigen in Nederland in de tuin hebben staan. Er is een kerk, een protestante kerk, waar het koel is, maar die ook niet erg veel om het lijf heeft. Op het plein staan de tricycle, een krankzinnig opgetuigde riksha. Veelkleurig en als ze wegrijden zetten ze heel hard stampende poppie muziek aan.

We lopen langs de kade naar de zee. Langs een replicatie van een oostindievaarder. Door de wijk langs het water. Maar er blijkt niet zoiets als een kust die bezichtigd kan worden. We lopen van op een priveweg van een hotel.

In een nabijgelegen mall eten en drinken we wat.

Door de mall lopen we terug. Komen langs een islamitisch museum, dat we dan maar bezoeken. Er hangen krantenknipsels aan de muur en de glazen vitrines rammelen als je er langs loopt.

Buiten staan een vliegtuig en een trein op een plein. Slaat verder nergens op. Het toerisme doet de mensen hier rare dingen bedenken.

Achter het islamitisch museum langs lopen we een heuvel op waar de ruïne van een oude kerk staat: St Paul’s. Mooi uitzicht over de stad. In de kerk staan graftombes uit de 15e eeuw van Nederlandse Oostindiegangers. In de kerk zijn kraampjes ingericht waar je ongerelateerde snuisterijen kunt aanschaffen.
We slenteren door de stad terug naar ons hotel. We halen wat spullen bij de nabijgelegen supermarkt in een wijkje vlak achter het toeristenwalhalla. Het ziet er al snel een stuk authentieker uit.

We nemen een taxi naar de Portugese nederzetting, of wat dat vroeger was. Op een plein langs eens stukje boulevard zijn een tiental restaurants ingericht waar ze vis naar origineel Portugees recept klaarmaken. Aan wat wij bestellen is weinig Portugees te herkennen. Het is aardig om lang de boulevard te slenteren.

We worden door een Grab weer in het dorp afgezet. Er is een krankzinnige vertoning van de tricycles aan de gang, die nu blijkt ’s avonds ook nog eens waanzinnig verlicht zijn met felgekleurde knipperende lichtjes.

We lopen door Jonker Street. Hier is een nachtmarkt aan de gang. Veel toeristen. In de Chinese tempels aan beide kanten van de straat wordt door de lokale bevolking gedanst en aan karaoke gedaan.