Paradiso, 1981

De eerste keer dat ik een band live zag was op 30 oktober 1981. U2 speelde in Paradiso. Mijn oom had kaarten en ik mocht mee. Ik was 14.

Ik herinner me een vol Paradiso, een indrukwekkende zaal, een vermoeiende avond en drummer Larry die op 12 uur ’s nachts jarig werd. Concerten begonnen in die tijd nog een stuk later dan tegenwoordig. Het album October was net uit. Ik kende de band nog nauwelijks (ik was 14!). Bono was al een charismatische zanger, maar had nog niet dat Jezus-complex. De bijzondere stem met de reverb-gitaar van The Edge zorgden voor een unieke sound.

Ik vond een verslag op u2songs.com. Ik zie hier ook dat tickets 10 gulden kostten en de zaal uitverkocht was.

Mijn oom maakte opnames met twee kleine microfoons die hij aan een dunne haarband had bevestigd. Ik had ooit een kopietje op cassette dat ik in het jaar daarna veel beluisterde.
Ik vond de opname op YouTube – die zou best eens van hem kunnen zijn.

Later zag ik ze in ’t Heem in Hattem. Veronica maakte opnames, waarvan I Will Follow op de B-side van de single Gloria werd uitgebracht. Het volume bij dit concert was krankzinnig. Rond een meter of vijf rond de staande speakers bij het podium vormde zich een lege ruimte.

Het optreden in Paradiso was beter.

Ik kocht de albums van U2 tot en met The Joshua Tree. Een liveoptreden van ze bezocht ik niet meer. Ik denk dat we uit elkaar gegroeid waren. Mijn smaak was meer naar de extremen afgebogen, de muziek van de band meer naar het midden.

u2 paradiso amsterdam 1981

Tussen de boeken door

Confession of a bookseller - omslag

Tussen de boeken door

Op mijn nachtkastje stapelen zich drie boeken, elk met een eigen tempo.

Confessions of a Bookseller uitgelezen. Misschien is deze opvolger van The Diary of a Bookseller nog wel beter dan de Diary. Shaun Bythell blijft scherp observeren, met die droge Schotse humor die zijn klanten en het boekenvak even liefdevol als meedogenloos portretteert.

Het volgende boek op het stapeltje is Hagar Peeters’ Wasdom. Gedichten. Die lees je niet back-to-back dus ik open Pieter Steinz’ Het Web van de Wereldliteratuur ernaast. Dat is mijn leesplan.

Ik open een brief in een witte enveloppe aan de heer De Greef. De brief blijkt van DUO en gericht aan mijn zoon.

Geachte heer De Greef,

De bedragen voor volgend jaar zijn vastgesteld. Het gaat over het product: Aanvullende beurs

Welke gegevens van u zijn gebruikt voor de berekening van de aanvullende beurs van uw kind(eren), leest u in het bericht dat voor u klaarstaat in Mijn DUO. Meer informatie over de aanvullende beurs kunt u lezen op duo.nl/extrageld

DUO verkoopt dus tegenwoordig producten. Financiële producten. De studieschuld van onze kinderen is een product geworden.

Het woord irriteert me. Een product. Alsof het om een hypotheek gaat, een verzekering, iets wat je verkoopt met winstoogmerk. Wat het natuurlijk ook is geworden sinds de invoering van het leenstelsel. De toegankelijkheid van het onderwijs, zo hoog in het vaandel bij sommige partijen, is verworden tot een businessmodel. Studenten zijn geen studenten meer, ze zijn klanten. En hun schuld is een product.

Ik leg de brief weg.

18 september

Hagar Peeters - Wasdom omslag

Ik lees nog steeds Wasdom en de editie Aaah! van Hard//hoofd magazine. Een moeilijke mix want beide vereisen hun eigen mindset, maar laten zich ook moeilijk binge-lezen. Hard//hoofd is verfrissend en afwisselend, met essays en verhalen die je snel door de pagina’s trekken. Wasdom daarentegen vraagt om rust en herlezen.

