Korte verhalen en literaire teksten door Niek de Greef. Originele fiction, persoonlijke verhalen en experimentele proza in Nederlands en Engels.

Uit discipline

3/12/2022

Uit mijn aantekeningenboekje voor deze dag.

For the record: foto’s gemaakt in Badhoevedorp en Sloten voor een paar blokjes van het Noord-Holland project. Uit discipline meer dan zin of inspiratie, want het was koud en er stond een ijzige wind.

Eerst langs Van Beek Art Supplies. Fijne winkel, met specialistische spullen waarvan je het bestaan niet eens vermoedde. Gespecialiseerd papier, zeefdrukspullen, lange muren met verf- en inktvariaties, penselen, potloden, stiften. Ik zie een hake brush en speedball hand-baren.

Later hoor ik in een podcast dat er 100.000 beroepskunstenaars zijn in Nederland. Als je daar de hobbyisten bij optelt, snap ik de markt voor deze winkel.

Weekend van foto’s maken

29/11/2022

Vrijdag. IJmuiden.

Ik parkeer aan de noordkant van de zeesluizen en wandel fotograferend naar de overkant van het kanaal. Ik passeer de bewakers, die erop toezien dat geen auto’s van onbevoegden het bouwterrein van de sluizen oprijden. Schepen in de sluizen, schrijf ik nutteloos in mijn notitieboekje. En: De bewaker verveelt zich. Hangt in stoeltje bij slagboom.

Ik loop naar het puntje van de terminalkade, de kop van de haven, naar het nabijgelegen gelijknamige Fish & Chips restaurant.

Een klein autootje stopt naast me. Een grote vent met opgeschoren haar, in een wit pak met opgestroopte mouwen wurmt zich uit het autootje. Zijn armen zijn dik betatoeëerd. Hij helpt een dame in een witte bruidsjurk uit de auto. Aan de andere kant stapt een man uit met twee fotocamera’s over zijn schouder.

Ik maak een foto van het bruidspaar. De fotograaf draait zich woedend om.

‘Laat hem die foto wissen,’ zegt hij tegen de vent in het witte pak.

De bruidegom kijkt me aan, knipoogt en loopt door.

Het wordt snel donker.

Zaterdag. Oosthuizen.

Ik loop door het dorp richting het IJsselmeer. Het licht is laag en heeft een warme kleur, maar geen kracht. In Etersheim passeer ik het schooltje van Dik Trom. Cornelis Johannes Kieviet, schrijver van Dik Trom-boeken was hier hoofd van de school, lees ik op mijn telefoon.

Langs het IJsselmeer wordt de dijk verstevigd. Ik loop een stuk achter een man aan, die zijn hondje op dit bouwterrein uitlaat.

Langs de Etersheimer Braakmolen, ploeterend door de soppige weilanden, terug naar Oosthuizen.

Zondag. Bergen aan Zee.

Saaie dag, weinig licht. Geen idee of ik een goede foto heb gemaakt. Waarschijnlijk dus niet.

IJmuiden foto’s

Oosthuizen foto’s

Bergen aan Zee foto’s

Mijterspijt

Met pulserende aderen onder de klemmende mijter zwoegt Sinterklaas door de dag. Hij barst van de koppijn. De kamer kantelt, instabiel, onscherp. De schelle ruis van kiftende kinderen galmt in zijn oren, verdikt die aanhoudende, nee, toenemende spanning op zijn schedel. De kamer vult zich, golft voor zijn ogen, een rode gloed. De klem drukt zijn brein in elkaar. Als een spons wordt het vocht uit zijn hersens geperst. Zweet gutst achter de dikke pruik langs zijn nek, over zijn rug. Onder de schurende polyester-mantel broeit een tropisch klimaat. In de aangeschroefde mijter klotst het kokende water. De kinderen schreeuwen van dichtbij. Hij duizelt, drukt zich achterover in zijn stoel. De hoofdpijn priemt in zijn slapen, bonkt in zijn nek, vernevelt zijn blik. De mijter moet af. De donkere schier-afro zou tevoorschijn poppen, die onwillige bos die hij zo zorgvuldig had afgesnoerd. De kinderen zouden krijsen. Hij vervloekt die strakke mijter. Vreest voor cruciale vaten, striemen in zijn hoofdhuid. De littekens zal hij moeten dragen, getuigenis van de mijter-proef.

Papaaapapapapapapapapaaapapapapa.

