Ondanks zijn gebrekkige realisatie en de uiterst onvriendelijke ondersteuning, is de Nederlandse Museumkaart een onmisbare uitvinding waar we toch een beetje trots op mogen zijn. Musea zijn enorm duur, losse kaartjes voor een beetje museum kosten ergens tussen de 10 en 20 euro, maar voor 65 euro, en de helft daarvan voor jongeren, koop je de Museumkaart waarmee je een heel jaar lang alle Nederlandse musea in kan.
De Museumkaart bracht ons vandaag naar Ruurlo, waar in kasteel Ruurlo een overzichtstentoonstelling is ingericht over het werk van Carel Willink. Willink experimenteerde met meerdere stijlen, maar is vooral bekend geworden om zijn werk met een sterk realistische stijl.
Zijn weergave van stof is geweldig. Ik zie een knoop in een gehaakte stropdas die uit een schilderij springt, en een portret van Henri Isaäc Keus in een tweed pak dat meer een portret van een tweed pak is met een man er in. Willink steekt Zurbarán, de Spaanse meester van het afbeelden van stof naar de kroon. Maar mijn vrouw wijst me ook op de handen van de mand, die vlezig op de leuning van een stoel liggen. Je ziet de aderen van de man kloppen.
Andere, landschappelijke schilderijen doen met denken aan Beeple, een moderne digitale realist.