Ancient and Modern – William Eggleston

WILLIAM EGGLESTON: ANCIENT AND MODERN By Mark Holborn | eBay

A friend notified me of a reasonable offer of this book at De Slegte. Ancient and Modern is offers an overview of Eggleston’s work up to the late 1980s. The book was produced as part of a retrospective exhibition of Eggleston’s work at the Barbican Art Gallery in London. The book includes photographs from Eggleston’s travels in Kenya and South Africa/Transvaal that were completely unknown to me. I was also largely unfamiliar with Kiss Me Kracow’s work, made in Germany.

So a nice discovery. Good introductory text by Mark Holborn.

Homo Deus – Harari

Aantekeningen en commentaar bij Homo Deus.  

P 58 Voorspellen hoe de wereld er uit ziet in de toekomst is onzin. Moedig er dan vervolgens toch een heel boek aan te wijden.  

P73… Interessante geschiedenis van het gazon – ja het goed onderhouden grasveldje dat onze voor- en achtertuinen domineert. Het gazon is ontstaan als statussysmbool, blijkt. Alleen de rijken konden zich in vroeger tijden een straks bijgewerkt gazon permitteren.   De moderne mens streeft drie doelen na: onsterfelijkheid, geluk, goddelijkheid. Dit laatste vereiste enige verklaring: Harari bedoelt waarschijnlijk dat de mens de hele wereld, alle leven, naar zijn hand kan zetten, en vormen zoals hij dit wil.   Over het verlies van menselijkheid door versmelting van mens en technologie.   De mens heeft zich boven de rest van de wereld gesteld. Belangen van de mens gaan boven de belangen van elk ander wezen. Een niet-mens zou hetzelfde kunnen nastreven. Onstaat er een intelligentie met vergelijkbare intelligentie, dan kan het met de mens afgelopen zijn. De portee van dit boek.   Harari definieert religies breed. Ook communisme en liberalisme en nazisme ziet Harari als religies. Hij legt dit uit. Vele entiteiten bestaan alleen in de gemeenschappelijk verbeelding. Daar geloven we met zijn allen in. Als we er niet meer in zouden geloven zouden deze instituten in elkaar storten.

P147 Harari schrijft “het bestaan van de ziel is dus niet in overeenstemming te brengen met de evolutietheorie.” Wat wel een bijzondere betoogtrant is. Ik zie niet in waarom hetzelfde zo niet zou opgaan voor bewustzijn. 128 Na de verhandeling die concludeert dat de ziel speculatie is verdwijnt ook het bewustzijn inderdaad naar de prullenmand. “Het bewustzijn is het biologisch nutteloze nevenproduct van onze hersenen.” Het heeft morele waarde. En dat maakt ons juist menselijk.

P142 Wat ons mensen uniek maakt is volgens Harari het vermogen om te kunnen samenwerken in grote groepen. Niet ons bewustzijn.

P156 Betekenis ontstaat door een web van verhalen. Betekenis kan langzaam uit elkaar vallen. Ontkerkelijking bijvoorbeeld.

P161 Intersubjectieve entiteiten zijn zaken die alleen bestaan in de gedeelde fantasie (versus objectieve entiteiten zoals een auto en een telefoon, en subjectieve entitieten die alleen in de verbeelding van een enkel persoon bestaan). Voorbeelden van intersubjectieve entiteiten zijn de EU, Wereldbank, religies.

P162 Menselijke verzinsels worden vertaald naar genetische en biologische codes en veranderen zo de objectieve realiteit. P176 Schrift: beschrijft en vervormt de werkelijkheid.

P186 Wat is een werkelijk bestaande entiteit? Definitie: als het kan lijden. Bedrijven, geld, naties bestaan alleen in de verbeelding. Het wordt steeds moeilijker het onderscheid te blijven maken.

P192 Religie is geloof in morele wetten. Dus ook communisme, liberalisme zijn in die zin religies. Geen goden maar wel religies.

P195 Religie wil wereldorde versterken. Een spirituele reis is los komen van de wereldorde. Reizen naar ‘de goede god’ uit het dualisme.

