De week in beelden
De week van 27 april tot 4 mei in beelden.
Rode Kruis Koningsnacht
Op Koningsnacht in Utrecht fotografeerde ik voor het Rode Kruis de inzet van het Rode Kruis team. Ik volgde het team van briefing tot middernacht, en bezocht verschillende posten, bezocht de meldkamer in het gemeentehuis en volgde de teams door de stad.
Hokitika
We struinden een bloedhete middag door het plaatsje Hokitia, Nieuw-Zeeland.
From screen to Print: Why Physical Prints Still Matter in a Digital World
Sure, it sounds like well-worn wisdom. However, there’s an undeniable truth here. A carefully crafted print holds a presence that no amount of Instagram scrolling can replicate. A very different thing from a minuscule picture on Instagram.
I recently tested this in my studio. I let my Epson P600 work its magic on some Epson Exhibition-grade paper. As the prints emerged, each one came to life anew, showcasing subtle textures and gradients. The depths were something your phone screen could never quite capture. It’s like the difference between listening to vinyl and streaming music; there’s just something tangibly real about it.
NH grid project
Kwadranten voor De Kwakel ,Uithoorn en Heerhugowaard toegevoegd aan mijn megalomane Noord-Holland grid project.
Pictures from Salt Lake City
Some pictures from my stay in Salt Lake City.
Coming and Going by Jim Goldberg, collosal, consume in small bites
This is so cool. I look at the massive photo book (is it a photo book you may ask; more like a colossal collage book) Coming and Going by Jim Goldberg is so large that it is difficult to handle. The book is heavy, and the pages are enormous. Small photos are blown up over a spread; there are densely packed pages of images and text and blank pages with a small photo in the middle of the page. But it is brilliant. It inspires, saddens, and shocks; it is beautiful, sweet, and heartbreaking and follows each other in rapid succession.
Consume in small bites.
Tussen Oterleek en Ursem
Ondanks slappe knieën en koortsig gevoel van de corona-naweeën ga ik toch maar op pad.
er staat een strakke zon en een matige lentewind. Het licht is nog koud, eind april. Daar kan geen klimaatverandering iets aan doen. Ik heb me te warm aangekleed; mijn jas hangt al snel open.
In de polder heerst schaarste aan prikkels. Opletten dus. Een schapenboer heeft een groot schilderij laten maken van zichzelf met zijn schapen in de wei. Het is tegen een weerbarstige schuur gehangen. Ik zie het pas als ik me omdraai.
Motorfietsen rijden als krankzinnigen met hoge toerentallen en open uitlaten over de dijk.
Als het weer stil is mis ik vogelgeluiden. Waar zijn de vogels? Ik zie eenden en koeten en ganzen, maar ik kan geen zangvogels ontdekken.
Aan de rand van de bebouwde kom bouwt Heerhugowaard een hart- en horizonverscheurend flatgebouw.
Het laatste stukje vanaf de Gouden Karper volg ik gedwongen de autoweg. Waarom is hier geen voetpad, vraag ik me af. Gelukkig zie ik dat een traktor en paarden onderaan de dijk een bonkig pad in uitgeharde klei hebben achtergelaten. Een uitdaging voor de enkels maar beter dan langs de weg waar de autospiegels mijn ellebogen schampen.
Hij ligt er aanlokkelijk bij maar de Molendijk laat ik liggen voor een andere keer.
Kamakura
In het Engels schreef ik dit en laat het maar onvertaald.
A faint Hawaiian vibe.
Black sand, concrete and rusty fences.
Missing beach bars.