(Naar Nauwe Mijter, van De Kift)

Intocht van Sinterklaas in Krommenie

Lempert, engelenvleugels en absurdisme

November 2022. Ik bezoek Huis Marseille voor Jochen Lempert en Nu Xuan Hua. Lempert, bioloog, koel, zeer analytisch, Duits. Nu Xuan Hua juist heel warm, kleurrijk, aaf en toe absurdistisch.

foto van de nerf van een blad, foto Jochen Lempert
werk van Nu Xuan Hua

Huis Museum beschrijft het werk van Lempert als volgt:

De kunstenaar onderzoekt, verzamelt en categoriseert zijn onderwerpen als een wetenschapper, maar legt tegelijkertijd dieren, planten en micro-organismen vanuit een gelijkwaardig gezichtspunt vast. Zijn werk verkent de (soms verstoorde) relatie tussen natuur en cultuur en nodigt de toeschouwer uit om op zoek te gaan naar hun gedeelde herkomst. Met zijn benadering van de natuur wijst Lempert ons op de manier waarop de mens meestal voorop wordt gesteld in onze kijk op de wereld.

Foto van de dam - een vrouw met een bord 'stop the satanic "agenda 2025"'
- foto niek de greef

Na die esthetische onderdompeling loop ik terug door de stad, waar de realiteit voor zijn eigen absurdisme zorgt. Ik loop langs de Dam. De kans hier een bijzonder mens te spotten is groter dan waar ook. Een oudere dame met gouden engelenvleugeltjes op haar rug trekt mijn aandacht. Ze houdt een bord omhoog waarop staat geschreven ‘STOP THE SATANIC “AGENDA 2030”’. Het is geen probleem als ik foto’s van haar wil maken. Terwijl ik haar fotografeer, blijft ze telefoneren.

Thuis probeer ik uit te zoeken wat die satanische agenda 2030 is. Veel over zo’n satanische agenda valt er niet te vinden. Dan pas leg ik de link met de 2030 Agenda for Sustainable Development, als ik stuit op dit blogartikel over de profetieën en de 2030 agenda op de site van de Open Christian University, een Amerikaanse instelling.

Er is kennelijk een stroming, die zich christelijk noemt en aanstoot neemt aan de agenda van de Verenigde Naties die de aarde wil beschermen tegen de impact van de mens. Ik was altijd in de veronderstelling dat christenen de Bijbelse taak hadden om de schepping van hun god zorgvuldig te beheren. Daarom komt het me bizar voor dat de 2030 agenda wordt volgens in ieder geval de schrijver van het artikel op de site van de Open Christian University gezien als een stap in de richting van een gecentraliseerd wereldwijd systeem dat leidt naar één wereldmacht: de antichrist. Kennelijk deelt de dame op de Dam met de gouden engelenvleugeltjes het idee dat het beschermen van de aarde leidt tot de komst van de antichrist.

Toevallig schreef ik van de week nog een verhaaltje over complotdenkers. Je zou er bijgelovig van worden.

Nano-zenders, bio-camera’s en NSA-agenten

Foto u wordt gecontroleerd - NSA van Niek de Greef

‘Zullen we het ergens anders over hebben?’ durfde hij uiteindelijk tegen haar te zeggen.

Eventjes ging het over haar zoon en haar dochter, of over een tv-programma of haar kleindochter. Maar op een of andere manier was het onderwerp opeens toch weer covid vaccinaties die chips inbrengen onder de huid, een virus dat verspreid wordt via 5G, de Apollo maanlanding die in scene is gezet, of big pharma die, geleid door de Illuminatie, ziektes creëren om medicijnen te kunnen verkopen. Het kon niet gek genoeg.

Tijdens de Covid pandemie wilde ze geen mondkapje dragen. Hij zei: zonder mondkapje kan ik je ook niet behandelen. Dan kan ik je zelfs helemaal niet binnen laten. Toen ging ze toch maar een mondkapje dragen.

‘Je zou een boek kunnen schrijven’, zei ik weinig origineel.

Het ging maar door.

‘Sssst,’ zei ik op een dag, ‘je weet toch dat tussen die klanten van mij ook lui van de NSA zitten?

Ze keek op.

‘Nee?’

‘Luister!’ zei ik. Ze was gelijk stil.

‘Hoor je die radiosignalen?’

Heel zachtjes was het geluid van de radio te horen die ik die ochtend onder de behandeltafel had bevestigd. Ze knikte. Ik boog me naar haar toe.

‘Ik heb dit nooit eerder aan iemand vertelt, maar ik kan het wel bij jou kwijt,’ fluisterde ik ik haar oor. ‘Ik word al jaren gebruikt door hun agenten. Ik zal je zo meer laten zien, maar gisteren heb ik gegeten bij die Griek op de hoek. Toen ik thuis kwam, hoorde ik opeens deze radiosignalen. Ze moeten in de Loukoumades met chocoladesaus een nano—zender hebben verstopt, zodat ze je overal kunnen afluisteren.’