P205 Wetenschap kan de feiten waarop religieuze beweringen zich baseren onderzoeken en relativeren. Zo ethische oordelen tegen feitelijke beweringen afwegen.

P207 Echter niet alle ethische disputen kunnen met wetenschappelijke feiten worden beslecht. Als een doel is van de mens het streven naar meximaliseren van menselijk geluk, hoe kan je feitelijk beoordelen of je dat doel bereikt? Zo is altijd een religie nodig voor sturende ethische principes. P208 Wetenschap geeft macht over oorlog, voedsel, etcetera. Religie wil orde, sociale structuren. Wetenschap en religie aan daarin hand in hand in de maatschappij. In moderne maatschappij vormen humanisme en wetenschap de fundamenten.

P222 Marktkapitalisme: groei is heilig. Kapitalisme is een succes. We hebben meer macht dan ooit. Keerzijde is gebrek aan zingeving. Daarvoor kwam het humanisme op. P242 Wat goed is voor het individu wordt leidend. Zo ontstaat het liberalisme. Nationalisme streeft naar uniciteit van naties. Socialisme houdt rekening met de gevoelens van anderen met als gevolg dat collectivistische instellingen het voor het zeggen hebben. P264 Evolutionair humanisme: ooorlog is essentieel. Het roeit de zwakken uit. Leidt ook naar nazisme.

P271 In de 20e eeuw leek tot en met de jaren 70 het evolutionair humanisme te domineren in de socialistische successen.

P283 Succesvolle religies zijn die religies die de technologische realiteit erkennenen er op anticiperen. In eerste instantie reden voor het succes van het socialisme. Later raakt het socialisme de relatie met de realiteit kwijt en gaat ten onder. Het liberalisme daarentegen heeft technologie omarmd. Maar dit is ook zijn eigen valkuil. Belangrijkste beeld dat Harari wil weergeven in dit boek. P300 Vrije wil gevoel van vrije wil bewustzijn is een stroom van processen. De wil is een uitkomst geen stuurmechanisme. Is daarmee te manipuleren, met transcraniale simulatoren. Harari geeft voorbeelden.

P 308 Onze ik: een ervarende en een verhalende ik. De verhalende ik maakt een verhaal van onze werkelijke ervaringen.

P321 Mensen verliezen hun economische waarde. Veel vormen van intelligentie worden overgenomen door computers. Taken die patroonherkenning vereisen.

P338 Alle vormen van intelligentie worden door computers overgenomen. Wat is het nut nog van de mensheid. P348 De verhalende mens kan losgelaten worden en vergedragen aan de statistische diensten als Google die ons kunnen sturen op basis van gegevens over ons gedrag, DNA, etcetera. Zo kan het liberalisme ondergraven worden. Het verhalende zelf kan worden vervangen door een algoritme dat mijn mening beter kent en beter weet wat goed voor miij is.

P356 Besturing van logistieke en biologische zaken van de mens kan worden overgelaten aan technologie. Ook biologie is gebleken een algoritme te zijn.

P361 Er dreigt een gevaar voor het onstaan van elites: technologie alleen voor de waardevolle elite, incl bijvoorbeeld gezondheidszorg. Hierdoor ontstaat een “geüpgrade” supermens en een massa nutteloze mensen.

P362 Twee nieuwe religies: – datageloof: het stokje moet van de mensheid aan nieuwe entiteiten worden overgedragen. – techno-humanisme: een geupgrade mens blijft relevant, maar moet zich blijven upgraden. Mensen upgraden gebeurt met nanotechnologie, computerinterfaces, genetische modificatie.

P374 Gevaren van upgraden mens: kwijtraken van menselijke eigenschappen als dromen en fantaseren omdat dit afleidt en inefficient is.ook minder intelligentie, omdat te veel intelligentie ook de efficientie in de weg kan zitten. p378 Dilemma van techno-humanisme: hoe mensen upgraden zonder menselijke wil en beleving weg te reduceren?

