Detroit

(Onder dit verhaal, stel je voor het continue commentaar bij de American Football wedstrijd die op de tv’s aan de muur wordt weergegeven).

Links van me zitten twee mannen van een stuk in de veertig, collega’s waarschijnlijk, cola te drinken achter hun laptop – de ene een dikke Sony, de ander een slanke MacBook Air. Van die jongen met sweaters, coltruien. Één zit de hele tijd met zijn been te trillen. Ze zijn een tekst aan het editen. Achter ze zit een ouder stel met hele foute blousejes aan, zij één met fijne roze bloemetjes, hij een soort golf patroon in blauw/paars/grijs. Beide dragen ze goedkope witte gympen. Ze drinken witte wijn, wat ik voor deze snacktent afwijkend vind. Ik denk aan goedkope zure sauvignon blanc. De man heeft flaporen en een bijbehorend schlemielig kapsel, de vrouw is misschien bij dezelfde kapper geweest.

Het meisje dat me bediend heeft een knap gezicht en kort geknipt, zwart geverfd haar. Ze is maar een beetje dik. Ze heeft zwarte ogen en ik blijf nog even langer zitten om daar nog een paar keer in te kunnen kijken. Aan de overkant onder de televisies (American Football en een soort bingo) proberen zich te vermaken: een jong paartje – beide zitten naar hun smartphone te staren, een gezinnetje – die hebben het kennelijk wel gezellig met zijn drieën, een echtpaar van midden veertig die zich met de armen over elkaar de pest zitten te vervelen en elkaar verwacht ik opmerkingen toeschuiven over de afgrijselijke televisieprogramma’s die boven mijn hoofd worden vertoond.

Iedereen zit langs de rand van de ruimte, valt me nu op, en niemand zit aan de tafeltjes die meer in het midden staan.

Het is onduidelijk wat de foto’s van oude auto’s aan de muur ons moeten vertellen. Ik vermoed dat ze ons een soort jaren zestig gevoel moeten geven, wat ook met de mica tafeltjes en de bankjes langs de muur willen bereiken.

De collega’s hoor ik net, zijn Engelsen. Dat verklaart de kleding in ieder geval. My goodness die oudere vrouw van dat echtpaar, met haar beige broek met grijze sokken er onder, zet haar rugzak op haar schoot en gaat er liefhebbend met haar armen omheen geslagen zitten wiegen.

Er is een Chinees stel twee bankjes verderop voor me gaan zitten. Eén van de twee weet van gekkigheid niet hoe macho hij moet doen. Hij staat op, gaat weer zitten; praat te hard; trekt zijn poepbruine leren jas aan, gaat staan, neemt een hap, gaat weer zitten, neemt een hap van het bord van zijn partner, stelt een vraag met volle mond, gaat weer zitten, gaat weer staan gaaat weer zitten, neemt een hap. Ondertussen werkt zijn collega op zijn netbookje lekker door.

Tot zo ver Online te Detroit. Ik drink mijn Sam Adams op en ga plassen.

De week van 12 oktober 2021

Politiek

De nieuwe politiek. Bij het CDA wassen de christenen de handen in onschuld. Hoekstra: minister van Financiën met meerdere investeringen in belastingparadijzen om belastingen te ontwijken (“het leek zuiverder”). Bijleveld: blijft schaamteloos aan na motie van afkeuring en moet gedwongen worden af te treden. Sywert van Lienden verdient miljoenen met mondkapjes en als hij daarop betrapt wordt zegt hij het geld aan goede doelen te willen schenken (moet nog gebeuren).

Gelezen

Ready Player One van Ernest Cline. Willy Wonka meats The Matrix, zegt de omslag. Geweldig spannend boek. Ik wil de film die Spielberg maakte ook nog zien.

Yotam Ottolenghi – Simpel. Ik weet niet of de recepten nu wel zo simpel zijn, maar verfrissend zijn ze zeker. Het boek is prachtig vormgegeven.

