(Onder dit verhaal, stel je voor het continue commentaar bij de American Football wedstrijd die op de tv’s aan de muur wordt weergegeven).
Links van me zitten twee mannen van een stuk in de veertig, collega’s waarschijnlijk, cola te drinken achter hun laptop; de ene een dikke Sony, de ander een slanke MacBook Air. Van die jongens met koltruien. Eén zit de hele tijd met zijn been te trillen terwijl ze een tekst editen.
Achter ze zit een een ouder stel dat hele foute blousejes draagt. Zij heeft er een met fijne roze bloemetjes, hij draagt een shirt met een soort golfpatroon in fletse kleuren blauw, paars en grijs. Beide hebben ze witte sportschoenen aan hun voeten. Ze drinken witte wijn, wat ik voor dit tentje nogal afwijkend vind. Ik kan me slechts een oude goedkope sauvignon blanc bij voorstellen. De man heeft flaporen en een bijbehorend schlemielig kapsel, de vrouw is waarschijnlijk bij dezelfde kapper geweest.
Het meisje dat me bediend heeft een knap gezichten kort geknipt, zwart geverfd haar. Ze is maar een beetje dik. Ze heeft zwarte ogen en ik blijf nog even langer zitten om daar nog een paar keer in te kunnen kijken. Aan de overkant onder de televisies (American Football en een soort bingo) zitten zich te vervelen: een jong paartje (beide staren naar hun smartphone), een gezinnetje (hoewel die het kennelijk wel gezellig hebben met zijn drieën, een echtpaar van midden veertig (die elkaar commentaar delen over de afgrijselijke televisieprogramma’s die boven mijn hoofd worden vertoond). Iedereen zit langs de wand, valt me nu op; geen mens bezet de tafeltje in het midden van deze ruimte.
Onduidelijk wat de foto’s van oude auto’s aan de muur moeten vertellen. Ik kan alleen maar vermoeden dat bedoeling is een jaren zestig gevoel op te roepen, aangezien de mica tafeltjes en de bankjes langs de muur hetzelfde lijken te beogen.
De collega’s hoor ik net, zijn Engels. Dat verklaart de kleding. My goodness, de oudere vrouw van dat echtpaar, met haar beige broek met grijze sokken, zet haar rugzak op haar schoot er gaat er liefhebbend met haar armen omheen geslagen zitten wiegen.
Er is een Chinees stel 2 plaatsjes verder voor me gaan zitten. De man is erg nerveus. Staat op, gaat weer zitten, praat te hard, trekt zijn bruine leren jas aan, gaat staan, neemt een hap, gaat weer zitten, gaat weer staan, neemt een hap van het bord van zijn partner, stelt een vraag, gaat nog een paar keer zitten en weer staan, terwijl hij happen blijft nemen van de borden op tafel. Ondertussen zit zijn collega rustig op zijn netbook door te werken.
Tot zover Detroit Online. Ik drink mijn Sam Adams op en ga een plasje doen.
De televisie is overal.
Terwijl ik wacht tot we aan boord gaan, kijk ik naar Ahmadinedjad op het nieuwsbulletin. Hij krijgt enorm veel tijd om zijn standpunten uit te leggen. Dit is Amerikaanse televisie.
Iedereen zit in een luchtbel vandaag. Of ik.