P384 Kapitalisme is succesvoller dan communisme om het een efficienter informatieverwerkend systeem is dat m.a.w. beter data kan verwerken tot beslissingen. De economie in termen van dataverwerkig : dataisme.

P393 De mensheid als dataverwerkend systeem heeft tot doel een nog efficienter dataverwerkend systeem te maken. Zodra dat klaar is , is de betekenis van de mens ook verdwenen. P394 Hoogste goed van dataisme: vrijheid van informatie.

P399 Wat maakt de mensen waardevol in dataisme: ze kunnen bijdragen aan de datastroom.

P405 Steeds meer algoritmen die door AI en machine learning steeds worden aangescherpt en verbeterd. “Het basisalgoritme zal misschien nog door mensen ontwikkeld worden…”  

Harari gaat er aan voorbij, en veel mensen weten dat niet, dat de huidige AI en machnine learning hype geen fundamenteel nieuwe wetenschap tot basis heeft. Het enige waarop de ontwikkeling nu drijft is rekenkracht. De leermechanismen, gebaseerd zijn op geavanceerde stochastische berekeningen die al in de jaren 90 zijn bedacht, hebben nooit grote toepassingen gekend tot op heden omdat de rekenkracht van computer te laag was. Hardware ontwikkelingen (GPUs oa) zorgen ervoor dat deze algoritmen nu wel bruikbaar zijn geworden.

De basis van deze mechanismen is een stochastisch leerproces. Door proberen van uitkomsten leert een algoritme wat de beste uitkomsten zijn. Dit is krachtig maar men moet zich realiseren dat deze processen dus geen nieuwe algoritmen bedenkken, maar deze dieper weten door te rekenen waardoor bepaalde zaken met meer gegeven beter voorspeld kunnen worden. De uitkomsten zijn waarschijnlijkheden. Door meer data en dieper rekenen kan de waarschijnlijkheid van een antwoord nauwkeuriger worden bepaald. Dat is iets fundamenteel anders dan een algoritme verbeteren, laat staan creeren. Er komen dus door AI en machine learning niet meer slimme algoritmen. Daarvoor is tot op heden nogsteeds de mens nodig. En daar is nog geen begin van een alternatief voor in de computer wetenschap.

Waar de mens, en haar wetenschap goed in is, is het bedenken van regels voor processen, de algoritmen. Het hoogst denkbare is in de natuurkunde een geuniformeerde theorie die geld op grote schaal, en ook op kleine schaal – zowel voor astronomie als voor deeltjestheorie. Een algoritme bepaalt niet een waarschijnlijkheid, een algoritme berekent exact een uitkomst. Een fundamenteel verschil. Overigens, ook algoritmen kunnen zeer onvoorspelbaar gedrag laten zien. De choastheorie heeft dit laten zien. Een prachtig eenvoudig algoritme vertoont een zeer complex gedrag, soms zelf volkomen chaotisch gedrag. Ook Wolfram heeft hier uitgebreid verslag van gedaan in zij “A New Kind of Science”.  

Harari begint met de definitie van drie doelen die de mens nastreeft, en die de drijfveer vormen voor alle technologisch ontwikkelingen die de mens heeft voortgebracht: onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid. Alle datastromen die op gang zijn gebracht zijn middelen om deze doelen te bereiken.  

Het dataisme van Harari stelt dat andere intelligenties deze middelen op een gegeven moment verder zou kunnen ontwikklen zonder dat daar voor de mens nog een rol is weggelegd. Wat in het beeld van Harari echter ontbreekt zijn de doelen die deze intelligenties dan zouden nastreven. Hij definieert vrijheid van informatie als grootste goed, maar waar moet die vrijheid van informatie zich dan naartoe bewegen?  

P408 Al die kennis en informatie. “Tegenwoordig ben je machtig als je weet wat [welke informatie] je kunt negeren”   Tenslotte nog een opmerking: Intelligentie is niet hetzelfde als het algoritme aanscherpen op basis van data en stochastische processen. Harari geeft geen duidelijke definitie van intelligentie, maar spreekt wel van mogelijk intelligente entiteiten anders dan de mens.   Is intelligentie los te koppelen van een bewustzijn? En als een andere niet-menselijke intelligentie een bewustzijn heeft, gaat deze dan niet aan dezelfde uitdagingen ten onder als de mens in het verhaal van Harari?  

