Er is een interessante logica te vinden in de Buddhist Noble Truths. Ik parafraseer:
Suffering is caused by desire, attachment, and general craving. Eliminating craving reduces our suffering.
Verlangen neemt af door de oorzaak ervan weg te nemen. Onwetendheid is de hoofdoorzaak. Onwetendheid is een diepgewortelde cognitieve en perceptuele blindheid die ervoor zorgt dat wezens de werkelijkheid verkeerd interpreteren.
Onwetendheid is een interessant woord als je deze context in ogenschouw neemt. Er is onwetendheid in de zin van niet weten, wat de negatieve connotatie heeft van dom zijn, en onwetendheid in de zin van negeren of geen aandacht schenken.
We kunnen dingen negeren die we willen bezitten, interesses negeren die we hebben, zodat we ons kunnen concentreren op de essentiële dingen, en dingen negeren die we denken te moeten weten – waardoor we de meest letterlijke vorm van onwetendheid bereiken. Deze daad van selectieve onwetendheid kan bevrijdend werken en ons bevrijden van de last van onnodige informatie.
Dit concept van onwetendheid kan ook positief worden geherformuleerd als ‘selectieve onwetendheid’: kiezen waar je je op concentreert en wat je negeert om mentale rommel en lijden te verminderen.
Focus en onwetendheid
In onze ambities vergelijken we onszelf met anderen. We observeren en benijden hun prestaties en oordelen. Geen van beide is nuttig.
Robert Greene schrijft in Mastery over hoe de meesters in hun vakgebied – de mensen over wie hij in zijn boek schrijft – zich concentreerden op hun sterke punten. Deze focus op persoonlijke sterke punten geeft hen kracht en het vertrouwen om hun doelen na te streven.
…ignore your weaknesses and resist the temptation to be more like others. Instead… direct yourself toward the small things you are good at.
In Advice for Living deelt Kevin Kelly zijn wijsheid over zorgen over de mening van anderen:
Ignore what others may be thinking of you because they aren’t thinking of you.
Aandacht, media en onwetendheid
In de wereld van vandaag zijn we verslaafd aan nieuws. Als we naar het nieuws kijken, voelen we ons machteloos tegenover de daden van een klein aantal slechte mensen. We verlangen naar beter nieuws, meer updates. Nieuwsagentschappen reageren net als sigarettenfabrikanten: ze stemmen hun producten af op onze verslavende behoeften met een negatieve inslag, sensationele koppen en continu breaking news.
The unsettling possibility is that if you’re convinced that none of this is a problem for you-that social media hasn’t turned you into an angrier, less empathetic, more anxious, or more numbed-out version of yourself-that might be because it has. Your finite time has been appropriated without your realizing anything’s amiss.
We zijn verslaafd. Maar we kunnen onszelf helpen door onwetendheid na te streven. We kunnen meldingen negeren en uitschakelen, en minder vaak nieuwsbronnen raadplegen.
Misschien zijn we beter af met een nieuwsbron die niet gedijt op actualiteit, maar op een langetermijnperspectief. Dat zal niet gratis zijn, want het is niet onze aandacht die voor deze diensten betaalt, maar de waarde die ze bieden voor ons geluk, waarvoor we in ruil daarvoor geld betalen. Deze verschuiving in perspectief kan geruststellend zijn, wetende dat we onze aandacht investeren in iets dat er echt toe doet.
In Amusing Ourselves to Death, Neil Postman discusses the consequences of a culture transitioning from orality to literacy to visual media.
The number of hours the average American watches TV has remained steady, at about four and a half hours a day, every day (by age sixty-five, a person will have spent twelve uninterrupted years in front of the TV).
The Internet and smart phones have shifted the focus from TV to the Internet, but not the total amount of time spent on these media.
Postman looks at the great literary dystopians Orwell and Huxley, who must have foreseen such developments and the dangers they bring along.
Orwell warns that we will be overcome by an externally imposed oppression. But in Huxley’s vision, no Big Brother is required to deprive people of their autonomy, maturity and history. As he saw it, people will come to love their oppression, to adore the technologies that undo their capacities to think. … What Orwell feared were those who would ban books. What Huxley feared was that there would be no reason to ban a book, for there would be no one who wanted to read one. … Orwell feared those who would deprive us of information. Huxley feared those who would give us so much that we would be reduced to passivity and egoism. Orwell feared that the truth would be concealed from us. Huxley feared the truth would be drowned in a sea of irrelevance. Orwell feared we would become a captive culture. Huxley feared we would become a trivial culture, preoccupied with some equivalent of the feelies, the orgy porgy, and the centrifugal bumblepuppy. As Huxley remarked in Brave New World Revisited, the civil libertarians and rationalists who are ever on the alert to oppose tyranny “failed to take into account man’s almost infinite appetite for distractions.”
A blob has no sense of self. All it knows is that it must become bigger. Our world is full of self-centered blobs.
