Shopping In Jail – Douglas Cooupland

Shopping In Jail

My notes from reading Shopping In Jail by Douglas Coupland:

About surrealism, the subconscious, Internet.

Surrealism today: a randomizer, throwing images and video clips at you. Like taking a snip out of time and putting these in sequence.

On Ed Ruscha. And about the insignificance of (most) of our actions and of (most) art.

About Craft and novelty. Novelty that reflects the prominent yet less powerful forces of a culture is interesting. The crafted object may be the new modern art, in a world of digital overwhelm.

A piece on Hari Kunzru’s Gods Without Men. The piece is difficult to follow, I have not read that book. It seems a literary manifestation like Harari’s Homo Deus:

Raj is whatever and whoever it is we all seem to have become: a race of time-traveling time killers Googling and Wikiing until our machines transform into something smarter than ourselves, we humans left only to hope the machines may save us in the process.

A piece about Coupland’s visit to China for the book Kitten Clone. About how China is fully embracing new technology and the western world is hesitating complacently (if complacently is a word).

I find it difficult to accept that the new iPhone 12 or foldable Samsung is necessarily a significant technological development I cannot ignore. In my opinion we are too heads-down in today to be able to make sound judgements on the historical relevance of specific, or even more general technological development.

I understand very well why it’s located in Shanghai, but not why there isn’t also one located in Michigan, where 10 million primates needing 2,500 calories a day are sitting on top of a cold rock in the middle of the North American continent, and they’ve got nothing to do all day except go online and watch porn, TED videos, and bit-torrented movies, …


A piece about Marshall McLuhan, again difficult because I have not read McLuhans work yet. I want though. His work sounds very intriguing.
McLuhan is a futurist. Coupland sees how with all that data that “the internet” knows about us, a cloud gänger is thinkable, but he misses sentience.
The same word that Kevin Kelly uses as one of the characteristics of the Technium, the “living” body of evolving technologies.
Sentience of the Technium is not yet to be born. It is there already, says Kelly.

Boekenlijstje van 2021

Ok dan, mijn boekenlijstje van 2021. Dat wil zeggen, de boeken die ik gelezen heb en goed vond; deze zijn niet noodzakelijk ook in 2021 uitgekomen.

Archive, Bertien van Manen.

American Gods, Neil Gaiman.

De schrijver is een alleenstaande moeder, Hagar Peeters.

Australië, Cees Nooteboom.

American Geography, Matt Black.

The Salt Path, Raynor Winn.

How To Live, Derek Sivers.

Maus, Art Spiegelman.

Catching the big fish, David Lynch.

The War of Art, Steven Pressfield.

Neuromancer, William Gibson.

Eerste persoon enkelvoud, Haruki Murakami.

Nooteboom’s Venetië, kijken als kunst

Mooi boek, Nooteboom’s Venetië. Met geweldige kleurenfoto’s van Simone Sassen.

Mijn aantekeningen. Nooteboom bekijk kunst en ziet een variëteit aan engelen waarvan ik niet wist dat die zo uitgebreid was. Ik kende de putti van Nooteboom, van zijn geweldige beschrijving van Tiepolo in Würzburg, in Voorbije Passages.

Nooteboom reist met boeken. Ik maakte een lijstje op uit de tekst dat nog uitgebreider is dan die achterin het boek. Ik noem hier: Mann, Kafka, Mary Mccarthy, Henry James, Proust, Borges.

De geschiedenis van een plaats hangt in de lucht. Overal sporen van een verleden. Het verleden is een dimensie van het heden.

Zonder mensen geen geschiedenis? Maken de mensen het materiaal voor geschiedenis?

Tiepolo in Würzburg
Tiepolo in Würzburg

Nooteboom wil niet bij de (toeristen)massa horen, maar zich één voelen met de lokale bevolking. Hij komt er meerdere keren op terug. Maar hij is nergens thuis.

De steegjes van Venetië zijn als het labyrint van Borges.

Ruinenwert, een typisch Nooteboom ding.

Als ik lees hoe complex het kiezen van de doge van Venetië was, moet ik denk aan de complexiteit van het kiezen van de bondskanselier in Duitsland. Het werd met ooit uitgelegd maar ik kan het niet herhalen.