De schrijver is een alleenstaande moeder – Hagar Peeters

Ik ben geen heel groot gedichtenlezer. Wel liefhebber, op zijn tijd. Rutger Kopland vind ik mooi, maar ook Bukowski, Gerrit Krol. Misschien heb ik wel een beetje een rauwe smaak. Tijdens onze vakanties struinen mijn vrouw en ik vaak boekwinkels af in de plaatsen die we bezoeken.

Zo kwam het dat ik een bundel van Hagar Peeters uit de kast pakte in Zutphen, en begon te lezen in “De schrijver is een alleenstaande moeder“. Ik schoot ogenblikkelijk in de rails van het gedicht “Over M.G.”

Over M.G.


De man met de snor

is bekoorlijk en snel

is een terror en fel

is het vuur van de hel

is van hitte de stoom

is van slapen de droom

is van woorden de klank

is van afscheid de dank

En zo dendert het gedicht door.

Aangeschaft. Geweldig werk.

Australië, hoe er een beetje bij te horen – Cees Nooteboom

In de bundel Australïe zijn de reizen van Cees Nooteboom naar Australie, Samoa en Tonga samengebracht.

Het maakt voor de lezer van de verhalen van Nooteboom eigenlijk niet uit waar de reis naartoe gaat. Zijn proza leest als poezie. Je vergeet waar je bent, je zit in het hoofd van Nooteboom en hij danst met je door zijn wereld.

De aboriginals zijn de aarde geworden, zegt Nooteboom. Zonder dat hij het expliciet maakt, trekt hij een parallel met de moderne mens die duizenden jaren lang heeft geprobeerd de aarde te veranderen, maar na al die tijd moet concluderen dat het beter is zelf te veranderen.

“Bussen en treinen zijn mijn televisie.”

Als Nooteboom bij het Australian War Memorial op bezoek gaat leren we dat het met name de Australiers waren die de door de jonge Winston Churchill geleide slag bij Gallipoli in de eerste wereldoorlog het leven lieten.

Nooteboom analyseert zijn eigen reiservaring.

“Wat moet je weten om iets goed te kunnen zien.”

En daarbij de behoefte van Nooteboom zich los te maken van zijn reiziger-zijn, en bij de lokale bevolking te willen horen.

“Pas als je je zo gedraagd dat je niet waargenomen wordt hoor je er een beetje bij.”

Hij bezoekt het Samoa waar Robert Louis Stevenson leefde en overleed.

In het Australisch Broome werden Nederlandse vluchtelingen, ontkomen aan de Japanse bezetting van Indonesië, op een vliegveld gebombardeerd.Bij een vliegtuigcrash van een Nederlandse DC3 door de Japanners overlijden vier Nederlanders, en verdwijnt een pakketje diamanten op mysterieuze wijze..

Denk als een kunstenaar – een kijkje in de creatieve geest

Denk als een kunstenaar beschrijft zonder kunst bla bla wat een kunstenaar drijft en hoe zij denkt.

Denk als een kunstenaar

Het meest in het oog springend is waar Gompertz mee begint: een kunstenaar is een ondernemer. Alle grote kunstenaars wisten op een of andere manier goed hun werk aan de man te brengen. Sommigen zijn zelfs topondernemers… Gompertz neemt Rubens, Warhol, Van Gogh (Vincent en zijn broer Theo), als voorbeelden. Kunstenaars die bewust met een markt bezig waren. En Theaster Gates, een Amerikaanse kunstenaar die kunstprojecten maakt en zich daarbij inzet voor de minder bedeelden. Maar “schaamteloos” commercieel.

En Ogilvy: Als het niet verkoopt is het niet creatief.

