Denk als een kunstenaar beschrijft zonder kunst bla bla wat een kunstenaar drijft en hoe zij denkt.
Het meest in het oog springend is waar Gompertz mee begint: een kunstenaar is een ondernemer. Alle grote kunstenaars wisten op een of andere manier goed hun werk aan de man te brengen. Sommigen zijn zelfs topondernemers… Gompertz neemt Rubens, Warhol, Van Gogh (Vincent en zijn broer Theo), als voorbeelden. Kunstenaars die bewust met een markt bezig waren. En Theaster Gates, een Amerikaanse kunstenaar die kunstprojecten maakt en zich daarbij inzet voor de minder bedeelden. Maar “schaamteloos” commercieel.
En Ogilvy: Als het niet verkoopt is het niet creatief.
Een kunstenaar kent geen mislukkingen. Maar bouwt voor. Ontwikkelt zo een eigen stem, stijl.
Vele kunstenaar deden er jaren over om hun eigen stijl te vinden. Mondriaan, Roy Lichtenstein, David Ogilvy, The Rolling Stones.
Allemaal begonnen met prutsen en nadoen en langzamerhand een eigen “merk” ontwikkeld.
Een kunstenaar is altijd nieuwsgierig en aan het pielen. Experimenteren.
Gompertz noemt een aantal fasen waar een kunstenaar typisch doorheen gaat
Interesse, nieuwsgierigheid, inspiratie, experimenteren, innovatie, gerealiseerd idee.
Een kunstenaar jat schaamteloos ideeën en beelden van anderen. Maar bouwt er op voort en maakt er iets eigens van.
Gompertz laat zien hoe de bekende stier van Picasso zich ontwikkelde van een realistisch beeld, gejat van Goya en Dürer, naar een geabstraheerd beeld, bestaand uit slecht een paar lijnen: een Picasso, iets nieuws.
Als Socrates vragen blijven stellen. Vragen die niet steeds stof doen opwerpen maar vragen die juist zaken helder maken. Zo komt een kunstenaar tot de kern en ontdekt een niewue waarheid. Nieuwe vragen, die de kunstenaar zelf beantwoord met nieuwe antwoorden.
Het meisje van Vermeer heeft een heel klein likje rozeverf op haar mondhoek. De ingang naar een schilderij, zegt Luc Tuymans, Belgisch kunstenaar. De kunstenaar overziet het geheel maar heeft ook groot ook voor detail.
Hij plant de layout van de komende tentoonstelling nog voor het werk gemaakt is, maar maar zich ook druk over een klein vlekje iets donkerder verf boven het oog van een geportreteerde.
“… alleen met onze opvattingen kunnen we iets maken dat uitzonderlijk en anders dan dat van anderen is.”
Een kunstenaar heeft een eigen gezichtspunt. Heeft iets te zeggen. Dat is essentieel.
Moed. Opstaan, je gevoelens en ideeën uiten voor een vijandig publiek. Dat is waarom kunstenaars een angst moeten overwinnen. Art and Fear.
“De samenleving probeert iedereen tot een bepaald gedrag te dwingen. … Alleen een heel moedige kunstenaar durft dat gevecht aan…”
Duchamp was hét voorbeeld van een kunstenaar die de tijd nam om na te denken. Een kunstenaar denk na. Over grote en kleine details. Hij laat niets aan het toeval over.
Over de kunstacademie, die dit allemaal bij zou moeten brengen. Belangrijkste doel van een kunstacademie: leren denken buiten de lijntjes. Creativiteit draait om het overteden van de regels, de ontdekking van nieuwe dingen. De kunstacademie leert onafhankelijk denken en met zelfvertrouwen eigen ideeën formuleren. Kijken, begrijpen, oordelen en daarna een fysiek voorwerp maken als oplossing voor een kwestie.
Gompertz pleit ervoor dat dit op alle scholen wordt nagestreefd.
Gompertz sluit af met een pleidooi voor de creatieve geest. En een verandering van maatschappij van massa producten naar individuele meer creatieve producten. Een downscaling gedreven door creatieve geesten die een interessantere samenleving als gevolg zal hebben.
Geen index. Grrr.