Mooi boek, Nooteboom’s Venetië. Met geweldige kleurenfoto’s van Simone Sassen.
Mijn aantekeningen. Nooteboom bekijk kunst en ziet een variëteit aan engelen waarvan ik niet wist dat die zo uitgebreid was. Ik kende de putti van Nooteboom, van zijn geweldige beschrijving van Tiepolo in Würzburg, in Voorbije Passages.
Nooteboom reist met boeken. Ik maakte een lijstje op uit de tekst dat nog uitgebreider is dan die achterin het boek. Ik noem hier: Mann, Kafka, Mary Mccarthy, Henry James, Proust, Borges.
De geschiedenis van een plaats hangt in de lucht. Overal sporen van een verleden. Het verleden is een dimensie van het heden.
Zonder mensen geen geschiedenis? Maken de mensen het materiaal voor geschiedenis?
Tiepolo in Würzburg
Nooteboom wil niet bij de (toeristen)massa horen, maar zich één voelen met de lokale bevolking. Hij komt er meerdere keren op terug. Maar hij is nergens thuis.
De steegjes van Venetië zijn als het labyrint van Borges.
Ruinenwert, een typisch Nooteboom ding.
Als ik lees hoe complex het kiezen van de doge van Venetië was, moet ik denk aan de complexiteit van het kiezen van de bondskanselier in Duitsland. Het werd met ooit uitgelegd maar ik kan het niet herhalen.
In de bundel Australïe zijn de reizen van Cees Nooteboom naar Australie, Samoa en Tonga samengebracht.
Het maakt voor de lezer van de verhalen van Nooteboom eigenlijk niet uit waar de reis naartoe gaat. Zijn proza leest als poezie. Je vergeet waar je bent, je zit in het hoofd van Nooteboom en hij danst met je door zijn wereld.
De aboriginals zijn de aarde geworden, zegt Nooteboom. Zonder dat hij het expliciet maakt, trekt hij een parallel met de moderne mens die duizenden jaren lang heeft geprobeerd de aarde te veranderen, maar na al die tijd moet concluderen dat het beter is zelf te veranderen.
“Bussen en treinen zijn mijn televisie.”
Als Nooteboom bij het Australian War Memorial op bezoek gaat leren we dat het met name de Australiers waren die de door de jonge Winston Churchill geleide slag bij Gallipoli in de eerste wereldoorlog het leven lieten.
Nooteboom analyseert zijn eigen reiservaring.
“Wat moet je weten om iets goed te kunnen zien.”
En daarbij de behoefte van Nooteboom zich los te maken van zijn reiziger-zijn, en bij de lokale bevolking te willen horen.
“Pas als je je zo gedraagd dat je niet waargenomen wordt hoor je er een beetje bij.”
Hij bezoekt het Samoa waar Robert Louis Stevenson leefde en overleed.
In het Australisch Broome werden Nederlandse vluchtelingen, ontkomen aan de Japanse bezetting van Indonesië, op een vliegveld gebombardeerd.Bij een vliegtuigcrash van een Nederlandse DC3 door de Japanners overlijden vier Nederlanders, en verdwijnt een pakketje diamanten op mysterieuze wijze..
Een dagenboek. Nooteboom vertelt over zijn dagen in zijn Menorcaanse woning. Microscopische beschouwingen over zijn cactussen, de insecten rond zijn woning, de yucca, de ruïnes op Menorca.
Een Oefening in Aandacht
Zorgvuldig beschreven in een nauwkeurige stijl die doet denken aan de veel minder bekende Tim Robinson die de Aran eilanden beschreef en die ik leerde kennen via Boudewijn Buch. Beide schrijvers delen dezelfde obsessieve precisie, dezelfde toewijding aan het langzaam bekijken van een plek tot je de patronen en verhalen begint te zien die anderen missen.
Het aantal 533 verwijst naar de dagen die Nooteboom documenteert – geen willekeurige selectie, maar een volledige vastlegging van zijn bestaan op het eiland. Elke dag krijgt zijn eigen notitie, soms niet meer dan een paar regels, soms uitgroeiend tot een volledige essay.
Van Klein naar Groot
Nooteboom schrijft over Brecht en Frisch, over de doden die hem vergezellen in zijn bibliotheek. Over de muziek waar hij naar luistert – Bach, meestal, of een obscure opname die hij opdiept uit zijn verzameling.
En dan ook macroscopische beschouwingen over de reis van de Voyagers door de ruimte, over tijd en vergankelijkheid. De kleine wereld van zijn tuin wordt een lens waardoor hij naar het hele universum kan kijken. Een insect op een cactus voert naar gedachten over evolutie, een vervallen muur op Menorca opent de deur naar eeuwen geschiedenis.