Een kunstenaar kent geen mislukkingen. Maar bouwt voor. Ontwikkelt zo een eigen stem, stijl.
Vele kunstenaar deden er jaren over om hun eigen stijl te vinden. Mondriaan, Roy Lichtenstein, David Ogilvy, The Rolling Stones.
Allemaal begonnen met prutsen en nadoen en langzamerhand een eigen “merk” ontwikkeld.

Een kunstenaar is altijd nieuwsgierig en aan het pielen. Experimenteren.
Gompertz noemt een aantal fasen waar een kunstenaar typisch doorheen gaat
Interesse, nieuwsgierigheid, inspiratie, experimenteren, innovatie, gerealiseerd idee.

Een kunstenaar jat schaamteloos ideeën en beelden van anderen. Maar bouwt er op voort en maakt er iets eigens van.
Gompertz laat zien hoe de bekende stier van Picasso zich ontwikkelde van een realistisch beeld, gejat van Goya en Dürer, naar een geabstraheerd beeld, bestaand uit slecht een paar lijnen: een Picasso, iets nieuws.

Als Socrates vragen blijven stellen. Vragen die niet steeds stof doen opwerpen maar vragen die juist zaken helder maken. Zo komt een kunstenaar tot de kern en ontdekt een niewue waarheid. Nieuwe vragen, die de kunstenaar zelf beantwoord met nieuwe antwoorden.

Het meisje van Vermeer heeft een heel klein likje rozeverf op haar mondhoek. De ingang naar een schilderij, zegt Luc Tuymans, Belgisch kunstenaar. De kunstenaar overziet het geheel maar heeft ook groot ook voor detail.

Hij plant de layout van de komende tentoonstelling nog voor het werk gemaakt is, maar maar zich ook druk over een klein vlekje iets donkerder verf boven het oog van een geportreteerde.

“… alleen met onze opvattingen kunnen we iets maken dat uitzonderlijk en anders dan dat van anderen is.”

Een kunstenaar heeft een eigen gezichtspunt. Heeft iets te zeggen. Dat is essentieel.

Moed. Opstaan, je gevoelens en ideeën uiten voor een vijandig publiek. Dat is waarom kunstenaars een angst moeten overwinnen. Art and Fear.

“De samenleving probeert iedereen tot een bepaald gedrag te dwingen. … Alleen een heel moedige kunstenaar durft dat gevecht aan…”

Duchamp was hét voorbeeld van een kunstenaar die de tijd nam om na te denken. Een kunstenaar denk na. Over grote en kleine details. Hij laat niets aan het toeval over.

Over de kunstacademie, die dit allemaal bij zou moeten brengen. Belangrijkste doel van een kunstacademie: leren denken buiten de lijntjes. Creativiteit draait om het overteden van de regels, de ontdekking van nieuwe dingen. De kunstacademie leert onafhankelijk denken en met zelfvertrouwen eigen ideeën formuleren. Kijken, begrijpen, oordelen en daarna een fysiek voorwerp maken als oplossing voor een kwestie.

Gompertz pleit ervoor dat dit op alle scholen wordt nagestreefd.

Gompertz sluit af met een pleidooi voor de creatieve geest. En een verandering van maatschappij van massa producten naar individuele meer creatieve producten. Een downscaling gedreven door creatieve geesten die een interessantere samenleving als gevolg zal hebben.

Geen index. Grrr.

Cees Nooteboom – 533 – een dagenboek

Een dagenboek. Nooteboom verteld over zijn dagen in zijn Menorcaanse woning. Microscopische beschouwingen over zijn cactussen, de insecten rond zijn woning, de yucca, de ruines op Menorca.

Zorgvuldig beschreven in een nauwkeurige stijl die doet denken aan de veel minder bekende Tim Robinson die de Aran eilanden beschreef en ik leerde kennen via Boudewijn Buch.

Nooteboom schrijft over Brecht en Frisch. Over de muziek waar hij naar luistert.
En dan ook macroscopische beschouwingen over de reis van de Voyagers.
Over de kleine en grote dingen van het leven.

Een prachtige kruimel op de rok van Nooteboom’s universum. (naar Lucebert)

Jenny Odell – How To Do Nothing

How To Do Nothing

Jenny Odell wrote a book about how to do nothing, but it is actually about how to do meaningful things.

