Relaxed opgestaan. Geen druk programma. We gaan fietsen, met opnieuw gammele fietsjes van het hotel. De wegen zijn niet ingesteld op fietsers. Oversteken en voorsorteren is niet overal eenvoudig. Meestal stappen we gewoon van de fiets al we een drukke kruising moeten nemen.
We rijden naar Wat Chiang Man, de oudste tempel in de binnenstad van Chiang Mai. De wijk in het noord-oosten van Chiang Mai blijkt een rustig deel van de stad; het hectische stadverkeer en het daarbij horende lawaai is even verdwenen. Na wat zoeken vinden we de tempel.
Na de tempel te hebben bekeken fietsen we naar de markt Muang Mai. Dit is een dagmarkt waar de Thai zelf hun spullen kopen en verkopen, en niet zo’n toeristische markt als de Night Bazaar.
De vis wordt al opgeruimd als we aankomen. Nog levende meervallen worden overgeheveld in plastic zakken. We wandelen door de hectische markt. De meest inheemse artikelen worden verkocht. Er worden kippenpootjes gehakt, ingewanden aangeboden, varkenskoppen, krabben, geitenkoppen, en enorme balen knoflook. Een enorme variatie aan producten.
We peddelen naar onze “stamkroeg” The Terrace. Eten en drinken en rijden naar het hotel terug. Zwemmen en douchen.
‘s Avond brengt iemand van het hotel ons en een stal andere toeristen uit China naar de nachtmarkt. Deze is al in volle gang. Een echt tourist-trap. Open een paar kraampjes na met Chinese (?) voedingswaar is het een voor toeristen ingerichte markt. T-shirts, snuisterijen, kettinkjes, oorbellen, electronische rommel, andere kleding.
Lady boys mengen zich onder het publiek om hun show die avond in het dichtbij gelegen theater aan te prijzen. Lijken me wel aardige lui. Sommige zijn extatisch, anderen introvert en stil.
Met de taxi terug naar het hotel en inpakken voor ons vertrek morgen.