Porseleinen Brieven aan Camondo van Edmund de Waal

Ik kreeg het boekje Brieven aan Camondo, geschreven door Edmund de Waal. Het heeft tot onderwerp het leven van een zeer welgestelde Joodse man en zijn familie in Parijs, en ook het antisemitisme in het Frankrijk van de eerste helft van de vorige eeuw.

De Waal beschrijft de ziekelijke verzamelwoede van Camondo en de even pathologische inrichting van de Parijse woning van Camondo met zijn strak geordende verzameling objecten in stofvrije kamers. De stijl van De Waal is bijpassend: stijf, afstandelijk en stofvrij. Ik krijg het er benauwd van.

Het doet een beetje denken aan de manier waarop Nooteboom ruimtes en kunst kan beschrijven. Maar waar Nooteboom een museum of een schilderij te leven weet te wekken op papier, blijft het bij De Waal overkomen als een protserig nauwkeurige opsomming van spullen.

“U wilde dingen compleet maken, had de behoefte dingen weer bij elkaar te brengen, u moet geweten hebben hoe scheiding voelt. Verspreiding voelt.”

Dat wil zeggen: diaspora.

Ik krijg steeds meer de neiging om het keurige porselein van De Waal op de stenen stuk te gooien. De stijl helt over naar pedanterie en elitarisme.

Camondo creëert met een megalomane egoïsme een museum van verzamelde spullen, en verordonneert dat daaraan nooit meer iets veranderd mag worden. Zelfs mogen zijn spullen niet uitgeleend worden.

De koude opsomming van de geschiedenis van de vernietiging van het grootste deel van de familie door de Nazi’s is ijselijk en hartverscheurend.

Aan het eind van het boek neemt De Waal in bedekte termen een standpunt in over de verzamelwoede van Camondo: hij hoeft de erfenissen en zijn archief niet door te geven (in tegenstelling to Camondo), en schenkt zijn archief weg.

Fahrenheit 451 and The Hours

Two books I read recently: The Hours, read this week, and Fahrenheit 451 today. (That makes Fahrenheit 451 the first book of 2022 – not a bad start.)

The impossible: comparing these two totally different books. I’m going to try, very briefly. I will tell you in advance that I found Fahrenheit 451 to be a lot more my thing.

The story in The Hours is told from a three-person perspective. The story contains a lot of monologue interior and relatively little action. I would call Cunningham’s style baroque. The main characters in The Hours suffer under the great lives of others, which makes them feel limited. They want to break free from that, which is this book’s theme. It reminds me of Hanya Yanagihara’s overrated A Little Life, but in The Hours, unlike the pathetic protagonists in A Little Life, the protagonists do manage to move themselves to positive action.

The story in Fahrenheit 451 is told from the perspective of one person. The story is built primarily around action, and the background is mainly told in dialogues between the protagonist and extras. Bradbury’s style is tight and firm. The main character lives in a dystopian country in the future, where people’s abilities are suppressed, and all books must be burned. The protagonist “awakens” from his role in this dictatorship and takes action against it, which reminds me of 1984.

Slaughterhouse-Five en Fahrenheit 451 kado

Ik schreef gisteren nog over mijn voornemen om meer science-fiction te gaan lezen. Alsof de duvel er mee speelt kreeg ik twee boeken voor Sinterkerst kado: Kurt Vonnegut’s Slaughthouse-Five en Ray Bradbury’s Fahrenheit 451.

Een stukje gelezen in Fahrenheit 451, en het begin van het boek zet het verhaal al direct in brand, wat niet bedoeld was als een al te flauwe woordgrap (het boek gaat over een brandweerman).

Het boek is al twee keer verfilmd: in 1966, door Francois Truffaut, en recentelijk in 2018, door Ramin Bahrani.

Science-fiction the future?

I read an article on science fiction on Ted Gioia’s blog.

I started reading science-fiction books. And lots of them.

This made no sense. The last time I had taken a serious interest in science fiction was in 8th grade. The typical mid-life crisis is an attempt to recapture the magic of your late teens and twenties. And here I was revisiting a passion that had disappeared at age twelve.

I have a similar experience. I did read some science fiction as a child and adolescent, but it generally could only interest me moderately. I read books like 1948 by Orwell, Brave New World by Huxley, and A Clockwork Orange by Burgess, which, although science fiction lists, I consider more like (rather dystopian) novels of the future.

Being firmly in the beta profession, I had many friends who also read science fiction. Somehow, it seemed to me at the time to be something for betas, which doesn’t seem to be correct. Without having researched it, I would venture to say that when betas read books, it is more often science fiction than anything else.

I read a lot anyway, and also things that chafed at science fiction. The Lord of The Rings, by Tolkien, before it became popular, I think with that, but that’s probably not right. I also read The Day of the Triffids, by Wyndham (ok yet core science fiction). I read H.P. Lovecraft (more horror?). But I never really got “hooked” on the genre.

I also think it was because in high school the science fiction genre was dismissed with much disdain.

A few years ago, I started reading more science fiction. I never before read Isaac Asimov or Ray Bradbury (yes I read his On Writing – a great book). I’m definitely going to catch up on that. I’m also going to read more of Stephen King.