‘Echt?’ zei ze, nauwelijks hoorbaar.

‘Dat is nog niet alles, zoals ik zei. Kijk hier eens…’

Ik liet haar het bultje op mijn schouder zien die ik had opgelopen toen ik op mijn achtste een keer van de crossfiets was gevallen.

‘Ik heb dit nooit aan eerder iemand vertelt. Deze heb ik al heel lang. Een repeater waarmee ze me al jarenlang volgen. Het kan ook geheime berichten doorsturen naar handlangers zodra die binnen het bereik van de repeater zijn. Zo hebben ze een heel netwerk van agenten die met elkaar kunnen communiceren zonder gebruik te hoeven maken van de reguliere infrastructuren.’

Grote ogen staarden me aan.

‘En hoelang ik deze heb weet ik niet zeker meer; ik lette er toen nog niet zo op.’

Ik wees op een moedervlek op mijn jukbeen.

‘Zat er een paar jaar geleden ook opeens. Een biologische-cel-camera. Blijf daar staan, anders kunnen ze je zien!’

Ik draaide mijn hoofd van haar af, maar ze schoof al naar de deur.

Droom of fotografie

Ik lees de droom terug in mijn opschrijfboekje. Oktober 2022 zegt de notitie.

Ongeïnspireerd sjok ik langs het strand van Bergen aan Zee, dan terug naar het dorp. Loop binnen bij een tentoonstelling in het vredeskerkje. Hoog tegen de muur, op een krankzinnige plek, hangt een schilderij van mijn oom.

Ik rijd door naar Schoorl, doe een boodschap bij de supermarkt. Het klimduin is gevuld met toeristen en dagjesmensen. Ongeïnspireerd lummel ik rond met mijn camera. Ik heb zin in een patatje, maar niet in de lange rij voor de snackbar. Bij de patatkraam op de parkeerplaats heeft een dame met een geel hoedje en een paarsblauwe bloemetjesjurk een enorme hoeveelheid Vietnamese loempia’s besteld. De glimlachende Vietnamees heeft zijn handen vol aan de groeiende stapel gefrituurde loempia’s. De vrouw houdt een enorme Ikea tas open.

Via Camperduin rijd ik naar Petten, over de lijnrechte weg langs de Hondsbossche zeewering.

Bij Petten word ik wakker in een boerderij. In het grasveld naast de boerderij is een enorm schip geparkeerd. Ik wandel naar Petten, eet een patatje, wandel terug en bekijk het schip in de tuin van de boerderij. Het schip wordt bemand door verfletste poppen met zwarte kraalogen in grijze gezichten.

In de wei langs een onaanzienlijk polderweggetje staat een wit paard van Rob Scholte. Even verderop staat een echt paard, een schimmel. Ik probeer een foto te maken van het echte paard en het kunstpaard. Loop een stukje door naar een vervallen schuurtje. Uit het dak van het schuurtje steekt een maaiveld van verroeste schroeven. Schuurtje, paard van Rob, schimmel, ik probeer ze te combineren in een foto. Langs de dijk komt een meisje met een paard aan de hand naar me toe lopen. Meisje ook erbij. Is het een foto? Een droom? Ik weet het zo net nog niet.

Het Nike onder de klompschoenen

Het wordt een regenachtige dag, vertelt het weerbericht. Maar ik ga niet de hele dag binnenzitten. Ik stippel een wandeling uit, iets meer dan twee uur wat precies moet passen tussen de regenbuien die Buienradar voorspelt. Ik krijg drie man mee.

We lopen door de duinen naar het zuiden en daarna de polder in. Daar begint het te regenen. De regen houdt aan tot in Midsland. In het dorp is een toeristisch overblijfsel van een veemarkt aan de gang. Rond de kerk staan koeien en schapen, maar niet erg veel. Een bandje speelt country & western covers. In de Dorpsstraat hebben winkeliers kraampjes opgezet om lokale spullen te verkopen, vooral etenswaar. De kroegen zijn al open.

Als boer verklede eilanders in te schone overalls staan met twee of meer bierglazen in de hand ontspannen te kletsen. Sommigen hebben een doos nieuwe klompschoenen onder hun arm geklemd. Gegavi is het merk, het Nike onder de schoenklompen. Men eet op houtskool gegrilde hamburgers en vlees met saus op broodjes.

We lopen door de weilanden naar Formerum. Dan weer naar het noorden en door de duinheide terug naar West aan Zee. Dan drinken wij ook een drankje.

Pasta met mayo

De conducteur wijst een ouder gezelschap de laatste vrije plaatsen in de coupe. Een van de dames lijkt conversationeel incontinent: ze praat over alles wat ze doet en maakt daar een warboel van woorden en zinnen van.

