Deel 2 van De Moord is geen vervolg van het eerste deel, het is gewoon de tweede helft van het boek. Kennelijk paste het niet in 1 deel (totaal meer dan 1000 pagina’s), of wellicht is het commercieel gewoon aantrekkelijk om twee delen uit te brengen.
De portretschilder schildert de vermeende dochter van de smetteloze Menshiki. Hij leert haar beter kennen. Hij is een vreemd soort vaderfiguur voor haar; zij uiteraard een substituut voor zijn jong overleden zusje. Ze heeft geheime afspraken met hem en deelt haar geheimen.
Tussendoor speelt een gruwelijk verhaal van de oude Japanse schilder van het schilderij De Moord op de Commentatore.
De portretschilder, volgens Murakami’s stijl, blijft een volger van de gebeurtenissen in zijn eigen leven.
“Hoe meer ik er over nadacht, hoe minder ik kan beoordelen wat nu oorzaak was en wat gevolg.”
…“Het voelde niet zozeer als een droom, maar meer als een flard werkelijkheid die per ongeluk verdwaald was geraakt in mijn slaap.”
Een hoofdstuk heeft de naam “Er stond iet te gebeuren”. Deze naam kan elk hoofdstuk in Murakami’s boeken dragen. Zijn boeken lezen alsof je voorover vallens jezelf in evenwicht probeert te houden door vooruit te bewegen. Je leest maar door. Als je stop val je voorover op je gezicht.
De schilder redt het meisje. Bergt het Moord schilderij op. Gaat weer met zijn bijna-ex wonen. Vat het schilderen van commerciële portretten weer op.
Full circle. Bijna.
Het schilderij dat de gebeurtenissen uitlokt verbrandt met het huis er omheen.
Maar voor de portretschilder maakt het niet uit. Hij laat de zin van het bestaan niet bepalen door de mogelijkheden, maar door een geloof. De kracht om te geloven. En dan maakt het niet uit of er altijd iets staat te gebeuren. Er is dan altijd wel iemand die je de weg wijst.
Verder lezen: alles van Murakami.