Andy Hamilton’s handgeschreven boek Longhand

BOOK: Longhand Paperback by Andy Hamilton (Outnumbered ...

Een interessant project van Andy Hamilton, Longhand, een met de hand geschreven roman. Interessant detail is dat Hamilton een aparte manier van schrijven heeft doordat hij de duim van zijn schrijfhand op jonge leeftijd is verloren. Hij houdt de pen in zijn linkerhand en stuurt de schrijfbeweging met zijn rechterhand.

PS. Ik vind geen goede Nederlandse vertaling van het woord longhand. Ik denk dat “handgeschreven” het dichtst in de buurt komt, maar vraag me af of het de lading helemaal dekt. Ik vind het ook een veel lelijker woord, handgeschreven.

Shopping In Jail – Douglas Cooupland

Shopping In Jail

My notes from reading Shopping In Jail by Douglas Coupland:

About surrealism, the subconscious, Internet.

Surrealism today: a randomizer, throwing images and video clips at you. Like taking a snip out of time and putting these in sequence.

On Ed Ruscha. And about the insignificance of (most) of our actions and of (most) art.

About Craft and novelty. Novelty that reflects the prominent yet less powerful forces of a culture is interesting. The crafted object may be the new modern art, in a world of digital overwhelm.

A piece on Hari Kunzru’s Gods Without Men. The piece is difficult to follow, I have not read that book. It seems a literary manifestation like Harari’s Homo Deus:

Raj is whatever and whoever it is we all seem to have become: a race of time-traveling time killers Googling and Wikiing until our machines transform into something smarter than ourselves, we humans left only to hope the machines may save us in the process.

A piece about Coupland’s visit to China for the book Kitten Clone. About how China is fully embracing new technology and the western world is hesitating complacently (if complacently is a word).

I find it difficult to accept that the new iPhone 12 or foldable Samsung is necessarily a significant technological development I cannot ignore. In my opinion we are too heads-down in today to be able to make sound judgements on the historical relevance of specific, or even more general technological development.

I understand very well why it’s located in Shanghai, but not why there isn’t also one located in Michigan, where 10 million primates needing 2,500 calories a day are sitting on top of a cold rock in the middle of the North American continent, and they’ve got nothing to do all day except go online and watch porn, TED videos, and bit-torrented movies, …


A piece about Marshall McLuhan, again difficult because I have not read McLuhans work yet. I want though. His work sounds very intriguing.
McLuhan is a futurist. Coupland sees how with all that data that “the internet” knows about us, a cloud gänger is thinkable, but he misses sentience.
The same word that Kevin Kelly uses as one of the characteristics of the Technium, the “living” body of evolving technologies.
Sentience of the Technium is not yet to be born. It is there already, says Kelly.

Boekenlijstje van 2021

Ok dan, mijn boekenlijstje van 2021. Dat wil zeggen, de boeken die ik gelezen heb en goed vond; deze zijn niet noodzakelijk ook in 2021 uitgekomen.

Archive, Bertien van Manen.

American Gods, Neil Gaiman.

De schrijver is een alleenstaande moeder, Hagar Peeters.

Australië, Cees Nooteboom.

American Geography, Matt Black.

The Salt Path, Raynor Winn.

How To Live, Derek Sivers.

Maus, Art Spiegelman.

Catching the big fish, David Lynch.

The War of Art, Steven Pressfield.

Neuromancer, William Gibson.

Eerste persoon enkelvoud, Haruki Murakami.

Nooteboom’s Venetië, kijken als kunst

Mooi boek, Nooteboom’s Venetië. Met geweldige kleurenfoto’s van Simone Sassen.

Mijn aantekeningen. Nooteboom bekijk kunst en ziet een variëteit aan engelen waarvan ik niet wist dat die zo uitgebreid was. Ik kende de putti van Nooteboom, van zijn geweldige beschrijving van Tiepolo in Würzburg, in Voorbije Passages.

Nooteboom reist met boeken. Ik maakte een lijstje op uit de tekst dat nog uitgebreider is dan die achterin het boek. Ik noem hier: Mann, Kafka, Mary Mccarthy, Henry James, Proust, Borges.

De geschiedenis van een plaats hangt in de lucht. Overal sporen van een verleden. Het verleden is een dimensie van het heden.

Zonder mensen geen geschiedenis? Maken de mensen het materiaal voor geschiedenis?

Tiepolo in Würzburg
Tiepolo in Würzburg

Nooteboom wil niet bij de (toeristen)massa horen, maar zich één voelen met de lokale bevolking. Hij komt er meerdere keren op terug. Maar hij is nergens thuis.

De steegjes van Venetië zijn als het labyrint van Borges.

Ruinenwert, een typisch Nooteboom ding.

Als ik lees hoe complex het kiezen van de doge van Venetië was, moet ik denk aan de complexiteit van het kiezen van de bondskanselier in Duitsland. Het werd met ooit uitgelegd maar ik kan het niet herhalen.

Kijken als kunst. De professie van Nooteboom.