22 september

Aaah! van Hard//hoofd uitgelezen.

26 september

Wasdom uit. Moet ik nog eens lezen. Gedichten die je leest als een liedje, een rap, met ritme en herhaling. Peeters schrijft over groei en verval, over wat groeit en wat wegslijt. Over wat wasdom is – dat oude Nederlandse woord voor groei.

Als je niet oplet, hoor je het niet. Zoals je bij een liedje de tekst pas echt hoort als je stopt met meezingen en echt luistert. Dan merk je pas wat er staat.

Piketty en Sandel tegen de tijdgeest in

Thomas Piketty en Michael Sandel schreven Gelijkheid (Equality). Het boek verscheen dit jaar, maar het voelt als een boek out of time in onze door verrechtsing en populisme gedomineerde tijd, waarin een streven naar gelijkheid weinig prioriteit lijkt te hebben. Thomas Piketty is een Franse econoom en schrijver, Sandel een Amerikaanse filosoof. Samen schreven ze Gelijkheid, in losse dialoogvorm, over hoe de ongelijkheid op economisch en politiek vlak, maar ook op het vlak van waardigheid, is gegroeid in de afgelopen decennia, en hoe deze zou kunnen worden hersteld.

piketty en sandel - gelijkheid

Twee belangrijke instrumenten die de auteurs bespreken voor het verminderen van ongelijkheid zijn herverdeling en decommodificatie. (Ze ‘bespreken’ het in bijna letterlijke zin: de vorm van het boekje is die van een tweegesprek.) Bij decommodificatie worden economische sectoren buiten het winststreven van de markten gehouden. Denk aan onderwijs, gezondheidszorg en openbaar vervoer. Hierdoor kan de overheid beter sturen zodat de diensten beschikbaar blijven voor het hele volk en niet alleen voor degenen die het kunnen betalen.

Herverdeling is een ander mechanisme dat kan worden ingezet om vermogen eerlijker te verdelen, bijvoorbeeld door middel van een progressief belastingstelsel.

Problematisch in de politieke context is dat beide mechanismen door Westerse regeringen over de afgelopen decennia zijn afgebroken, vooral ook door partijen met een sociale inslag. Voorbeelden zijn Clinton, die vol inzette op het door Reagan gestarte marktdenken in overheidsdiensten, en Obama, die tijdens de financiële crisis van 2008/2009 commerciële ondernemingen moest uitkopen met grote sommen publiek geld. Ook in ons land zijn dergelijke voorbeelden eenvoudig te vinden waarbij marktwerking in publieke diensten door linkse partijen werd geaccordeerd of zelfs geïnitieerd: het openbaar vervoer, de energievoorziening, het zorgstelsel.

Sandel en Piketty voeren een discussie in het boek over de toegankelijkheid van universitair onderwijs voor mensen met lagere inkomens. Maar ook over het verbeteren van de waardering in de maatschappij voor mensen die lager zijn opgeleid.

Het verbeteren van de volksvertegenwoordiging van lager opgeleiden is ook een punt van aandacht in het boek. Hoe kunnen we deze groepen beter vertegenwoordigd krijgen in het parlement en vertegenwoordigende organen? Door een ander kiesstelsel?

Het populisme heeft de ongelijkheid aangegrepen om de politieke macht naar zich toe te trekken. Door de grieven van deze mensen aan te spreken hebben ze veel stemmen uit deze groepen weten te bemachtigen. Andere politieke partijen hebben vooralsnog grote moeite deze mensen aan te spreken.
De partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum hebben de vrije markt omarmd zonder daarbij de gemeenschapszin in overweging te nemen, zonder oog voor de impact op lokale markten en industrieën.

