Ayutthaya naar Sukhothai 29 juli 2017

Laatste ochtend in Ayatthaya

De boel weer inpakken.  De bus gaat om 11.30 vanaf de busterminal. De tuktuk komt ons halen om 10.30.

De dame van de tuktuk van eergisteren zit al op ons te wachten.

Ze vertelt dat ze vlak achter het hotel woont. Twee jaar geleden was de hele boel hier overstroomt. Heeft ze twee maanden met haar gezin in de bende gezeten. Ze lacht en kijkt zorgelijk tegelijk. Heeft ook (?) twee kinderen, dochters. Samen met haar man heeft ze de tuktuk business.

Uitzicht over de brede verkeersaders van Ayutthaya

De bus naar Sukhothai

We laden de boel in, rijden naar de busterminal en nemen afscheid.

De bus is 10 minuten te laat. Zeggen wij als Hollanders.

In de bus is het koel en we zitten in een soort vliegtuigstoelen.

Na een uur stoppen we bij een grote hangar-achtige hal langs de snelweg. Er is een winkeltje. Er staan langs de kant een viertal kraampjes met eten. In het midden van de hal staan een aantal tafels en stoelen.

Lunch hal tussen Ayutthaya en Sukhothai

Na vragen blijkt dat we hier de lunch kunnen gebruiken die bij deze reis is inbegrepen. We lopen langs de kraampjes en zoeken iets uit. In ruil moeten we een stuk van onze tickets laten afscheuren. Eten is goed en na een half uur rijden we weer.

Het landschap wordt steeds leger, dat wil zeggen steeds minder bebouwing en steeds meer platteland en natuur. We zien rijst- en suikerrietvelden.

In Sekhothai

Bij de busterminal in Sukhothai staan taxi’s te wachten. Of tuktuks. Net hoe je het bekijkt. Dit zijn pick-ups die bebouwd zijn met een tuktuk-achtige bak. Na de prijsvraag haalt de chauffeur een plastificeerde menukaart tevoorschijn, met daarop de prijzen. Dat lijkt ononderhandelbaar, maar het is ook niet veel dus we laten het maar.

Door de hectische stad van nieuw Sukhothai. Bij de brug over de rivier zien we de restanten van de recente dijkdoorbraak. De “dijk” is hier een dikke betonnen muur van een centimeter of 20 dik. De provisorische herstelwerkzaamheden zijn damwandprofielen en een paar grote bergen zandzakken. Verderop in de stad ook nog her en der zandzakken voor ingangen van winkels en gebouwen.

Vlak bij het hotel rijdt ons een brommertje achterop met een bestelling Thaise maaltijden voor een heel weeshuis.

Brommers in de straten van Sukhothai

In het hotel een te veel op de toerist geënte Thaise maaltijd gegeten.

 

Laatste dag in Ayutthaya 28 juli 2017

Naar busstation van Ayutthaya gefietst en bus geboekt naar Sukhothai.

Opties waren een privébusje (minibus) voor 4800 baht. Bij het grote busstation een stukje buiten het centrum van Ayutthaya gekeken voor een grote bus. Hier een “vip” bus met airco en maaltijd voor 300 Baht per persoon.

We fietsen terug over de “snelweg”. Onzeker, gevaarlijk, op die vrij gammele fietsjes.

Onderweg terug winkelen we bij de 7-Eleven (de Appie van Thailand / zuidoost Azië). En bij de straatkok halen we geroosterde kip en varkensvlees met saus als lunch.

’s Middag regent het.

De dame bij het hotel heeft gehoord op het nieuws dat Sukhothai is overstroomd als gevolg van een tropische regen. We google en er blijkt inderdaad een dijk door te zijn gebroken en een deel van de stad staat onder water. De dame belt naar ons hotel in Sukhothai en die vertellen dat e.e.a. onder controle is en het gat is gedicht.

’s Avonds wandelen we naar een restaurantje in de buurt en vinden een gelegenheid met een dakterras met uitzicht over de rivier. Goed gegeten.