The blob is in pain. The movie Spirited Away features a character similar to a blob: No-Face. No-Face wants attention, so he swallows the bathhouse employees. In the process, he adopts all the negative traits of those he consumes. No-Face becomes an arrogant, disgruntled, and selfish monster.
The amorphous blobs of this world — large organizations and individuals — want our attention. And there is never enough of it. Driven by attention mania and the temporary satisfaction that these blob gets from power and prestige, the blob keeps eating. It clings to everything around it in a meaningless and frenetic way.
The blob doesn’t like being told not to eat just anything. This gets the blob angry and mean because the blob needs to grow. Then, the blob deploys his soldiers. An army of dependents, frightened to the bone followers, is deployed to ensure that the blob can continue to grow. All work for the benefit of the blob.
In Spirited Away, No-Face offers gold to make the creatures around him like him. The creatures accept the gold and obey the blob. But when Chihiro refuses the gold yet is kind to him anyway, No-Face becomes so upset and confused, and sick of himself, that he vomits up everything he has swallowed. Only then does he find a balance in his existence—an existence in which he does not always want to devour others. No-Face turns into a humble being.
Let’s feel sorry for the No-Faces of this world. The pitiable CEOs are morbidly seeking attention. These No-Faces use their money, business, wives, and children—everything to get attention.
But no one likes them. No-Face is a nasty, selfish creature that lives a terrible life of eternal dissatisfaction. They can’t be helped. They can only help themselves and puke out everything they have swallowed.
Een paar dagen geleden sprak ik hier mijn onbegrip uit over NSC-leden die een kabinet blijven steunen dat racisme tolereert. Ik noemde specifiek Rosanne Hertzberger, iemand die ik hoog had zitten en waarvan ik niet begreep hoe zij de gang van zaken konden tolereren zonder met zichzelf in conflict te komen. Vandaag hebben Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger hun kamerlidmaatschap voor NSC opgezegd omdat ze niet langer hun steun aan deze regering kunnen geven. Respect.
Van Vroonhoven zegt: “We zitten in een moeilijke samenwerking”, erkende ze, “maar er is een goede mood” (nos.nl).
Op 23 november is het ledencongres van deze partij. Ik verwacht dat de leden minder in een goede mood zullen zijn en de overgebleven kamerleden zullen aansporen ook hun medewerking aan een racistisch kabinet op te zeggen. Zelfs als dat betekent dat er verkiezingen kunnen komen waarbij de partij een groot deel van haar zetels zal verliezen. Want belangrijker dan de omvang van een zichzelf respecterende partij is haar integriteit.
I am currently reading Uncommon Knowledge, a publication from The Economist. Apparently, I have a weakness for unusual facts. Time for a brief egocentric list of my nerdy interests.
In my browser, I have a bookmark with a link to a random Wikipedia article (or I use Wikiroulette). I regularly read Cory Doctorow’s This Day In History posts on his Pluralistic blog.
I love books that pull me down the rabbit hole. Some favorites include At Home and A Short History of Nearly Everything by Bill Bryson. I also enjoy the books of Dutch writer Boudewijn Büch, which are full of facts about all kinds of things, such as small islands, The Anthropocene Reviewed by John Green and the non-fiction works of Cees Nooteboom. A starter kit for enthusiasts.
Het NSC, de partij die zichzelf heeft gepresenteerd als de voorvechter van integriteit, heeft haar definitief haar geloofwaardigheid verloren. In plaats van vast te houden aan de principes die ze eerder verkondigde, lijkt het partijbelang belangrijker te worden dan ethische waarden. De partij, die zich uitsprak voor het invoeren van wettelijke integriteitsregels voor politici, neemt zelf niet de moeite om deze normen na te leven. Dit wordt pijnlijk duidelijk nu ze zich niet distantiëren van de racistische uitspraken van leden uit het kabinet waar ze deel van uitmaken, maar deze lijken te negeren of zelfs onder de mat te vegen. Het is bijzonder dat een partij die zegt te staan voor integriteit zelf actief meedoet aan het in stand houden van een regering die racisme niet alleen tolereert, maar zelfs minimaliseert.
Hoe kan het dat kamerleden van het NSC deze koers volgen?
Ik begrijp werkelijk niet hoe kamerleden van het NSC zichzelf kunnen verantwoorden voor hun rol in deze regering. Waar is de intrinsieke integriteit gebleven die je zou verwachten van politici die ooit beoogden verandering te brengen? In het verleden was het mogelijk om fatsoenlijk met mensen als Rosanne Hertzberger van mening te verschillen, maar nu lijkt het erop dat ze geen enkel probleem hebben met het feit dat ze onderdeel zijn van een kabinet dat racisme tolereert, of het nu expliciet wordt uitgesproken of subtiel wordt weggemoffeld. Dan ben je wat mij betreft definitief door de mand gevallen.