Kijken als kunst. De professie van Nooteboom.

The Hours van Michael Cunningham

Ik ben begonnen in The Hours van Michael Cunningham. Ik vond dit boek op het lijstje must-reads in Sebes en Bisseling’s Alweer een Bestseller. (Nog een paar boeken uitgehaald die ik nog niet kende zoals Nicole Kraus’ The History of Love en Laurent Binet’s HHhH).

Ik ben een stukje op weg en denk toch dat de beste boeken niet de boeken zijn die schrijvers over schrijvers schrijven. Het is een beetje de dood in de pot, ook bij Cunningham.

Wel een leuk boek trouwens, Alweer een Bestseller. Leest als een trein.

Bertien van Manen’s Archive herlezen/herbekeken

De foto’s van Bertien van Manen, ik bekijk nu Archive, zijn geweldig casual. Dat klinkt denigrerend maar het is absoluut een kwaliteit. De beelden lijken zonder moeite te zijn gemaakt. Het is net als een boek. Het lijkt zo gemakkelijk gemaakt als het goed leesbaar is, maar juist die kwaliteit kenmerkt de meester(es).

Ik hou van die foto’s met tekortkomingen. Weg van de gladgestreken en opgepoetste beelden die momenteel in de mode zijn, zelfs onder straatfotografen.

Er is maar weinig over bekend… Bryson over Shakespeare

De Nederlandse titel van Bill Bryson’s boek over William Shakespeare is “Een biografie” is al misplaatst. De uitgever had dit kunnen weten, want Bryson geeft al vroeg in het boek aan dat er over Shakespeare ongelofelijk weinig bekend is, dat je eigenlijk niet veel meer kan verwachten van een boek over Shakespeare, dan een beschrijving van een handvol schamele feiten, aangevuld met aannames, fantasieën en voorlopige conclusies omtrent even en tijd van Shakespeare. Bryson geeft toe dat het boekje ook juist daarom zo bescheiden van omvang is gebleven.

De hoofdstukken staan dan ook vol met zinsneden die de waarschijnlijkheid van de gemaakte beweringen in twijfel trekken. “Mogelijk …”, “… veronderstellen …”, “… met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid …”, “… niet verhelderende …”, “we zouden nog minder weten als we niet…”, “over … is maar weinig bekend”, “… schijnt …”, “… we zijn er niet helemaal zeker van …”, “Niemand weet …”, en zo gaat het maar door.

Desalniettemin blijft het boek boeien, en het wordt duidelijk waarom Shakespeare al die aandacht blijft verdienen uit de berichten over wat we wel zeker weten over hem. En dat is niet alleen de omvang van zijn oeuvre en de eigenheid. De bijdrage van Shakespeare aan de vernieuwing van de Engelse taal blijkt onovertroffen. Meer dan 2000 Engelse woorden heeft Shakespeare verzonnen dan wel voor het eerst op schrift gesteld; Hamlet alleen al bevat meer dan 600 neologismen. Voor zegswijzen zijn vergelijkende overdonderde statistieken van toepassing: Shakespeare verzon of boekstaafde voor het eerst 10% van alle zegswijzen uit zijn tijd.

De genialiteit van Shakespeare was zo overweldigend, en de gegevens over hem zo minimaal, dat vele geschied- en letterkundigen in de eeuwen na hem in twijfel hebben getrokken of Shakespeare wel zou hebben bestaan. De laatste hoofdstukken van Bryson boekje geven een overzicht van deze veelal krankzinnige theorieën, die variëren van een virtuele Shakespeare wiens werk door meerdere auteurs zou zijn voortgebracht, tot volkomen confabulaties zoals het idee dat Queen Elisabeth eigenlijk Shakespeare zou zijn.

De originele ondertitel van het boek is “The World as a Stage”, en dat is wat het boek zeker wel is: een beeld van het toneelleven ten tijde van Shakespeare.