Open grenzen, zo blijkt, leiden ook tot ander internationaal beleid. De scheefgroei die is ontstaan, is een gevolg van het ontbreken van een goed internationaal beleid. Het antwoord van Trump, terugkeren naar nationale belangen, is juist een beweging in de verkeerde richting. We zouden juist moeten kijken naar verder gaande internationale afspraken: over minimumlonen, over fatsoenlijke vennootschapsbelastingen voor internationaal opererende bedrijven, over milieumaatregelen, afspraken die ervoor zorgen dat lokale economieën worden beschermd.
Zo ontstaat een beeld: identiteit en waardigheid van minder rijken moet op de agenda komen, het beteugelen van de kosten van de vrije markt op bijvoorbeeld het klimaat, het beschermen van nationale markten door internationale afspraken.

In het internationale politieke klimaat dat de afgelopen jaren is ontstaan, lijkt elke afspraak een loze belofte, als er überhaupt al een bereidheid is om tot afspraken te komen. Het overleven van politieke leiders lijkt belangrijker dan de belangen van de bevolking, en het opbouwende en praktische betoog van Piketty en Sandel lijkt helaas iets voor een verre toekomst.

Droom of fotografie

Ik lees de droom terug in mijn opschrijfboekje. Oktober 2022 zegt de notitie.

Ongeïnspireerd sjok ik langs het strand van Bergen aan Zee, dan terug naar het dorp. Loop binnen bij een tentoonstelling in het vredeskerkje. Hoog tegen de muur, op een krankzinnige plek, hangt een schilderij van mijn oom.

Ik rijd door naar Schoorl, doe een boodschap bij de supermarkt. Het klimduin is gevuld met toeristen en dagjesmensen. Ongeïnspireerd lummel ik rond met mijn camera. Ik heb zin in een patatje, maar niet in de lange rij voor de snackbar. Bij de patatkraam op de parkeerplaats heeft een dame met een geel hoedje en een paarsblauwe bloemetjesjurk een enorme hoeveelheid Vietnamese loempia’s besteld. De glimlachende Vietnamees heeft zijn handen vol aan de groeiende stapel gefrituurde loempia’s. De vrouw houdt een enorme Ikea tas open.

Via Camperduin rijd ik naar Petten, over de lijnrechte weg langs de Hondsbossche zeewering.

Bij Petten word ik wakker in een boerderij. In het grasveld naast de boerderij is een enorm schip geparkeerd. Ik wandel naar Petten, eet een patatje, wandel terug en bekijk het schip in de tuin van de boerderij. Het schip wordt bemand door verfletste poppen met zwarte kraalogen in grijze gezichten.

In de wei langs een onaanzienlijk polderweggetje staat een wit paard van Rob Scholte. Even verderop staat een echt paard, een schimmel. Ik probeer een foto te maken van het echte paard en het kunstpaard. Loop een stukje door naar een vervallen schuurtje. Uit het dak van het schuurtje steekt een maaiveld van verroeste schroeven. Schuurtje, paard van Rob, schimmel, ik probeer ze te combineren in een foto. Langs de dijk komt een meisje met een paard aan de hand naar me toe lopen. Meisje ook erbij. Is het een foto? Een droom? Ik weet het zo net nog niet.

Wijnroute

Vandaag lopen we de wijnroute. Elf kilometer, zegt de app. Maar al gauw begrijpen we dat die elf kilometers in Zuid-Limburg niet de kilometers zijn die we bij ons in het vlakke polderland kunnen weglopen. Hier slingert het omhoog, over paden die door regenval tot rotsige geulen zijn omgevormd. Een heel andere ervaring voor onze knieën en kuiten, en heel vreemd, de spieren op mijn scheenbeen. Hier in Nederland, door bossen met varens van een meter hoog, tropisch bijna. Langs door neerkletterend water uitgesleten paden langs de heuvels naar beneden, onze enkels verzwikkend aan de losgespoelde stenen. Tussen wijngaarden door. Solaris, Cabernet Cortis, Johanniter, Souvignier Gris, Auxerrois en Chardonnay, meest onbekende druiven waarvan we later flessen halen bij een licht-elitaire winkel die prachtig gelegen is op de rand van een heuvel. Met pijn in de benen proeven we een glas – dat mag bij uitzondering want eigenlijk moeten we daarvoor bij het smaaklokaal in het dorp zijn, en een kan nog net want we zijn met de auto.