Ontbijt en Nooteboom

Ik lees het boekje Japan van Cees Nooteboom terwijl ik een bakje cruesli naar binnen lepel. Begin volgend jaar, wat ver weg klonkt, maar dus al heel dichtbij is in december, gaan we naar Japan en probeer ik me een beetje in te lezen. Helaas bevat de bundel Japan vooral verhalen die ik al in andere boeken van Nooteboom had gelezen. Ik had natuurlijk beter moeten kijken toen ik het boekje aanschafte maar een beetje genept voel ik me toch wel.

Nooteboom is niet op zijn best in de verhalen over zijn reizen. Hij lijkt in Japan gedesoriënteerd en hij vertelt in reuzenschreden die je niet van hem gewend bent over zijn ervaringen. Af en toe schittert het verhaal op als hij dior de druilerige regen wandelt en de weg kwijtraakt of als hij bij de verkeerde ingang van het parlement wordt uit de taxi wordt gezet.

Het laatste verhaal vertelt over de Genji, de roman waarvan wordt aangenomen dat hij de oudste is in de Japanse taal. Een betoverend boek, begrijp ik van Nooteboom, voor op het lijstje.

De Brief van Cees Nooteboom

De brief

Ik lees het miniboekje De Brief, van Cees Nooteboom, uitgegeven in de Juweeltjesreeks. Het boekje bestaat uit drie verhalen.

Het eerste verhaal, met de titel De Brief, verhaalt over hoe Nooteboom een brief aan zijn uitgever verwisselde met een brief aan zijn geliefde. De verwisseling wordt opgemerkt door Nooteboom’s uitgever en op wonderbaarlijke wijze komt de brief aan de geliefde via een Nederlandse diplomaat en schrijver in Mexico toch goed terecht. Ik probeer te vinden wie de diplomaat was. Ik vermoedde F. Springer, maar die is niet in Mexico gestationeerd geweest. Helman lijkt het ook niet te zijn. Het blijft een raadsel.

Het verhaal doet me denken aan het verhaal Oculare Biesheuvel, van Maarten Biesheuvel, waarin de bril van Biesheuvel hem achterna reist door Oost-Europa.

Het tweede verhaal heet De koning van Suriname. Het verhaalt over de terugreis van Nooteboom uit het oerwoud van Suriname met een klein vliegtuigje. Zijn medepassagier is een hoge ambtenaar in wie Nooteboom de koning van Suriname ziet.

Het laatste verhaal lijkt een gedroomd reisverhaal.

Porseleinen Brieven aan Camondo van Edmund de Waal

Ik kreeg het boekje Brieven aan Camondo, geschreven door Edmund de Waal. Het heeft tot onderwerp het leven van een zeer welgestelde Joodse man en zijn familie in Parijs, en ook het antisemitisme in het Frankrijk van de eerste helft van de vorige eeuw.

De Waal beschrijft de ziekelijke verzamelwoede van Camondo en de even pathologische inrichting van de Parijse woning van Camondo met zijn strak geordende verzameling objecten in stofvrije kamers. De stijl van De Waal is bijpassend: stijf, afstandelijk en stofvrij. Ik krijg het er benauwd van.

Het doet een beetje denken aan de manier waarop Nooteboom ruimtes en kunst kan beschrijven. Maar waar Nooteboom een museum of een schilderij te leven weet te wekken op papier, blijft het bij De Waal overkomen als een protserig nauwkeurige opsomming van spullen.

“U wilde dingen compleet maken, had de behoefte dingen weer bij elkaar te brengen, u moet geweten hebben hoe scheiding voelt. Verspreiding voelt.”

Dat wil zeggen: diaspora.

Ik krijg steeds meer de neiging om het keurige porselein van De Waal op de stenen stuk te gooien. De stijl helt over naar pedanterie en elitarisme.

Camondo creëert met een megalomane egoïsme een museum van verzamelde spullen, en verordonneert dat daaraan nooit meer iets veranderd mag worden. Zelfs mogen zijn spullen niet uitgeleend worden.