Voor Wie Dit Boek Is
Dit is geen boek voor wie haast heeft. Het vraagt om dezelfde aandacht die Nooteboom zelf opbrengt. Het is perfect voor wie zelf op een eiland zit, of wenst te zitten. Voor wie begrijpt dat kijken naar een plant geen verspilde tijd is maar juist het tegenovergestelde.
Een prachtige kruimel op de rok van Nooteboom’s universum. (naar Lucebert)
Ik lees Nooteboom’s Venetië. De man schrijft zo prachtig. Bij het lezen van zijn boeken kan ik wegdrijven als tijdens het luisteren van muziek. In een vreemd soort flow.
Ik denk aan Paul Auster die zegt (ik parafraseer) dat sommige mensen boeken lezen om de informatie die er in staat, en anderen, en daar schrijft hij voor, van de muziek en het ritme van de paragrafen, zinnen en woorden houden.
Mijn hoofd verdwaalt regelmatig als ik Nooteboom lees. Een paar pagina’s verder weet ik niet meer wat ik gelezen heb, maar ik weet wel dat het prachtig was.
Photographs, as Hans Aarsman prefers them, are not taken to make a nice picture but only because they attract the photographer’s attention and because he just feels like taking a picture of them. Photo Libretto by Eddy Posthuma de Boer is full of it.
Or as Garry Winogrand said:
Photography is not about the thing photographed. It is about how that thing looks photographed.
Discovering Eddy Posthuma de Boer
I knew Eddy Posthuma de Boer primarily as the photographer who had taken the pictures in Cees Nooteboom’s travel books. His images accompanied Nooteboom’s literary wanderings through Europe and beyond, creating a visual counterpoint to the writer’s observations. But Photo Libretto revealed a different side of Posthuma de Boer, one less concerned with illustrating a narrative and more focused on pure visual discovery.
Photo Libretto was published as a photography calendar, offering one image for each day of the year. This format gives the work an intimate, daily rhythm. Rather than presenting a single coherent project, Posthuma de Boer organized his images into thematic collections that reveal his recurring fascinations and visual obsessions.
The Art of Noticing
Here and there, the images display a wit reminiscent of Elliott Erwitt: black-and-white dalmatians crossing at a zebra crossing, creating an accidental visual rhyme. An Arab who appears to be trying to fix an overturned car, fiddling with the engine with one hand, but a few meters away lies the rear axle, completely detached. A massive pile of crushed car blocks, compressed into perfect metal cubes, speaking to the lifecycle of automobiles.
The book is organized around themes, or rather, collections of related observations. There are texts on signs and storefronts with spelling mistakes – the kind of vernacular typography that most people walk past without noticing. Means of transportation appear frequently: French cars slowly rotting and becoming part of the French landscape, their rust and decay creating unintentional sculptures.
People reading newspapers make multiple appearances, caught in moments of absorption. Companies and products bearing the name Victoria form another collection, turning a simple proper name into a typological study. It’s this kind of obsessive attention to patterns that makes the work compelling.
Cees Nooteboom, photo Eddy Posthuma de Boer
Ordinary Things, Extraordinary Images
The most admirable pictures capture everyday things rendered without further context, producing unexpectedly remarkable images. A neat little plant table constructed entirely from Pepsi crates, a moment of folk design that could have come from an Eggleston photograph. The ingenuity of making do with what’s available, elevated through photographic attention.
Marte Röling’s Star Fighter aircraft appears, incongruous and powerful. A hotel reception desk in Marseille drowns in an overwhelming abundance of floral wallpaper and carpet patterns. Maximalist interior design that borders on the surreal. The Leaning Tower of Pisa, photographed with the camera tilted so that the tower appears straight while the surrounding world tilts askew, a visual joke that upends our expectations.
Most memorably, a hotel room features a bathtub positioned in the middle of the space, surrounded by a shower curtain like an island of privacy in an otherwise open room. Only possible in Belgium, I thought when I saw it. These are the kinds of vernacular oddities that Posthuma de Boer sought out, or simply noticed when they appeared.
The Philosophy Behind the Images
What ties these diverse images together is Posthuma de Boer’s approach to photography – taking pictures not because they’re obviously beautiful or important, but simply because something catches his eye. It’s photography driven by curiosity rather than ambition, by the pleasure of looking rather than the need to make a statement.
This connects directly to what Hans Aarsman advocates: photography as a practice of attention, of noticing what’s already there rather than constructing elaborate scenarios. It’s democratic in its gaze, finding equal interest in a damaged car, a spelling mistake, or an improvised piece of furniture.
Photo Libretto reminds us that the world is already full of remarkable images – you just need to pay attention and be ready with a camera. The joy Posthuma de Boer found in this practice comes through in every page of this calendar, making each day’s image a small gift of visual observation.
For anyone interested in Dutch photography, vernacular culture, or the art of everyday observation, Photo Libretto remains a treasure worth seeking out.