Het Nu van Murakami – De Moord op de Commendatore (1)

Een man, schilder, die het leven overkomt. De Moord op de Commendatore deel 1.

Ondergaat dagenlang het leven schijnbaar emotieloos. Kijkt naar buiten. Gaat een oppervlakkige sexuele relatie aan met getrouwde vrouwen. Zorgt op een sobere manier voor zichzelf (eten wordt altijd op een smaakvolle manier door Murakami beschreven). Zijn huwelijk is een excuus om te stoppen met het maken van schilderijen voor zichzelf en hij legt zich toe op portretten.

Maar dan komt de dag waarin de eerste stap wordt gezet in een reeks van stapjes die het leven van de man op zijn kop zet. Voortgeduwd door het onvermogen nee te zeggen, laat hij zich meeslepen in initiatieven van anderen, onbekenden.

Eerlijk gezegd wil ik wel eens zien wat er gaat gebeuren.

Als hij een onbekende vrouw in een cafeetje tegenkomt die sex met hem wil, kan hij geen nee zeggen.

Als Menshiki hem vreemde voorstellen doet kan hij geen nee zeggen.

Met alle gevolgen van dien.

Langzaam analyseert de man zijn leven en emotieloos lijkt hij zich bewust te worden dat zijn leven wordt bepaald door het trauma van het verlies van zijn op jonge leeftijd overleden zusje.

Hij is zich heel bewust van alle dingen die hem overkomen. Denkt er over na, maar steeds retrospectief. Hij onderneemt geen bewuste actie.

Als hij een schilderij gaat beginnen, overkomt hem dan. En als het af is, is hem dat ook opeens overkomen.

We werden niet zozeer gedreven door wat we hadden maar door wat we kwijt waren geraakt en nu niet bezaten.

Het nu, niet het verleden en niet de toekomst.

Dat kenmerkt Marakami misschien wel in al zijn boeken.

Eindigt met een mooie cliffhanger voor deel 2.

Niets, of juist heel veel

Ik lees How To Do Nothing van Jenny Odell. Maar het boek gaat niet over niets doen. Het gaat over wat wel te doen. Over aandacht. Waar social media onze aandacht trekken met schreeuwende koppen, pleit Odell voor een diepere vorm van aandacht. In haar eigen leven is haar interesse voor de vogels om haar heen een voorbeeld van diepe aandacht. Voorheen zag ze vogels vliegen, sinds ze zich er in verdiepte ziet ze soorten en hoort ze hun specifieke geluiden.

Ik herken dat. Sinds we op de Marker Wadden waren en we daar een dozijn eenden en ganzensoorten uit elkaar hebben leren te houden (IJseend en Casarca brachten de vogelspotters in orgastische extase) zie ik in mijn dagelijkse leven ook steeds meer specifieke zaken.

Raaf
Raaf

Ik zag gisteren een Nijlgans met jongen. Ik dacht dat Nijlganzen helemaal niet in Nederland broeken maar daar blijk ik helemaal naast te zitten volgens Natuurmonumenten.

Op ons dak zat een grote kraai-achtige vogel. Een raaf misschien, dacht ik. Mijn zoon zegt dat het waarschijnlijk gewoon een kraai is. Maar deze heeft zo’n grote snavel. Dat klopt zegt hij, maar de meeste vogels die we zien en waarvan we denken dat het kraaien zijn, zijn eigenlijk kauwen. Ik zoek het op en hij heeft gelijk, mijn beeld van kraaien zijn eigenlijk kauwen, en de vogel die we zagen zou een kraai kunnen zijn. Maar hij was groot en had een kromme snavel. Ik hou het toch op een raaf.

Halsbandparkiet
Halsbandparkiet

In de bomen horen we de laatste tijd een vreemd geluid. Een gast van ons herkent het als de Halsbandparkiet. Ik zoek het op en het klopt. In de bomen verderop hoor ik opeens nog veel meer halsbandparkieten. Op een dag knalt er een in volle duikvlucht tegen ons raam. We leggen de exotisch groen-gele “papegaai” plechtig in de groene bak.

Meisje en jongens

Een meisje kijkt verveeld op haar telefoon. Ze is met heel andere dingen bezig dan de jongens naast haar in het gras. De mannen tonen hun lichamen maar verbergen hun gezichten.

Heel veel negative space. Boring picture zouden de meesten zeggen.

(Dover)

Adolescentie

David Hockney A Chronology

Ik las een boek over David Hockney – A Chronology. Een dik geïllustreerd boek van Taschen. Het is momenteel in de aanbieding in veel boekhandels.

Hockney kon al op jonge leeftijd geweldig schilderen. Ik rommel zelf ook wel eens wat, maar als ik zijn vroege schilderijen zie heb ik snel de neiging mijn geklieder in een hoek te gooien.

Het geweldige van Hockney vind ik dat hij bleef experimenteren. Hij speelde met een fotokopieermachine, met fotografie, hij leerde zich op latere leeftijd met waterverf schilderen, hij ging al vroeg met een computer, iPhone en later iPad aan het werk. Hij maakte films, geweldige decorstukken, tekent met potlood en houtskool.

https://www.hockney.com/img/gallery/stagedesign/tristanundisolde/05-0128.jpg

Fotografie bracht hem uiteindelijk niet de voldoening die hij zocht, ondanks dat hij baanbrekend werk maakte met zijn fotocollages.

