Aangekomen met simpele boottocht. Naar het huisje gereden onderaan paal 8. A. en W. komen met de fiets achter me aan. Het regent.
Ik loop even later door zonnig weer terug naar West om mijn fiets op te halen. Ik rij terug langs Het Groene stand. Ik fiets niet veel meer en het valt me niets mee. Gelukkig komt de wind uit het westen en heb ik het laatste stuk de wind in de rug.
De oven doet het niet en ik bel met verhuurder van het huisje en daarna met de eigenaar. De beheerder, de derde partij en degene die ervoor opgesteld staat om dit te weten, is niet te bereiken.
Uiteindelijk zet ik de groep van de oven in de meterkast uit zodat de oven wordt gereset en dan doet hij het weer.
We halen de rest van de boot. Het regent hard. Ik laad de bagage in de auto en zij rijden met de elektrische fiets achter me aan. Volledig doorweekt komen ze bij het huisje aan.
Katterig wakker geworden na al die wijn gisteravond. Slappe koffie omdat ik de schepjes voor het apparaat nog niet ken.
Via West langs de waddendijk naar Oosterend gefietst. Ik ben eigenwijs en heb geen elektrische fiets genomen. Ik hang hijgend achter mijn voorgangers. Dit keer geen huiler op de waddendijk. De wolkenlucht is weer eens adembenemend.
Bier en bitterballen bij Heartbreak Hotel.
Op de terugrit moet ik de geëlektrificeerden weer laten gaan.
‘s Avonds komt De Heksenketel eten brengen. De vrouw die achter het stuur vandaan komt ziet er moe uit. Personeelstekort zegt ze, onze huidige nationale ziekte.
Later die avond spelen we een gekmakend spel met onuitgepakte cadeautjes die onder regie van een dobbelsteen de tafel rondgaan.