Verkoper van streetfood in de straten van Ayutthaya in de avond

Ayutthaya 27 juli 2017

Fietsen van het hotel gepakt en met de fiets naar Chai Watthanaram aan de andere kant van de rivier. De restanten van wat eens een prachtig terrein met hele mooie tempels moet zijn geweest. Verwoest door de Birmezen in de 18e eeuw. Deze verwoesting moet de omvang van een beeldenstorm hebben gehad. Onthoofde buddhabeelden door het hele complex. Ook in alle andere tempels die we deze dag zullen bezoeken zullen we dit tegenkomen. Prachtige terreinen die nog een goed beeld geven van wat een schitterende bebouwing moet hebben gestaan, maar stevig verwoest in de oorlog met de Birmezen.

Een Thais Pompeï staat er in de reisboekjes.

We fietsen van Chai Watthanaram langs de rivier naar de floating markt.

Hier blijkt een soort Buddhistische kermis te zijn gebouwd. Felgekleurde attracties die alle voorzien in het aanbidden van de Buddha, op een enorm uitbundig manier. De godsdienstige kitsch van de RK kerk en bedevaartsplaatsen wordt hier geëvenaard en in kleurrijkheid veruit overtroffen.

We fietsen terug over de brug, door het groene park richting de oude stad.

Langs het paleis/tempel Wat Phra Si Sempet. Dan naar Wat Maha That. Overal veel toeristen.

 

Bij Wat Maha That een gave Buddha die echter niet zoals in het reisboekje prachten aan een meertje ligt. Er is alleen een pleintje. Wellicht is het water verdwenen, of was het er tijdelijk na een regenbui.

Het hoofd van Buddha ingeklemd tussen de wortels van een boom.

’s Avonds naar de streetfood-straat met de tuk-tuk. Dit blijkt een behoorlijke toeristische bedoening. We lopen tussen de kraampjes door en bekijken alle waar. We gaan aan een tafeltje zitten bij een kraampje en bestellen maar het eten laat enorm lang op zich wachten. Uiteindelijk rekenen we de drankjes af en kopen eten bij de kraampjes en nemen dat mee terug naar het hotel met de tuk-tuk van de dame die ons ook bracht. Ze heeft op ons gewacht.

Eten in het hotel – vis, kip rijst, en andere lekker Thaise specialiteiten. Heel erg lekker.

Bangkok to Ayutthaya by train and tuk-tuk

Breakfast at the hotel and check out. We take one of those pink cabs to the station.

The flats in the flower beds between the lanes are in their pots. They are watered by a passing tanker truck.

The tickets cost 60 baht, about a euro and a half, for four people in economy class, the only class on this train.

The benches are hard plastic and just not wide enough for 4 European buttocks.

The train rumbles for the first hour through Bangkok’s dingy neighborhoods. Along the tracks, people live in makeshift homes. Like along the water, a mini-society of its own exists along the tracks.

We stop several more times in the city at traffic crossings. Automatic crossings with priority for the train still need to be addressed here.

The train occasionally stops at seemingly random places, where someone gets on or off.

On the outskirts of Bangkok, we drive for miles past enormous structures. Giant multi-story concrete skeletons, tens of meters high, form the palisades for a new highway or a huge electrified rail network.

At Ayutthaya station, no cabs or tuk-tuks waiting for tourists. A kind woman points us to a nearby temple where a few tuk-tuks await. The suitcases are piled up against the back wall of the tuk-tuk, and there is even room left on the benches. The driver still has to make a phone call to recognize the address of our hotel.

The hotel is a building on stilts with rooms and a large living area on the second floor. There are also rooms in an outbuilding.

After taking up residence in the hotel, we stroll to the center, which turns out to be just a little too far away in this heat. We walk through Ayutthaya’s old park, which is full of ruined temples.

Further on, it is a place where tourists can ride around on elephants. That is not at all good for the elephants. So we are not going to do that.

In the center, we eat at a little restaurant along the street. Everything seems to be in Thai but a nice woman pulls out a menu in English anyway. The food is excellent.

We take a tuk-tuk back to the hotel.

Call for evening prayers from the mosque across the river. A few hundred meters away, a Catholic church.

Jungle sounds from the overgrown backyards behind the hotel.