Een krankzinnige dag, de laatste dag in Malakka.
Ontbijt bij een traditioneel Dim Sum restaurant. Dat is interessant. Er zitten alleen lokale Chinezen. Meest Nyonya, begrijp ik. Als witte mensen zijn we een bezienswaardigheid.
“Tot hoe laat is dit restaurant open?”
“Until they run out of stock.”
De volgende ochtend om vier uur begint het dan weer opnieuw.
Nog even uitrusten in het hotel.
Dan saté in een restaurant in de buurt, na de boel in de auto te hebben geladen. Ook alleen locals, nu ook Maleisiërs maar ook chinezen. In de hoek zitten oma en andere familieleden satestokjes te vullen met kip, varken (ja – varken – hebben ze hier gewoon – voor de Chinezen natuurlijk).
Nog even langs een winkel met traditionele Chinese spullen. Creatief opgestapeld in een bomvolle winkel. Aan de voorraden hier kunnen ze bij de Chinees op de bazaar bij ons nog een puntje zuigen.
Eindelijk op weg. We zijn rond 4 uur in KL.
Kan geen pap meer zeggen. Ik wil nooit meer eten.