Odell wants to help us move away from the attention economy to a physical, public reality, by “doing nothing”. She shows us that doing nothing does not mean turning away from the world and live like a hermit, discarding all contact with the world. Alternatively, through turning away from the breaking-news attention seeking media, and instead focusing our attention to details in the real, physical world, we can discover a more satisfying and meaningful way of living.

What we should aim our attention at to be meaningful to the world, is our local environment. I do not know if Odell has invented the term, but she is a great proponent of Bio-regionalism: an attention, interest and familiarity with our local ecology. Which gives us valuable insights into the complex relations with other things.She herself found bird-watching an interest that lifted her attention for her local environment. It makes her drop out of the linear time, and when coming back to everyday life, see things differently.

Odell links in John Cleese – and I love that reference – in a Youtube performance on Creativity. But What I like most about the John Cleese video is this:”Pondering leads to creativity and insurrection.”

She describes uselessness as a strategy. I love this idea. The example Jenny Odell given is an extremely old ugly tree with lots of knots and bolts. How did it get this old? By being so ugly and gnarly. The tree is too difficult for lumberjacks to cut down. All trees around her have been cut down over the past centuries, but she has survived because she is useless. Another similar strategy is being too weird to be of any use. Remain weird, hard to categorize. Exercize “resistance in place” – be hard to appropriate by any capitalist value.

In social media, everything needs to be monetized. Time becomes an economic resource we can not spend on doing “nothing”. However, a sensible way to do nothing has benefits to offer: move away from your FOMO to NOMO – Necessity Of Missing Out, and a sharper ability to listen – ” Deep Listening”.

We should protect out spaces and time for non-instrumental, useless – in the sense of non-commercial – activity and thought, maintenance and care.

Odell tells us to value maintenance over productivity. Instead of productivity, value:

  • maintenance
  • non-verbal communication
  • experience

Of course this reminds of Cal Newport’s Digital Minimalism, but interestingly enough she does not reference him anywhere. Which reminds me of the highly related article Newport recently wrote for the New Yorker on why people are quitting their jobs after the pandemic.

She quotes Epicurus: source of a troubled mind: unnecessary mental bagage due to runaway Desires, Ambitions, Fear and Ego.
An answer to the attention economy could be totally turn away from society, but Odell proposes another approach: “standing apart”, in which we contemplate, and participate, look at the world with a futurist view, instead of a view dominated by perceived urgency. We should not retreat, but practice refusal, boycott and sabotage.

If we apply Cicero‘s Will, Perseverance Drive and Discipline, we can deny provocations outside the sphere of the desire attention. And improve acuity of our attention for other things.

Jenny Odell quotes David Hockney’s critique on photography as being the “cyclops view of the world, but for a split second” (paraphrasing). Instead, reality is a collage, a personal construction of images.

Reality or perception changes when you look at it rather than through it. Like Jeff Wall’s approach to photography. He reconstructs reality instead of taking a picture of it when it appear to him. In such a way he avoids his viewers to look through the picture at the subject rather than at it.

Looking attentively is like jumping into Alice’s rabbit hole. It is fun to do and revives our curiosity. Also it allows us to transcend the self and gain new understanding of things. It helps you not to marinate in conventional wisdom but to be open to change and deviating ideas.

Where (social) media throw context-poor factoids at you, researching a topic more deeply gives you a full understanding of the context of things. That is such a danger of the urgency-driven media: the lack of context they give.

It is not about doing nothing. It’s about doing the right thing, with attention, focus, discipline.

Het Nu van Murakami – De Moord op de Commendatore (1)

Een man, schilder, die het leven overkomt. De Moord op de Commendatore deel 1.

Ondergaat dagenlang het leven schijnbaar emotieloos. Kijkt naar buiten. Gaat een oppervlakkige sexuele relatie aan met getrouwde vrouwen. Zorgt op een sobere manier voor zichzelf (eten wordt altijd op een smaakvolle manier door Murakami beschreven). Zijn huwelijk is een excuus om te stoppen met het maken van schilderijen voor zichzelf en hij legt zich toe op portretten.