‘Ik zit lekker ruim, kan lekker lezen zo … Hoe laat komen we in Arnhem? … Bingo! Je bent in de war met gehakt … Zo! Dat hebben we opgelost … De NS gaat in de spits reizen op rustige treinen met minder zitplaatsen.’

De man is dovig en vraagt zo nu en dan wat ze zegt. Dan herhaalt ze een paar zinnen.

Een ander stel zit rechtop bij het raam en zegt niets tegen elkaar. Een man met dikke, vers geschoren wenkbrauwen maakt een puzzel in de krant. Een vrouw met dikke spataderen leest A Secret Life van Claire Tomalin over Katherine Mansfield. Ik kende Katherine Mansfield niet en googelde haar. Ze blijkt een interessant mens, lees ik op de Wikipedia-pagina over haar.

In 1909 huwde ze de tien jaar oudere musicus George Bowden om hem de volgende dag reeds te verlaten (zonder dat iemand ooit duidelijk is geworden waarom). Zwanger van een andere man verbleef ze vervolgens enige maanden in het buitenland, waar ze een miskraam kreeg, en materiaal opdeed voor haar eerste verhalenbundel. Terug in Engeland knoopte Mansfield vriendschappen aan met modernistische schrijvers zoals D.H. Lawrence en Virginia Woolf en begon een relatie met de literatuurcriticus John Middleton Murry, met wie ze 1912 en 1915 de literaire bladen Rhythm en The Blue Review redigeerde.

‘Lukt het?’, vraagt de conducteur aan de man met de puzzel. De man kijkt niet op. ‘Bijna,’ zegt hij en laat de puzzel aan de conducteur zien als bewijs.

De dame naast me is onverstoorbaar.

‘Ze eet pasta met mayo. Gaat een wildvreemde vrouw met een bord spaghetti bij haar aan tafel zitten. Er komt een scooter voorrijden. Een man met een fez op zijn hoofd stapt af, je weet wel zo’n hoedje met een pluimpje eraan, maar het blijkt een vrouw te zijn. Ze lijkt op Kluk Kluk, van Pipo de clown. Ze zegt “eet smakelijk” tegen de pasta etende dames als ze langsloopt. “Als het niet intensief is blijft het niet hangen”, zegt de vrouw van de spaghetti tegen de vrouw met de pasta met mayo.’

Katherine Mansfield

Haiku geleerd?

Een haiku bevat een woord dat het seizoen aanduidt. En heeft drie regels met achtereenvolgens vijf, zeven en weer vijf lettergrepen.

Ik probeer:

Collie opgekruld
Op de mat bij de schuurdeur
Natte hondengeur

Geen sterke indicator, maar de natte hondengeur kan de herfst aanduiden.
Allemaal geleerd van Paulien Cornelisse. Maar waar ik dat heb geleerd staat er in mijn aantekeningen niet bij. Haar boekje Japan in honderd kleine stukjes? Het boekje is uit de boekenkast verdwenen. Misschien toch gezien op tv, bij Tokidoki?

Finderlohn

Langs de route hangen gelamineerde A4’tjes aan lantaarnpalen en hekjes. ‘100 euro Finderlohn’ voor de vinder van de Duitse trouwring.

De ring op de foto lijkt verdacht veel op The One Ring, de ring van de Heer van Mordor. De ring, niet in Dol Guldur, maar hier in het heuvelland van de Limburgse hobbits. Is Sauron zijn ring kwijt? Honderd euro voor de vinder!

Een jongetje gaat op zijn knieën. Ziet iets glinsteren, graaft met zijn blote handen zijn nagels stuk. Honderd euro!, hij kan niet eens bedenken wat hij daar allemaal voor kan kopen.

Een hond loopt langs en steekt nieuwsgierig zijn kop in het gat dat de jongen heeft gegraven. De hond snuift, wroet in het gat, steeds driftiger. Het gat wordt groter en dieper. Een rode doek wordt zichtbaar. De hond graaft door, aarde opwerpend. Hij zet zijn tanden in de doek, rukt, en graaft weer. Even later trekt de hond de doek met een ruk uit het gat. Het is een zakdoek, en rode boeren zakdoek met donkerblauwe paisley ornamenten.

‘Hier!’ roept de jongen tegen de hond. De hond legt de zakdoek voor hem neer.
In het midden van de zakdoek zit een knoop. De stof is om iets glinsterends geknoopt.

‘De ring?’, denkt de jongen.

Met zijn nagels weet hij de knoop los te maken en trekt de zakdoek uit de ring. Hij bekijkt de ring van dichtbij. In het goud zijn zilveren putjes aangebracht waarin kleine diamantjes flonkeren. De jongen steekt zijn wijsvinger in de ring.

jongen en hond ontdekken ring