De koude opsomming van de geschiedenis van de vernietiging van het grootste deel van de familie door de Nazi’s is ijselijk en hartverscheurend.

Aan het eind van het boek neemt De Waal in bedekte termen een standpunt in over de verzamelwoede van Camondo: hij hoeft de erfenissen en zijn archief niet door te geven (in tegenstelling to Camondo), en schenkt zijn archief weg.

Nooteboom’s Venetië, kijken als kunst

Mooi boek, Nooteboom’s Venetië. Met geweldige kleurenfoto’s van Simone Sassen.

Mijn aantekeningen. Nooteboom bekijk kunst en ziet een variëteit aan engelen waarvan ik niet wist dat die zo uitgebreid was. Ik kende de putti van Nooteboom, van zijn geweldige beschrijving van Tiepolo in Würzburg, in Voorbije Passages.

Nooteboom reist met boeken. Ik maakte een lijstje op uit de tekst dat nog uitgebreider is dan die achterin het boek. Ik noem hier: Mann, Kafka, Mary Mccarthy, Henry James, Proust, Borges.

De geschiedenis van een plaats hangt in de lucht. Overal sporen van een verleden. Het verleden is een dimensie van het heden.

Zonder mensen geen geschiedenis? Maken de mensen het materiaal voor geschiedenis?

Tiepolo in Würzburg
Tiepolo in Würzburg

Nooteboom wil niet bij de (toeristen)massa horen, maar zich één voelen met de lokale bevolking. Hij komt er meerdere keren op terug. Maar hij is nergens thuis.

De steegjes van Venetië zijn als het labyrint van Borges.

Ruinenwert, een typisch Nooteboom ding.

Als ik lees hoe complex het kiezen van de doge van Venetië was, moet ik denk aan de complexiteit van het kiezen van de bondskanselier in Duitsland. Het werd met ooit uitgelegd maar ik kan het niet herhalen.

Kijken als kunst. De professie van Nooteboom.

Sei Shonagon – The Pillow Book

I don’t remember where I was referred to Sei Shonagon’s The Pillow Book (Het hoofdkussenboek), but I’m pretty sure it was from a list or book by Pieter Steinz. I found a used version of The Pillow Book on Marketplace and could start on it within a few days after having to cut it out of a tight wrap of tape.

The Pillow Book immediately reminded me of the atmosphere Nooteboom paints in his stories about his Japanese travel stories and of the atmosphere in Hokusai’s prints. Shonagon paints a very interesting atmospheric picture of the life of Japanese nobility in the 9th or 10th century. It is truly one of those books that inspires you to walk around with your notebook again to write down the world around you because it is not as self-evident as you might think when you are in it daily.

Australië, hoe er een beetje bij te horen – Cees Nooteboom

In de bundel Australïe zijn de reizen van Cees Nooteboom naar Australie, Samoa en Tonga samengebracht.

Het maakt voor de lezer van de verhalen van Nooteboom eigenlijk niet uit waar de reis naartoe gaat. Zijn proza leest als poezie. Je vergeet waar je bent, je zit in het hoofd van Nooteboom en hij danst met je door zijn wereld.

De aboriginals zijn de aarde geworden, zegt Nooteboom. Zonder dat hij het expliciet maakt, trekt hij een parallel met de moderne mens die duizenden jaren lang heeft geprobeerd de aarde te veranderen, maar na al die tijd moet concluderen dat het beter is zelf te veranderen.

“Bussen en treinen zijn mijn televisie.”

Als Nooteboom bij het Australian War Memorial op bezoek gaat leren we dat het met name de Australiers waren die de door de jonge Winston Churchill geleide slag bij Gallipoli in de eerste wereldoorlog het leven lieten.

Nooteboom analyseert zijn eigen reiservaring.

“Wat moet je weten om iets goed te kunnen zien.”

En daarbij de behoefte van Nooteboom zich los te maken van zijn reiziger-zijn, en bij de lokale bevolking te willen horen.

“Pas als je je zo gedraagd dat je niet waargenomen wordt hoor je er een beetje bij.”

Hij bezoekt het Samoa waar Robert Louis Stevenson leefde en overleed.