Maar dan komt de dag waarin de eerste stap wordt gezet in een reeks van stapjes die het leven van de man op zijn kop zet. Voortgeduwd door het onvermogen nee te zeggen, laat hij zich meeslepen in initiatieven van anderen, onbekenden.

Eerlijk gezegd wil ik wel eens zien wat er gaat gebeuren.

Als hij een onbekende vrouw in een cafeetje tegenkomt die sex met hem wil, kan hij geen nee zeggen.

Als Menshiki hem vreemde voorstellen doet kan hij geen nee zeggen.

Met alle gevolgen van dien.

Langzaam analyseert de man zijn leven en emotieloos lijkt hij zich bewust te worden dat zijn leven wordt bepaald door het trauma van het verlies van zijn op jonge leeftijd overleden zusje.

Hij is zich heel bewust van alle dingen die hem overkomen. Denkt er over na, maar steeds retrospectief. Hij onderneemt geen bewuste actie.

Als hij een schilderij gaat beginnen, overkomt hem dan. En als het af is, is hem dat ook opeens overkomen.

We werden niet zozeer gedreven door wat we hadden maar door wat we kwijt waren geraakt en nu niet bezaten.

Het nu, niet het verleden en niet de toekomst.

Dat kenmerkt Marakami misschien wel in al zijn boeken.

Eindigt met een mooie cliffhanger voor deel 2.

Do Nothing, or indeed a lot

I am reading How To Do Nothing by Jenny Odell. But the book is not about doing nothing. It’s about what to do – about paying attention. Where social media captures our attention with screaming headlines, Odell advocates a deeper form of attention. In her own life, her interest in the birds around her is an example of deep attention. Previously, she saw birds flying; since she has immersed herself in them, she sees species and hears their specific sounds.

Raaf / Raven
Raven

I recognize that. Since we were on the Marker Wadden and learned to tell a dozen duck and goose species apart there (Icy Duck and Casarca brought the bird watchers to orgasmic ecstasy), I’ve seen more and more specifics in my daily life as well.

I saw an Egyptian goose with youngsters yesterday. I thought Egyptian geese didn’t nest in the Netherlands, but according to Natuurmonumenten, I was utterly wrong.

Halsbandparkiet / Collared Parakeet
Collared Parakeet

On our roof was a large crow-like bird. A raven, maybe, I thought. My son says it’s probably just a crow. But this one has such a big beak. That’s right, he says, but most of the birds we see that we think are crows are actually jackdaws (kauwen). I looked it up, and he was right; my image of crows is jackdaws, and the bird we saw could be a crow. But it was big and had a crooked beak. I stick with a raven anyway.

We have been hearing a strange sound in the trees lately. A guest of ours recognizes it as the Collared Parakeet (Halsbandparkiet). I looked it up, and it is correct. In the trees beyond, I suddenly heard many more Collared Parakeets. One day, one pops into our window in a full diving flight. We solemnly place the exotic green-yellow “parrot” in the green bin.

Hockney’s Insights on Painting and Photography

I read this book about David Hockney, A Chronology, a thickly illustrated book by Taschen. It is currently on sale in many bookstores.

David Hockney, A Chronology

Hockney could paint wonderfully at a young age. I sometimes mess around myself, but when I see his early paintings, I quickly throw my crap in a corner.

What I think is so great about Hockney is that he kept experimenting. He played with a photocopier and with photography, taught himself to paint with watercolors later in life, and got to work early on with a computer, iPhone, and later iPad. He made films and great set pieces and drew with pencil and charcoal.

Despite pioneering work with his photo collages, photography ultimately did not bring him the satisfaction he sought.

“The trouble with photography: it’s not real enough, not true to lived experience.”

In his experiments with photography, he bends the reality of the photograph into the reality of what has been observed.

david hockney stagedesign

Painting is his thing. According to Hockney, three things are essential to this: the eye, the heart, and the hand. He is a master in all three.