“The trouble with photography: it’s not real enough, not true to lived experience.”

Bij zijn experimenten met fotografie verbuigt hij de realiteit van de foto tot de realiteit van hetgeen is waargenomen.

Schilderen is zijn ding. Essentieel hierbij zijn volgens Hockney drie dingen: het oog, het hart en de hand, zegt hij. Hij is in alle drie een meester.

200 woorden per dag

Als je 200 woorden per dag schrijft, nog geen pagina, dan zijn dat 365*200 = zeg 70000 woorden per jaar. Dat is ongeveer 1 roman.

Notitie voor over een jaar: wat is er van post-COVID werken terecht gekomen

We hebben het nu over hoe we binnenkort weer aan het werk gaan. De meerderheid wil niet meer 5 dagen in de week in de file naar kantoor. Een behoudende minderheid voert achterhoedegevechten. Dat ‘behoudende’ is een waardeoordeel, maar zo wordt het wel ervaren.

Ik ben benieuwd hoe het er over een jaar uit ziet. Zitten we weer met zijn allen in trein, bus, auto om on op 9 uur aan de koffieautomaat te melden?

De discussie gaat hard.

“Je wilt toch niet meer terug naar de jaren vijftig, en weer om 8 uur ‘s ochtends moeten inklokken?”

“Ga we weer met zijn allen op een rijtje in een kantoorpand zitten, dat kan toch niet waar zijn?”

Een voordeel denk ik: belangen van organisaties en meerderheid van de individuen lopen hier parallel: een kostenreductie op huisvesting en vervoer sluit aan bij de wens minder tijd te willen verkwisten aan forenzen. Daarom noemde ik het hierboven ook een achterhoedegevecht. Het is bijna ondenkbaar dat we toch gaan naar de oude situatie. Bijna…

Feestje, noodzakelijk

Van het weekend weer een ouderwets zwaar feestje gehad. Veel te veel gedronken, en dan in de tuin blijven hangen met X en Y bij de vuurkorf. Noodzakelijk, af en toe, zou je kunnen zeggen.

De volgende dag …

Keep Going van Austin Kleon en permissie om de wereld te veranderen

Ik lees Austin Kleon’s Keep Going. Het is een kunstwerkje op zich. Afgezien van de inhoud prachtig geïllustreerd met Kleon’s black-out poetry en andere illustraties.

Keep Going : 10 Ways to Stay Creative in Good Times and Bad

Inhoudelijk is het een verzameling van “best practices” voor de creatieve geest, geeft Kleon zelf ook aan. Ik lees “you are allowed to change the world”, maar er staat “you are allowed to change your mind”. Ik vind mijn slogan eigenlijk sterker. Moeten we niet allemaal tot doel hebben iets te veranderen? Een status quo bestaat niet. Dan kan je het maar beter veranderen naar een staat die je zelf het beste lijkt. Anders krijg je alleen maar wat een ander bedacht heeft.

Ik denk bij veranderen ook aan “Consistency is overrated”, een zelfbedachte slogan die Scott H. Young al eens blijkt te hebben beschreven. Consistency kan een fuik worden, een net waarin je gevangen zit. Je wordt angstig om maar consistent te blijven, je kan niet afwijken, je moet je consistentie bewaren om aan de verwachtingen te kunnen voldoen. Het wordt een dwangbuis dat je er van weerhoudt te vernieuwen.

Velserbroek, Spaarndam, 17 juli 2021

Ik parkeer langs de snelweg bij zo’n vrijgevochten buurtje van woonboten langs het water. Het straatje om de hoek heet Linie van: de waterlinie. Even verderop gaat het dan ook langs Fort benoorden Spaarndam, maar volgens de kaart heet het hier Velserbroek.

Langs het Liniepad, dan naar links en ik loop Spaarndam in. De route slingert me de IJdijk op en af (ook hier een IJ). Een eilandje in de haven, waar ik als onbevoegde helaas geen toegang toe heb.

Ik vervolg mijn weg langs het Spaarne en kijk uit over het meertje Mooie Nel terwijl ik over het weggetje met de naam Pol loop. Prachtige namen hier.In de berm van de Spaarndamseweg ganzen die zich met zwarte oogschaduw hebben opgemaakt. Ze kijken agressief als Inez Weski. Mogelijk Nijlganzen.

Even buiten het dorp, bij een schip dat zondagsrust predikt, verlaat ik het Spaarne en sla rechtsaf de polder in.

De vliegtuigen zijn in dit stille vlakke natuurgebied extra storend.De Westbroekplas is een modern recreatiemeer. Mosun heeft er lekker ijs.

Ray Manzarek on Riders on the Storm (video)

Ray Manzarek (no sideburns here) explains Riders on the Storm. It’s still astonishing how his left hand plays the base line on the keyboard, while his right hand goes off into a Bach-like or jazzy solo.