Jimmy’s Carting services op Sark

In 2019 waren we op het eiland Sark. Ik schreef hier toen over op dit blog.

Ik de haven maakte ik toentertijd een foto. We kijken de man op de rug met een polo waarop achterop reclame wordt gemaakt voor Jimmy’s Carting Services.

Later was ik op zoek naar meer informatie over Sark. Ik stuitte op de geschiedenis van Jimmy.

Jimmy blijkt een Schot te zijn die naar Sark is verhuisd. Ik citeer zijn verhaal hier, dat afsluit met mooie foto.

Jimmy was wooed by Sark back in 2000, when he responded to an advert in his local job centre, advertising bar work at Stocks Hotel. With two suit cases, Jimmy left his Scottish town of Armadale, and set off for Sark. When he arrived, he felt immediately that Sark was a special place, and that he would like it here. He proceeded to walk up Harbour Hill and through the village with his bags (this was before he realised that a carter could take them for you…).
Jimmy had planned to work a season in Sark, but secured some extra maintenance work at the Hotel for the winter. This episode in his life ended up as a permanent stay on the Island. Jimmy worked in several places, and then in 2012 the idea came up from his good friend Nicola about acquiring an existing carting business. Jimmy’s Carting was presently born.

In 2013, Jimmy modelled in the Emergency Services calendar produced by local photographers Sue Daly and Lydia Bourne, which raised £7000 for charities. Jimmy always turned up for photoshoots with a smile on his face, even if that was all he was wearing!

http://www.sark.co.uk/island-life/

https://www.jimmyscartingsark.com/

Slaughterhouse-Five en Fahrenheit 451 kado

Ik schreef gisteren nog over mijn voornemen om meer science-fiction te gaan lezen. Alsof de duvel er mee speelt kreeg ik twee boeken voor Sinterkerst kado: Kurt Vonnegut’s Slaughthouse-Five en Ray Bradbury’s Fahrenheit 451.

Een stukje gelezen in Fahrenheit 451, en het begin van het boek zet het verhaal al direct in brand, wat niet bedoeld was als een al te flauwe woordgrap (het boek gaat over een brandweerman).

Het boek is al twee keer verfilmd: in 1966, door Francois Truffaut, en recentelijk in 2018, door Ramin Bahrani.

Dag drie druizel, vandaag: Heerhugowaard

Het weer is echt om te janken. Toch mijn plicht gedaan en een fotorondje gemaakt. In Heerhugowaard, bij de stad van de zon.

Pepe schrijft hier zijn naam op muren en op apparaten in de speeltuinen.

Ik loop door een natte schuttingwereld bemand door hondenuitlaters.

Een meisje op een fietsje komt voorbij. Achterop zit een meisje met een roze rugzak. Het meisje met de rugzak zegt: “Ik ga niet fakking 1000 euro betalen voor één vliegticket!”.

Ik ben ondertussen zeiknat geregend en snij een stuk van mij route af.

Bij de Vomar koop ik makreel.

Interessante podcasts

Zomaar een paar leuke podcasts:

Kunst is Lang van Luuk Heezen. Waarschijnlijk beste Nederlandse podcast over kunst.

AmsterdamFM Kunst en Cultuur. Waarschijnlijk een goede tweede podcast over kunst. Wat elitair elan.

Deviate with Rolf Potts. Auteur van Vagabonding, een klassieker die om mij niet duidelijke redenen totaal onterecht nog niet in het Nederlands is vertaald (wil ik wel doen voor een fatsoenlijk honorarium).

Cool-tools van Mark Frauenfelder en Kevin Kelly. Lekker nerdy.

Met Groenteman in de kast. Ok, eigenlijk tweede Nederlandse podcast over kunst en andere dingen. Lekkere nonchalante lul, die Gijs Groenteman, met die ironisch-emotieloze stem.

No Such Thing As A Fish. Misschien wel de leukste podcast.

Restjescomfort

Een van de prettige dingen van het kerstmaal zijn de restjes.

We kunnen minstens een paar dagen uit de koelkast eten. Lekker lui voor de televisie, of achter de iPad, of laptop in mijn geval. Alleen de gezonde dingen eruit vissen. Na twee dagen teveel vlees en koolhydraten ben je daar wel aan toe. De eerste dag (derde kerstdag) nog de restjes wijn. Misschien de dag daarna ook nog. Dan even lekker totaal nuchter. Opstaan met een fris hoofd en zonder hangbuik.

Die gestoofde peertjes eindelijk een keer eten, die van je schoonmoeder of je vage tante. die peertjes die je elk jaar laat staan.

Science-fiction the future?

I read an article on science fiction on Ted Gioia’s blog.

I started reading science-fiction books. And lots of them.

This made no sense. The last time I had taken a serious interest in science fiction was in 8th grade. The typical mid-life crisis is an attempt to recapture the magic of your late teens and twenties. And here I was revisiting a passion that had disappeared at age twelve.

I have a similar experience. I did read some science fiction as a child and adolescent, but it generally could only interest me moderately. I read books like 1948 by Orwell, Brave New World by Huxley, and A Clockwork Orange by Burgess, which, although science fiction lists, I consider more like (rather dystopian) novels of the future.

Being firmly in the beta profession, I had many friends who also read science fiction. Somehow, it seemed to me at the time to be something for betas, which doesn’t seem to be correct. Without having researched it, I would venture to say that when betas read books, it is more often science fiction than anything else.

I read a lot anyway, and also things that chafed at science fiction. The Lord of The Rings, by Tolkien, before it became popular, I think with that, but that’s probably not right. I also read The Day of the Triffids, by Wyndham (ok yet core science fiction). I read H.P. Lovecraft (more horror?). But I never really got “hooked” on the genre.

I also think it was because in high school the science fiction genre was dismissed with much disdain.

A few years ago, I started reading more science fiction. I never before read Isaac Asimov or Ray Bradbury (yes I read his On Writing – a great book). I’m definitely going to catch up on that. I’m also going to read more of Stephen King.

Wormerveer, Middel, Zaandijk

Vandaag weer, of eigenlijk nog steeds druilregen. Ik parkeer bij Wormerveer, steek de autoweg over om om het fietspad langs de snelweg richting het gehucht Middel te lopen. Middel zal in de zomer met een beetje zon een mooi dorpje zijn.

In Zaandijk ruik het naar de cacaofabriek. Afgezien van een jongen die reclameblaadjes bezorgd, is er geen mens op straat.