Looking for Alaska – not that Alaska – by John Green

I somehow thought Looking for Alaska was set somewhere in the state of Alaska. So it isn’t.

Miles is a shy, slouchy boy who seems to know what he can and what he wants. Of his own accord, he goes to a boarding school. He befriends Chip, Takumi, and the peculiar girl Alaska, who are other cost-schoolers from the poorer strata of society. They form a club to take on the arrogant kids from more affluent families.

Miles and his friends are somewhat outcasts at the school. They smoke and drink and share a love of literature. Miles falls in love with Alaska. She had a rather complicated childhood after her mother died at a young age.
At the end of school, Alaska crashes in the middle of the night in her car on her way to her mother’s grave. The question that occupies the teenagers left behind is whether she committed suicide and, more importantly, why she would have done so. The second half of the book finds Miles and his friends searching for the answers to these questions, in addition to bullying the Eagle, the dean of the school. In the second part, I miss the quirks of the Alaska character. But she is dead.

John Green says in the book’s epilogue that this story did not succeed as well as his other books have succeeded, mainly because his regular editor could not help him with this one. I think Green lacks a little self-confidence because Looking for Alaska is just a very good book. In Anthropocene Reviewed style, I give Looking for Alaska … 5 stars.

Rondom Aartswoud, en een kroeg met een coca cola hoek

Het wordt niet licht vandaag. De Mienakker is een dijkje dat maar één auto breed is. Er zijn passeerplaatsen met asfaltvleugels die inscheuren.

De parkeerplaats van V.V. AGSV herinnert me aan bijna vijftig jaar geleden. Een modderige grasveld waarop we de auto moesten parkeren kondigde een keiharde wedstrijd in de natte prut aan. Nu heeft AGSV een nette parkeerplaats met parkeervakken.

Ik loop langs Café de Stompe Toren. Tegenover de kerk zonder toren. Later, op Google Reviews, lees ik over dit cafe:

“Een dorpskroeg die de laatste 50 jaar niet is veranderd. Gemoedelijk, vriendelijk en een sfeer en huiselijkheid uitstralen wat je alleen in kleine dorpjes tegen kom. “

“Super! 2 biljarts en een coca cola hoek. “

Driehoeken van hout, geabstraheerde kerstbomen langs de kant van de weg en kerststerren van hout.
Via de Zwarteweg loop ik de Weelkade op. Langs de Weelpolder, een natuurgebiedje. In de sloten staan de ranke witte reigers. Geirriteerd gakkend vliegen ze op als ik langsloop. Eenden scheren langs en landen verderop. Ik kan een slobeend en een casarca herkennen, maar deze niet.

Een natte, koude wind van 3 graden maakt het best onaangenaam. Ik heb geen handschoenen meegenomen. De camera om mijn nek, handen in mijn jaszakken.

Meerkoeten duiken onder water als ratten. In het veld knallen jagers op wild. Kieviten vliegen op. Maken die zich klaar voor hun vertrek? Of gokken ze op een winter in Nederland?

Later, weer op de weg, komen de jagers me tegemoet in hun pick-up. De laadbak hangt open. Een man zit op de rand, met een geweer dwars over zijn knieën. Hij kijkt schuldig. Terecht.
Een gemetseld bouwwerk aan twee zijden van het kanaal. Kunnen de resten van een brug zijn, maar ook van een sluis. Tegen de dijk aan de andere kant een rommelig erf. Een bedrijfje dat theaterkleding verhuurt, zie ik later.

“hallo, ik wil 2 pietenpakken reserveren voor 26 november. kan dat? is het 1 maat?”, heeft iemand aan Google gevraagd.

Verderop, vlakbij een kruispunt van wegen is een boerderij verbouwd tot een bed and breakfast met een vervoersthema. In de tuin zie ik een tram, vliegtuig, een trein, een bus. Nieuwsgierig bekijk ik de uitstalling.

Weer op de Mienakker zie ik in de verte de jagers in het veld lopen het veld. Een enkele knal.

13/12/2024