Het is zo’n extreem warme dag. Voor Nederlandse begrippen. Maar ik zie mijn vriend in Zoom en bij hem in India is het 42 graden. Dat is nog zeker 10 graden warmer.
Ik lees een geweldig verhaal van Tommy Wieringa, een oorlog, over twee broers die met zijn tweeën een restaurant bestieren. De een staat in de keuken, de ander doet de bediening en ze proberen elkaar het leven al jarenlang zuur te maken.
Een kop koffie doet me het zweet uitbreken. Ik zet de deuren tegen elkaar open, vroeg in de ochtend, om een beetje koelte het huis in te brengen, maar het is dweilen met de kraan open. Mijn onderarmen blijven aan het bureaublad kleven. Morgen is het 20 graden en regent het. Dan denk ik al weemoedig terug aan deze warme dag.