Strakblauwe hemel in Aberfeldy terwijl in Nederland de boel overstroomt.
We rijden naar Pitlochry. We lopen naar de stuwdam met zalmladder. Vliegvissers staan in waadpak in het water. De opspringende zalmen die op weg zijn naar de dam laten zich niet vangen. Bij de zalmladder hangt een beeldscherm met een teller: 569 zalmen hebben dit jaar al de ladder beklommen.
We lopen naar het centrum. Pitlochry blijkt een toeristisch dorpje met een luxe marktje.
Lunchspulletjes bij de coop gehaald.
Op weg naar Balmoral, het Schotse kasteel van de King & Queen. Mooie route door Cairngorms. Broodjes opgegeten bij Devil’s Elbow. Mooie naam en mooi uitzicht over dal.
Het begint te regenen nee te gieten nee het stort van de lucht. Op de parkeerplaats bij Balmoral zitten we in de auto naar het weerbericht te kijken. Kletsnatte toeristen trekken voorbij. We besluiten het niet te doen en rijden weg.
We rijden de heuvels in. Links van de weg dondert met enorme snelheid een riviertje de helling af. Verderop spoelt het water over de weg. Het water wordt hoger. Tegemoetkomende reizigers zeggen dat het beter is om te keren. Het water staat de hoog verderop.
We passeren Balmoral weer. Het is nu droger geworden dus we besluiten het kasteel een herkansing te geven.
We maken een aardige wandeling over het terrein en bekijken aquarellen van Prins C (Charles’ handtekening: “C”; wat zegt dat?). Review: koele werkjes, afstandelijk.
Met een omweg rijden we de Cairngorms weer in. Een nog mooiere weg. Bij Corgarff Viewpoint staat een camper op de verlaten hellingen. Een man hangt op zijn bed, deuren van de camper wijdopen, facetimet met thuis, laat ze het magnifiek uitzicht zien.
Bij het hotel in Aviemore stag en hen groepjes.
Het eten is Brits. Vlees patat, weinig groente. Doperwtjes. Dat went niet.