In het Australisch Broome werden Nederlandse vluchtelingen, ontkomen aan de Japanse bezetting van Indonesië, op een vliegveld gebombardeerd.Bij een vliegtuigcrash van een Nederlandse DC3 door de Japanners overlijden vier Nederlanders, en verdwijnt een pakketje diamanten op mysterieuze wijze..

Cees Nooteboom – 533 – een dagenboek

Een dagenboek. Nooteboom verteld over zijn dagen in zijn Menorcaanse woning. Microscopische beschouwingen over zijn cactussen, de insecten rond zijn woning, de yucca, de ruines op Menorca.

Zorgvuldig beschreven in een nauwkeurige stijl die doet denken aan de veel minder bekende Tim Robinson die de Aran eilanden beschreef en ik leerde kennen via Boudewijn Buch.

Nooteboom schrijft over Brecht en Frisch. Over de muziek waar hij naar luistert.
En dan ook macroscopische beschouwingen over de reis van de Voyagers.
Over de kleine en grote dingen van het leven.

Een prachtige kruimel op de rok van Nooteboom’s universum. (naar Lucebert)

Het boek en de muziek

Ik lees Nooteboom’s Venetië. De man schrijft zo prachtig. Bij het lezen van zijn boeken kan ik wegdrijven als tijdens het luisteren van muziek. In een vreemd soort flow.

Ik denk aan Paul Auster die zegt (ik parafraseer) dat sommige mensen boeken lezen om de informatie die er in staat, en anderen, en daar schrijft hij voor, van de muziek en het ritme van de paragrafen, zinnen en woorden houden.

Mijn hoofd verdwaalt regelmatig als ik Nooteboom lees. Een paar pagina’s verder weet ik niet meer wat ik gelezen heb, maar ik weet wel dat het prachtig was.

Eddy Posthuma de Boer’s Photo Libretto – because of the joy

Eddy Posthuma de Boer - libretto

Photographs, as Hans Aarsman prefers them, are not taken to make a nice picture but only because they attract the photographer’s attention and because he just feels like taking a picture of them. Photo Libretto van Eddy Posthuma de Boer is full of it.

Or as Winogrand said:

Photography is not about the thing photographed. It is about how that thing looks photographed.

I knew Eddy Posthuma de Boer was the photographer who had taken the pictures in Cees Nooteboom’s books.

Cees Nooteboom, photo Eddy Posthuma de Boer

Here and there, the images are shrewd like Elliot Erwitt: black-and-white dalmatians at a crosswalk, an Arab who appears to be trying to fix an overturned car, fiddling with the engine with one hand, but a few meters away lies the rear axle of the car—a huge pile of square blocks of metal from cars pressed together.

Photo Libretto is a calendar. A picture every day of the year. Arranged by themes, or rather collections of photos. Texts on signs on storefronts with spelling mistakes. Means of transportation. French cars are rotting and becoming part of the French landscape. People reading the newspaper. Companies and products with the name Victoria.

Ordinary and remarkable images. Marte Röling’s Star Fighter. A hotel reception in Marseille is unimaginably crowded with wallpaper and carpet with floral designs. The tower of Pisa straightened (and thus the surroundings askew). A hotel room with a bathtub set in the middle of the room with a shower curtain around it (only possible in Belgium, I think).

The most admirable pictures are still the everyday things rendered without further context, which produce insane images. A neat little plant table made of Pepsi crates. Eggleston, then, I think.

Progress in Europe – Labyrint Europa

Got up early to get a head start on my collegues.

But Nooteboom’s Labyrint Europa came in between.

The story about the recession in the 1970s should be a awareness starter for all swayed-by-the-issues-of-the-day politicians. Especially an interesting analysis of Enoch Powell’s affairs. Very relevant today, this more intelligent and eloquent British predecessor of our Geert Wilders.

Interestingly, Nooteboom in the book contemplates when he would be able to travel through Europe without having to change money and with a European passport in his pocket. In a wheel chair, he assumes.

He wrote this in 1977, and we can say things have been achieved in Europe  after all.