Ahmet Polat – Neither Here nor There. Tweedehands gevonden in Leeuwarden. Geweldig goede straatfotografie over een gespleten leven tussen Nederland en Turkije.

Don Hudson – Detroit [1973-1982]. Gekregen van een goede vriend. Zine met gave zwart-wit foto’s van Don Hudson.

Kijkend

Twin Peaks van David Lynch en Mark Frost. Blijft een geweldige serie.

Lezend

Hey Nostradamus van Douglas Coupland.

Gezien

Nr. 10 van Alex van Warmerdam. Krankzinnige film, geweldig.

Schlimazel hairdo in een bubble in Detroit

(Onder dit verhaal, stel je voor het continue commentaar bij de American Football wedstrijd die op de tv’s aan de muur wordt weergegeven).

Links van me zitten twee mannen van een stuk in de veertig, collega’s waarschijnlijk, cola te drinken achter hun laptop; de ene een dikke Sony, de ander een slanke MacBook Air. Van die jongens met koltruien. Eén zit de hele tijd met zijn been te trillen terwijl ze een tekst editen.

Achter ze zit een  een ouder stel dat hele foute blousejes draagt. Zij heeft er een met fijne roze bloemetjes, hij draagt een shirt met een soort golfpatroon in fletse kleuren blauw, paars en grijs. Beide hebben ze witte sportschoenen aan hun voeten. Ze drinken witte wijn, wat ik voor dit tentje nogal afwijkend vind. Ik kan me slechts een oude goedkope sauvignon blanc bij voorstellen. De man heeft flaporen en een bijbehorend schlemielig kapsel, de vrouw is waarschijnlijk bij dezelfde kapper geweest.

Het meisje dat me bediend heeft een knap gezichten kort geknipt, zwart geverfd haar. Ze is maar een beetje dik. Ze heeft zwarte ogen en ik blijf nog even langer zitten om daar nog een paar keer in te kunnen kijken. Aan de overkant onder de televisies (American Football en een soort bingo) zitten zich te vervelen: een jong paartje (beide staren naar hun smartphone), een gezinnetje (hoewel die het kennelijk wel gezellig hebben met zijn drieën, een echtpaar van midden veertig (die elkaar commentaar delen over de afgrijselijke televisieprogramma’s die boven mijn hoofd worden vertoond). Iedereen zit langs de wand, valt me nu op; geen mens bezet de tafeltje in het midden van deze ruimte.

Onduidelijk wat de foto’s van oude auto’s aan de muur moeten vertellen. Ik kan alleen maar vermoeden dat bedoeling is een jaren zestig gevoel op te roepen, aangezien de mica tafeltjes en de bankjes langs de muur hetzelfde lijken te beogen.

De collega’s hoor ik net, zijn Engels. Dat verklaart de kleding. My goodness, de oudere vrouw van dat echtpaar, met haar beige broek met grijze sokken, zet haar rugzak op haar schoot er gaat er liefhebbend met haar armen omheen geslagen zitten wiegen.

Er is een Chinees stel 2 plaatsjes verder voor me gaan zitten. De man is erg nerveus. Staat op, gaat weer zitten, praat te hard, trekt zijn bruine leren jas aan, gaat staan, neemt een hap, gaat weer zitten, gaat weer staan, neemt een hap van het bord van zijn partner, stelt een vraag, gaat nog een paar keer zitten en weer staan, terwijl hij happen blijft nemen van de borden op tafel. Ondertussen zit zijn collega rustig op zijn netbook door te werken.

Tot zover Detroit Online. Ik drink mijn Sam Adams op en ga een plasje doen.

De televisie is overal.

Terwijl ik wacht tot we aan boord gaan, kijk ik naar Ahmadinedjad op het nieuwsbulletin. Hij krijgt enorm veel tijd om zijn standpunten uit te leggen. Dit is Amerikaanse televisie.

Iedereen zit in een luchtbel vandaag. Of ik.