Science-fiction the future?

I read an article on science fiction on Ted Gioia’s blog.

I started reading science-fiction books. And lots of them.

This made no sense. The last time I had taken a serious interest in science fiction was in 8th grade. The typical mid-life crisis is an attempt to recapture the magic of your late teens and twenties. And here I was revisiting a passion that had disappeared at age twelve.

I have a similar experience. I did read some science fiction as a child and adolescent, but it generally could only interest me moderately. I read books like 1948 by Orwell, Brave New World by Huxley, and A Clockwork Orange by Burgess, which, although science fiction lists, I consider more like (rather dystopian) novels of the future.

Being firmly in the beta profession, I had many friends who also read science fiction. Somehow, it seemed to me at the time to be something for betas, which doesn’t seem to be correct. Without having researched it, I would venture to say that when betas read books, it is more often science fiction than anything else.

I read a lot anyway, and also things that chafed at science fiction. The Lord of The Rings, by Tolkien, before it became popular, I think with that, but that’s probably not right. I also read The Day of the Triffids, by Wyndham (ok yet core science fiction). I read H.P. Lovecraft (more horror?). But I never really got “hooked” on the genre.

I also think it was because in high school the science fiction genre was dismissed with much disdain.

A few years ago, I started reading more science fiction. I never before read Isaac Asimov or Ray Bradbury (yes I read his On Writing – a great book). I’m definitely going to catch up on that. I’m also going to read more of Stephen King.

Andy Hamilton’s handgeschreven boek Longhand

BOOK: Longhand Paperback by Andy Hamilton (Outnumbered ...

Een interessant project van Andy Hamilton, Longhand, een met de hand geschreven roman. Interessant detail is dat Hamilton een aparte manier van schrijven heeft doordat hij de duim van zijn schrijfhand op jonge leeftijd is verloren. Hij houdt de pen in zijn linkerhand en stuurt de schrijfbeweging met zijn rechterhand.

PS. Ik vind geen goede Nederlandse vertaling van het woord longhand. Ik denk dat “handgeschreven” het dichtst in de buurt komt, maar vraag me af of het de lading helemaal dekt. Ik vind het ook een veel lelijker woord, handgeschreven.

Shopping In Jail – Douglas Cooupland

Shopping In Jail

My notes from reading Shopping In Jail by Douglas Coupland:

About surrealism, the subconscious, Internet.

Surrealism today: a randomizer, throwing images and video clips at you. Like taking a snip out of time and putting these in sequence.

On Ed Ruscha. And about the insignificance of (most) of our actions and of (most) art.

About Craft and novelty. Novelty that reflects the prominent yet less powerful forces of a culture is interesting. The crafted object may be the new modern art, in a world of digital overwhelm.

A piece on Hari Kunzru’s Gods Without Men. The piece is difficult to follow, I have not read that book. It seems a literary manifestation like Harari’s Homo Deus:

Raj is whatever and whoever it is we all seem to have become: a race of time-traveling time killers Googling and Wikiing until our machines transform into something smarter than ourselves, we humans left only to hope the machines may save us in the process.

A piece about Coupland’s visit to China for the book Kitten Clone. About how China is fully embracing new technology and the western world is hesitating complacently (if complacently is a word).

I find it difficult to accept that the new iPhone 12 or foldable Samsung is necessarily a significant technological development I cannot ignore. In my opinion we are too heads-down in today to be able to make sound judgements on the historical relevance of specific, or even more general technological development.

I understand very well why it’s located in Shanghai, but not why there isn’t also one located in Michigan, where 10 million primates needing 2,500 calories a day are sitting on top of a cold rock in the middle of the North American continent, and they’ve got nothing to do all day except go online and watch porn, TED videos, and bit-torrented movies, …


A piece about Marshall McLuhan, again difficult because I have not read McLuhans work yet. I want though. His work sounds very intriguing.
McLuhan is a futurist. Coupland sees how with all that data that “the internet” knows about us, a cloud gänger is thinkable, but he misses sentience.
The same word that Kevin Kelly uses as one of the characteristics of the Technium, the “living” body of evolving technologies.
Sentience of the Technium is not yet to be born. It is there already, says Kelly.

Boekenlijstje van 2021

Ok dan, mijn boekenlijstje van 2021. Dat wil zeggen, de boeken die ik gelezen heb en goed vond; deze zijn niet noodzakelijk ook in 2021 uitgekomen.

Archive, Bertien van Manen.

American Gods, Neil Gaiman.

De schrijver is een alleenstaande moeder, Hagar Peeters.

Australië, Cees Nooteboom.

American Geography, Matt Black.

The Salt Path, Raynor Winn.

How To Live, Derek Sivers.

Maus, Art Spiegelman.

Catching the big fish, David Lynch.

The War of Art, Steven Pressfield.

Neuromancer, William Gibson.

Eerste persoon enkelvoud, Haruki Murakami.

Nooteboom’s Venetië, kijken als kunst

Mooi boek, Nooteboom’s Venetië. Met geweldige kleurenfoto’s van Simone Sassen.