Daniel Dennett over bewustzijn, de mierenhoop

How to Criticize with Kindness: Philosopher Daniel Dennett ...
Daniel Dennett

In de NRC van zaterdag half november (ik schreef dit jaren geleden een interview met Daniel Dennett – ergens in 2008 denk ik?). Ik hoorde trouwens toevallig van de week ook zijn TED toespraak – Conscioussness is a bag of tricks…). Hij is voor een prijs in Nederland. Over het bewustzijn van een termietenheuvel. Ik kende de gelijkenis al uit Godel, Escher, Bach  – An Eternal Golden Braid, het boek van Douglas Hofstadter. Maar ik moest denken aan Facebook en Twitter en andere siciale media, waaraan miljoenen termieten werken, en waaraan misschien ook wel een hoger bewustzijn is te extraheren door er op een andere manier, op een gepaste afstand naar te kijken. Het is natuurlijk zeer interessant, en ik geloof ook dat Hofstadter dat in GEB al doet (al zou ik het er voor moeten herlezen om dit te kunnen bevestigen) om de menselijke maatschappij, net als de termietenmaatschappij van een afstandje te bekijken, en hier een hogere betekenis aan toe proberen te kennen. Een ziel? Dzjing! zegt Hofstadter.

Onze miljarden hersencelletjes die een ziel vormen, die op Twitter zit te tikken met miljoenen soortgenoten zo een ziel vormen, met Tumblr, Facebook, Google+ en soortgenoten een ziel vormen,… Dzjing!.

Trouwens, nu we het er toch over hebben, dat wil zeggen, ik spring er met mijn gedachten naar toe, in het boek ‘The Lifebox, The Seashell and the Soul‘ bespreekt Rucker de Lifebox – een instrumentje dat je leven opneemt. Goed lezen en je ziet die mogelijkheden in de social media software. Het kastje dat je bij je draagt is niet de Lifebox, maar is slechts een medium dat je toegang geeft tot je Lifebox, door middel van een app of een website wordt je Lifebox gevuld, aangevuld met fysieke informatie over waar je bent als je incheckt, een foto neemt, een aantekening maakt, opgeslagen in de Cloud.

De cloud!… beter wordt het niet.

De Moord op de Commendatore 2 – Murakami

Deel 2 van De Moord is geen vervolg van het eerste deel, het is gewoon de tweede helft van het boek. Kennelijk paste het niet in 1 deel (totaal meer dan 1000 pagina’s), of wellicht is het commercieel gewoon aantrekkelijk om twee delen uit te brengen.
De portretschilder schildert de vermeende dochter van de smetteloze Menshiki. Hij leert haar beter kennen. Hij is een vreemd soort vaderfiguur voor haar; zij uiteraard een substituut voor zijn jong overleden zusje. Ze heeft geheime afspraken met hem en deelt haar geheimen.

Tussendoor speelt een gruwelijk verhaal van de oude Japanse schilder van het schilderij De Moord op de Commentatore.

De portretschilder, volgens Murakami’s stijl, blijft een volger van de gebeurtenissen in zijn eigen leven.

“Hoe meer ik er over nadacht, hoe minder ik kan beoordelen wat nu oorzaak was en wat gevolg.”

“Het voelde niet zozeer als een droom, maar meer als een flard werkelijkheid die per ongeluk verdwaald was geraakt in mijn slaap.”

Een hoofdstuk heeft de naam “Er stond iet te gebeuren”. Deze naam kan elk hoofdstuk in Murakami’s boeken dragen. Zijn boeken lezen alsof je voorover vallens jezelf in evenwicht probeert te houden door vooruit te bewegen. Je leest maar door. Als je stop val je voorover op je gezicht.

De schilder redt het meisje. Bergt het Moord schilderij op. Gaat weer met zijn bijna-ex wonen. Vat het schilderen van commerciële portretten weer op.

Full circle. Bijna.

Het schilderij dat de gebeurtenissen uitlokt verbrandt met het huis er omheen.
Maar voor de portretschilder maakt het niet uit. Hij laat de zin van het bestaan niet bepalen door de mogelijkheden, maar door een geloof. De kracht om te geloven. En dan maakt het niet uit of er altijd iets staat te gebeuren. Er is dan altijd wel iemand die je de weg wijst.

Verder lezen: alles van Murakami.