Ceaucescu dag. (Eergisteren.)
Ongepland uitgeslapen tot 8 uur en dan toch moeten we ons nog enigszins haasten om op tijd te zien voor onze afspraak in Casa Ceaucescu. We “springen” op de metro naar halte Piloot – Aviatorilor, en lopen dan nog een kilometer door de villawijk met ommuurde woonerven en poepdure auto’s.
Naast de ambassade van Koeweit ligt het “Ceaușescu House” zoals Google maps het noemt. Het woonhuis van de Ceaucescu’s werd tijdens de revolutie bestormd, maar niet leeggeroofd, afgezien van voedsel, drank en nog iets dat ik vergeten ben. In ieder geval zijn de uitbundig gedecoreerde kamers nog in tact.
Van alles wat bladgoud lijkt blijft weinig over. De gids legt uit dat het goudgehalte nogal meevalt, of tegenvalt, net wat je uitgangspunt is. Er werd slecht 127 gram goud gebruikt in het hele huis (of iets dergelijk, ik ben de niet te verifiëren statistiek vergeten).
De gids praat als Villanelle uit Killing Eve in uitsluitend bevestigende zinnen, zelfs als die een vraag bevatten.
We lopen door de uitbundige kamers met een triest stemmende smaak ingericht. Een tapijt dat door de Sjah van Iran kado is gedaan. Een schaaktafel waaraan Ceaucescu al zijn partijen won; niemand durfde hem te laten verliezen. De gouden badkamer van Elena Ceaucescu zoals gezegd een stuk minder zwaar verguld is dan gedacht, maar het ziet er echt wel wanstaltig uit. De Ceaucescus’s onderdrukten niet alleen het volk, ze pleegden ook een misdaad tegen de goede smaak.
De dochter had een princessenverblijf, in nagemaakte Louis XIV stijl. De jongens hadden hun eigen luxe gebeuren als ik de verhalen van de gids mag geloven waren ze niet gelukkig. De ene zoon ging in de politiek omdat zijn moeder, niet gewend aan tegenspraak, dat wilde. Hij was een regionale leider en rapporteerde aan zijn vader hoe het volk leed maar werd niet geloofd of genegeerd. De andere zoon studeerde natuurkunde. Hij leeft nog maaar wilde met de officiële opening van de woning als museum niks van doen hebben. Het zullen je ouders ook maar zijn.
Aan de muur van het zwembad mosaiek dat nu eens niet spuuglelijk is. Apparaten en kastjes langs de muur lijken op martelwerktuigen.
Voor de optionele film volgen we een dame die geen Engels spreekt door de gangen van een deel van het gebouw dat we verder niet toegelicht krijgen maaar dat eiegenlijk nog interessanter is dan de met goud beklede kamers die we eerder zagen. Hier hangen jachttrofeeën, vreemde schilderijen, gebruiksspullen, allemaal in kleine kamertjes langs slechtverlichte gangen. Je mag eeen foto’s maken maar ik piep een gek portret van Ceaucescu.
De film wordt vertoond in een kleine filmzaal met pluche stoelen. De video begint in het midden van iets en lijkt een knipselboek van begewegende beelden. Er is moeilijk een lijn in te ontdekken anders dan dat het over Ceaucescu gaat. De beelden gaan zo ver dat je aan het einde denkt dat de boodschap misschien wel is: die Ceaucescu’s die waren zo beroerd nog niet. Ik hoop het niet. De film sluit af met de laatste bordesscene van Ceaucescu die wordt uitgejouwd door het publiek. Hij schreeuwt stilte! Dan wordt de film net zo ruw afgekapt als hij begon en gaat het licht aan. De dame die geen Engels spreekt gebaart en leidt ons door de corridors terug naar de ingang van het gebouw.
We doen omze blauwe plasticoverschoenen uit – weggooien niet hergebruiken – en lopen de tuin in waar de nazaten van pauwen rondlopen die ooit geschenk waren van een Japanse minister aan Ceaucescu.
De tweede stap op deze Ceaucescu dag is het paleis van het Volk, zoals het na de revolutie in 1989 werd genoemd. Het werd gebouwd op een plek waarvoor eerst de hele wijk Uranus-Izvor werd afgebroken. Dat was een kolfje naar de hand van Ceaucescu die toch al bezig was met het radicaal uitvoeren van het systematiseringsprogramma. Hij liet zich inspireren door Kim Il Sung’s Kumsusan Palace project. Een mooie bron van inspiratie, in dictatoriaal-communistische kringen.
Als je het Paleis wild bezoeken is de rocedure simpel: je belt een telefoonnummer dat je op de website kan vinden. Dat kan maximaal een dag van tevoren. Ik belde gisteren.
“Hello?”
“Hello, this is Niek, can I make an appointment to visit the palace?”
“Sure. How many people?”
“Two?”
“We still have tomorrow at 1300, 1400 and 1500”
“Ok 1400 is ok.”
“What is your name?”
“Nicholas….”
“Ok Nicholas, two persons for 1400 tomorrow. Be there a quarter early and bring your passports.”
“Ok, thank you.”
“Bye.”
De ingang is niet waar google maps denkt dat de ingang van dit gebouw is. Gelukkig zien we dat op tijd. Scheelt zo een minuut of twintig omlopen om het gigantische bouwwerk.
We passeren eerst door een metaaldetector. Dan melden we ons bij een loket, waar een man met een namenlijst opzoekt of je je hebt aangemeld. Deze lijst van namen is met ballpoint op een A4-tje gekrabbeld. Ik zie Nicholaas staan. Onze paspoorten worden gecontroleerd. Er gaat een streep doorheen en ik krijg twee kaartjes. Bij het volgende loket reken ik af. Dat kan gewoon met Apple Pay. De paspoorten worden gecontroleerd. De man niet het betaalbewijs aan de kaartjes. We lopen 10 meter door naar een poortje. Hier leveren we de kaartjes met het bonnetje in. Het betaalbewijs krijgen we terug, de kaartjes worden gestempeld en op een stapel gelegd. We krijgen een pasje aan een metalen kettinkje dat we om onze nek moeten dragen.
Na Het inchecken van de groep van 1400 verschijnt wen gids die ons door de zalwn leidt. Er zijn veel zalen, allemaal in een boertig-klassieke stijl. Het gebouw wordt gebruikt voor politieke bijeenkomsten, conferenties en wat dies meer zij. Nu is er een conferentie van de International Council of Nurses (https://icn125.org/ zoek ik op). De nurses lopen door de enorme hal die toegang geeft tot het conferentiecentrum.
Het gebouw maakt trots door bijzondere kenmerken. Zo is het het zwaarste gebouw ter wereld en een van grootste regeringsgebouwen ter wereld. Alleen Het Pentagon is veel groter, maar dat is van defensie, aldus onze gids. Wel heeft het gebouw de meeste inhoud van alle gebouwen ter wereld. Het kostte 4 miljard euro om het te bouwen. De energierekening is 6 miljoen dollar per jaar. Onder de grond zijn nog eens 8 verdiepingen, waaronder een nucleaire schuilkelder. Aan statistieken geen gebrek om dit gebouw bijzonder te maken.
De ruimtes die we te zien krijgen zijn vooral in gebruik voor vergaderingen. Langs de kant staan vertaalhokjes van kunststof. Waar kijken we eigenlijk naar?, vraag ik me af terwijl we foto’s maken van vergaderzalen. We worden weer honderzoveel trappen naar beneden geleid en leveren onze pasjes in en lopen door het park terug de stad in, het zwaarste gebouw ter wereld achter ons latend.