Vroeg wakker. De wind is gaan liggen. De krekels hebben de overhand gekregen. De muggen zien hun kans schoon, en hebben het voorzien op A. Ik sla er een plat. Een grote rode plek op het laken. Hij is traag geworden van al dat bloed.
Gisteren de oude Fiesta ingeruild na een lekke band. We waren die auto helemaal zat. Onveilig, vies, onbetrouwbaar. Het verhuurbedrijf is om de hoek hier. Ik denk dat ze bijna failliet zijn. Oude autos, geklooi met overpompen van benzine.
‘
De behaarde Griek zit in een hemd achter een buro dat is volgestapeld met papieren. Hij zeurt over benzine. Ik over dat ze ons een lege tank, vlakke banden en een brakke rem op pad hebben gestuurd.
Maria staat hier al voor zevenen beneden bij het hotel, klaar voor een dag werk.
De wind is nu gaan liggen -10 uur ‘s avonds. De insecten komen uit hun holen.
Knossos viel wat tegen. Pesteind rijden vanuit Plakias, maar wel een mooie route, tussen Plakias en Rhetymnon. Van Rhethymnon en Iraklion volgen we een saiere outeweg langs de kust.
Knossos vereist veel energie. Energie om je voor te stellen hoe indrukwekkend groot dit paleis moet zijn geweest. Energie om je voort te bewegen op het snikhete terrein.
Er staat eens suppoost met een parasol en een fluitje. Als er iemand buiten de hekjes stapt, blaast ze op haar fluitje en gilt ” Get Out!”.
We eten in een dorpje voorbij Bali. Een Russische familie zit aan de tafel naast ons. Een klein varken hangt in de winkel aan de overkant te besterven.
Het is nu echt warm. We zouden bidden om wind, als we gelovig waren als de Grieken.