Eerste bericht
De komende weken zullen we (waarschijnlijk) aandoen:
De komende weken zullen we (waarschijnlijk) aandoen:
De taxi van Fiumicino naar het hotel in Rome kost 50 euro. Dat lijkt een beetje overdreven. Als straf geef ik geen fooi aan de taxichauffeur. Toch geeft hij me zijn visitekaartje en biedt me een korting aan voor de terugreis naar het vliegveld – 35 euro.
Ik ben dus weer een paar uur in het centrum van Rome (na een week vakantie met mijn vrouw in januari).
De metro doorkruist de rommelige buitenwijken van Rome.
Ik stap uit bij Cavour (het metrostation) en dwaal rond.
(Ik ga de Dan Brown thriller niet volgen.)
I krijg honger. Ontbijt in het vliegtuig was licht. Ik koop een sandwich, die ik opeet op weg naar San Pietro in Vincoli.
De kerk gaat om drie uur weer open. Ik ben deze lange lunchpauzes vergeten.
Ik heb geen zin om te wachten en verder te gaan via Via dei Fori Imperiali naar Piazza Novano. Op de Via dei Fori Imperiali vinden massale restauraties plaats om de afbraak 80 jaar geleden ongedaan te maken.
Het is enorm druk in het Pantheon, uiteraard. Snel naar binnen en dan naar San Luigi dei Francesi om de Caravaggios te bekijken. Indrukwekkende schilderijen met dat typische Caravaggio licht, alle drie gewijd aan de profeet Matthew.
Het is vreemd hoe de schilderijen in het donker zijn geplaatst. Wat ik niet wil benadrukken is Caravaggio’s clair-obscur stijl. Nee, het is het geld. Pas nadat een Japanse toerist wat munten in de machine heeft gegooid die de verlichting regelt, kun je de schilderijen een paar minuten bekijken.
(Onder dit verhaal, stel je voor het continue commentaar bij de American Football wedstrijd die op de tv’s aan de muur wordt weergegeven).
Links van me zitten twee mannen van een stuk in de veertig, collega’s waarschijnlijk, cola te drinken achter hun laptop; de ene een dikke Sony, de ander een slanke MacBook Air. Van die jongens met koltruien. Eén zit de hele tijd met zijn been te trillen terwijl ze een tekst editen.
Achter ze zit een een ouder stel dat hele foute blousejes draagt. Zij heeft er een met fijne roze bloemetjes, hij draagt een shirt met een soort golfpatroon in fletse kleuren blauw, paars en grijs. Beide hebben ze witte sportschoenen aan hun voeten. Ze drinken witte wijn, wat ik voor dit tentje nogal afwijkend vind. Ik kan me slechts een oude goedkope sauvignon blanc bij voorstellen. De man heeft flaporen en een bijbehorend schlemielig kapsel, de vrouw is waarschijnlijk bij dezelfde kapper geweest.
Het meisje dat me bediend heeft een knap gezichten kort geknipt, zwart geverfd haar. Ze is maar een beetje dik. Ze heeft zwarte ogen en ik blijf nog even langer zitten om daar nog een paar keer in te kunnen kijken. Aan de overkant onder de televisies (American Football en een soort bingo) zitten zich te vervelen: een jong paartje (beide staren naar hun smartphone), een gezinnetje (hoewel die het kennelijk wel gezellig hebben met zijn drieën, een echtpaar van midden veertig (die elkaar commentaar delen over de afgrijselijke televisieprogramma’s die boven mijn hoofd worden vertoond). Iedereen zit langs de wand, valt me nu op; geen mens bezet de tafeltje in het midden van deze ruimte.
Onduidelijk wat de foto’s van oude auto’s aan de muur moeten vertellen. Ik kan alleen maar vermoeden dat bedoeling is een jaren zestig gevoel op te roepen, aangezien de mica tafeltjes en de bankjes langs de muur hetzelfde lijken te beogen.
De collega’s hoor ik net, zijn Engels. Dat verklaart de kleding. My goodness, de oudere vrouw van dat echtpaar, met haar beige broek met grijze sokken, zet haar rugzak op haar schoot er gaat er liefhebbend met haar armen omheen geslagen zitten wiegen.
Er is een Chinees stel 2 plaatsjes verder voor me gaan zitten. De man is erg nerveus. Staat op, gaat weer zitten, praat te hard, trekt zijn bruine leren jas aan, gaat staan, neemt een hap, gaat weer zitten, gaat weer staan, neemt een hap van het bord van zijn partner, stelt een vraag, gaat nog een paar keer zitten en weer staan, terwijl hij happen blijft nemen van de borden op tafel. Ondertussen zit zijn collega rustig op zijn netbook door te werken.
Tot zover Detroit Online. Ik drink mijn Sam Adams op en ga een plasje doen.
De televisie is overal.
Terwijl ik wacht tot we aan boord gaan, kijk ik naar Ahmadinedjad op het nieuwsbulletin. Hij krijgt enorm veel tijd om zijn standpunten uit te leggen. Dit is Amerikaanse televisie.
Iedereen zit in een luchtbel vandaag. Of ik.
Some time ago now, I visited the Prado in Madrid.
There was a special exhibition on Van Dijck, called El Joven Van Dijck – The Young Van Dijck.
An incredible assembly of masterpieces. The 2 hours I had in between other activities was massively insufficient.
My winner is The Lamentation over the Dead Christ is my winner. Blood drips from the canvas. The reflection of the light on the skin.
It is full of Habsburg Jaws. In the paintings, in the sculptures. After a while this becomes corny and funny. All of these great emporers with these massive chins express an sickly absence of joy and compassion. If there is an emotion they express, it is one of detachment and ruthlessness.
El Greco shows he is an expressionist avant la lettre.
Velazquez is also greatly present. His monstrously large horses and people with far too small heads seems to be taken from the perspective of a child or a dwarf.
Enige tijd geleden bezocht ik het Prado in Madrid.
Er was een speciale tentoonstelling over Van Dijck, genaamd El Joven Van Dijck – de jonge Van Dijck.
Een ongelooflijke verzameling meesterwerken. De 2 uur die ik tussen andere activiteiten door had, waren veel te kort.
Mijn winnaar is De Bewening van Christus is mijn winnaar. Bloed druipt van het doek. De weerkaatsing van het licht op de huid.
De Habsburge onderkaak is alom aanwezig.In de schilderijen, in de beeldhouwwerken. Na een tijdje wordt het afgezaagd en grappig. Al die grote keizers met die enorme kinnen drukken een ziekelijke afwezigheid van vreugde en medelijden uit. Als er een emotie is die ze uitdrukken, is het er een van afstandelijkheid en meedogenloosheid.
El Greco laat zien dat hij een expressionist avant la lettre is.
Velazquez is ook sterk aanwezig. Zijn monsterlijk grote paarden en mensen met veel te kleine hoofden lijken uit het perspectief van een kind of een dwerg te zijn genomen.
The taxi driver took off like crazy, sliding through the snow. The same recipe is used at every traffic light: full throttle, tires spinning through the snow. On the highway took over a lorry on the right-hand side while typing an SMS. Then he slid a CD in the stereo, and Aerosmith blasted through the car: Love In An Elevator, Smoking in the Back of the Yard (not sure if that is the song title), and other heavy rock music with explicit lyrics.
Yet Finnish people are incredibly nice and helpful. Returning to our little overcrowded country with its less well-mannered people is terrible.
And, of course, it is raining. I just got so used to the freshness of dry frost and snow.