Mijn aantekeningen. Nooteboom bekijk kunst en ziet een variëteit aan engelen waarvan ik niet wist dat die zo uitgebreid was. Ik kende de putti van Nooteboom, van zijn geweldige beschrijving van Tiepolo in Würzburg, in Voorbije Passages.

Nooteboom reist met boeken. Ik maakte een lijstje op uit de tekst dat nog uitgebreider is dan die achterin het boek. Ik noem hier: Mann, Kafka, Mary Mccarthy, Henry James, Proust, Borges.

De geschiedenis van een plaats hangt in de lucht. Overal sporen van een verleden. Het verleden is een dimensie van het heden.

Zonder mensen geen geschiedenis? Maken de mensen het materiaal voor geschiedenis?

Tiepolo in Würzburg
Tiepolo in Würzburg

Nooteboom wil niet bij de (toeristen)massa horen, maar zich één voelen met de lokale bevolking. Hij komt er meerdere keren op terug. Maar hij is nergens thuis.

De steegjes van Venetië zijn als het labyrint van Borges.

Ruinenwert, een typisch Nooteboom ding.

Als ik lees hoe complex het kiezen van de doge van Venetië was, moet ik denk aan de complexiteit van het kiezen van de bondskanselier in Duitsland. Het werd met ooit uitgelegd maar ik kan het niet herhalen.

Kijken als kunst. De professie van Nooteboom.

The Hours van Michael Cunningham

Ik ben begonnen in The Hours van Michael Cunningham. Ik vond dit boek op het lijstje must-reads in Sebes en Bisseling’s Alweer een Bestseller. (Nog een paar boeken uitgehaald die ik nog niet kende zoals Nicole Kraus’ The History of Love en Laurent Binet’s HHhH).

Ik ben een stukje op weg en denk toch dat de beste boeken niet de boeken zijn die schrijvers over schrijvers schrijven. Het is een beetje de dood in de pot, ook bij Cunningham.

Wel een leuk boek trouwens, Alweer een Bestseller. Leest als een trein.

Bertien van Manen’s Archive herlezen/herbekeken

De foto’s van Bertien van Manen, ik bekijk nu Archive, zijn geweldig casual. Dat klinkt denigrerend maar het is absoluut een kwaliteit. De beelden lijken zonder moeite te zijn gemaakt. Het is net als een boek. Het lijkt zo gemakkelijk gemaakt als het goed leesbaar is, maar juist die kwaliteit kenmerkt de meester(es).

Ik hou van die foto’s met tekortkomingen. Weg van de gladgestreken en opgepoetste beelden die momenteel in de mode zijn, zelfs onder straatfotografen.

Er is maar weinig over bekend… Bryson over Shakespeare

De Nederlandse titel van Bill Bryson’s boek over William Shakespeare is “Een biografie” is al misplaatst. De uitgever had dit kunnen weten, want Bryson geeft al vroeg in het boek aan dat er over Shakespeare ongelofelijk weinig bekend is, dat je eigenlijk niet veel meer kan verwachten van een boek over Shakespeare, dan een beschrijving van een handvol schamele feiten, aangevuld met aannames, fantasieën en voorlopige conclusies omtrent even en tijd van Shakespeare. Bryson geeft toe dat het boekje ook juist daarom zo bescheiden van omvang is gebleven.

De hoofdstukken staan dan ook vol met zinsneden die de waarschijnlijkheid van de gemaakte beweringen in twijfel trekken. “Mogelijk …”, “… veronderstellen …”, “… met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid …”, “… niet verhelderende …”, “we zouden nog minder weten als we niet…”, “over … is maar weinig bekend”, “… schijnt …”, “… we zijn er niet helemaal zeker van …”, “Niemand weet …”, en zo gaat het maar door.

Desalniettemin blijft het boek boeien, en het wordt duidelijk waarom Shakespeare al die aandacht blijft verdienen uit de berichten over wat we wel zeker weten over hem. En dat is niet alleen de omvang van zijn oeuvre en de eigenheid. De bijdrage van Shakespeare aan de vernieuwing van de Engelse taal blijkt onovertroffen. Meer dan 2000 Engelse woorden heeft Shakespeare verzonnen dan wel voor het eerst op schrift gesteld; Hamlet alleen al bevat meer dan 600 neologismen. Voor zegswijzen zijn vergelijkende overdonderde statistieken van toepassing: Shakespeare verzon of boekstaafde voor het eerst 10% van alle zegswijzen uit zijn tijd.

De genialiteit van Shakespeare was zo overweldigend, en de gegevens over hem zo minimaal, dat vele geschied- en letterkundigen in de eeuwen na hem in twijfel hebben getrokken of Shakespeare wel zou hebben bestaan. De laatste hoofdstukken van Bryson boekje geven een overzicht van deze veelal krankzinnige theorieën, die variëren van een virtuele Shakespeare wiens werk door meerdere auteurs zou zijn voortgebracht, tot volkomen confabulaties zoals het idee dat Queen Elisabeth eigenlijk Shakespeare zou zijn.

De originele ondertitel van het boek is “The World as a Stage”, en dat is wat het boek zeker wel is: een beeld van het toneelleven ten tijde van Shakespeare.