Slak op heet asfalt
Beweegt zich met grote snelheid naar een schaduwrijke plek.
Beweegt zich met grote snelheid naar een schaduwrijke plek.
A few weeks ago I ordered it by Only Human, by Martin Parr (the signed version). It arrived in the mail yesterday. An incredibly interesting anthropological work, in addition to the unique aesthetics of Parr’s photographs.
An interesting free instructional video by Creative Live, featuring David Alan Harvey: Finding Your Photographic Voice.
Foto’s zoals Hans Aarsman zo het liefst ziet: niet genomen om een mooi plaatje te maken maar enkel omdat ze de aandacht van de fotograaf trokken en omdat hij gewoon zin had er een foto van te maken. Photo Libretto van Eddy Posthuma de Boer staat er vol mee.
Of zoals Winogrand:
“Photography is not about the thing photographed. It is about how that thing looks photographed.”
Ik kende Eddy Posthuma de Boer als de fotograaf die de foto’s in de boeken van Cees Nooteboom maakte.
Hier en daar zijn de beelden spitsvondig als Elliott Erwitt. De zwart-witte dalmatiers bij een zebrapad. Een arabier die een over de kop geslagen auto lijkt te willen repareren en met een hand aan de motor rommelt. Maar een paar meter verderop ligt de achteras van de auto. Een enorme hoop vierkante blokken metaal van in elkaar geperste auto’s.
Llibretto is een kalender. Elke dag van het jaar een foto. Ingedeeld naar thema’s, of beter: verzamelingen foto’s. Teksten op uithangborden op op winkelpanden met spellingfouten. Transportmiddelen. Franse auto’s die staan de verrotten en één staan de worden met het Franse landschap. Mensen die de krant lezen. Bedrijven en producten met de naam Victoria.
Gewone en opmerkelijke beelden. De F16 van Marte Röling. Een hotelreceptie in Marseille, onvoorstelbaar druk door het behang en tapijt met bloemendessin. De toren van Pisa, rechtgezet (en de omgeving dus scheef). Een hotelkamer waar midden in de ruimte een bad in gezet met een douchegordijn er omheen (dat kan alleen in België, denk ik dan).
De leukste foto’s zijn toch wel de alledaagse dingen die zonder verdere context zijn weergegeven en daardoor krankzinnige beelden opleveren. Een keurig plantentafeltje van pepsi kratten. Eggleston, denk ik dan ook.
I Will Be Wolf is the first book by Bertien van Manen. It is from 1975. The book exudes a wonderful freshness. Van Manen has seen Robert Frank, and I think also Eggleston. The images in I Will Be Wolf are a sort of European version of Frank’s The Americans. Less critical than The Americans, more friendly. Van Manen seems as shy as Eggleston. Photographs of people’s backs, often taken from a distance with views obstructed by poles and window columns. For me, it all works.
In the format of a semi-dialog, David Hockney and Martin Gayford in A History of Pictures discuss the history and various aspects of picture-making.
Beautifully illustrated.
The most interesting thing is that Hockney seems not to have a very high regard for photography.
“… I question photography. A lot of people don’t, they accept the world looks like a photograph.
“But colour photography couldn’t get tones like those [Vermeer] as is has to rely on the dyes or printing ink. Those aren’t like paint, and never will be.”
“… I don’t know whether photography is an art. Some photographers considered themselves artists, and some didn’t
… Good photography does require intelligence and imagination but aa lot of it is very mechanical.”
Vermeer, Caravaggio, Degas, Delacrois, a few of the painters mentioned in the book that used photographic techniques for their paintings.
“Photography came out of painting and as far as I can see that’s where it is returning.”
Panoramas of death. Strange coffins with almost dead bodies. Grandchildren stand mourning alienated next to the coffin. A dog too. In the film, a cat in the polder that doesn’t seem to want to be photographed and disappears from view. The panorama that does not want to be a panorama because it is upright. A dress blows in front of the coffin, which has been placed on a touching pair of yellow bricks so that it stays upright.
Surely the best is the image of nothing, or of what was.
In the other half of Huis Marseille show Koos Breukels photographs of his son. Can’t stop thinking: what a brat.
Ik heb de overzichtstentoonstelling van Ed van der Elsken in Stedelijk Museum bekeken. Van der Elsken is chaotisch en uitgesproken extravert. Een expressionist. Zijn films rommelig en experimenteel. De tentoonstelling is indrukwekkend, maar vooral: veel.
Ik kwam met een vol hoofd de trap af. Het boek De Verliefde Camera is de catalogus bij deze overzichtstentoonstelling. In het intro van de catalogus noemt Hripsimé Visser, de samensteller van de catalogus, het werk levendig en dynamisch genoemd. Dat lijkt me toch een understatement. Het boek geeft een overzicht van het werk van Van der Elsken in chronologische stappen.
Parijs. Straatfoto’s. Dan een serie die zich een liefdesgeschiedenis noemt te vormen: Love on the Left Bank. De foto’s in deze serie: grote vlakken zwart, weinig licht, grimmig. Meer lust dan liefde.
Dan Afrika. Opnieuw nogal donkere foto’s. Waar het verhaal antropologisch is, was naar mijn idee Van der Elsken veel meer geïnteresseerd in de esthetiek van de zwarte mens. Close-ups van negers en negerinnen, en ik bedoel dat niet als scheldwoord, maar als een aanduiding voor de stijl van de foto’s. Foto’s die niet over het leven in Afrika als onderwerp hebben, maar veel meer de anatomie van de Afrikaanse mens.
Sweet Life. Van der Elsken op zijn best: straatfoto’s van alles wat hem voor de camera komt en hij interessant vindt. hier meet Van der Elsken zich met William Klein en Robert Frank.
Amsterdam. Straatfoto’s maar ook reportage-achtig en portretten. De individuele foto’s zijn het sterkst, opnieuw. De straatfoto’s van alledaagse zaken.
Eye Love You. Voor het eerst kleur. Alledaagse scenes. Topper: een foto van oudere dames met zonnebrillen en in keurige jurken die twee negerkindertjes fotograferen alsof ze in de dierentuin zijn. Het plaatsvervangend schaamrood komt je op de kaken.
Japan. Opnieuw de straatfoto’s van iemand die onbelemmerd foto’s van alledaagse onderwerpen maakt.
Uiteindelijk was Ed van der Elsken vooral een hele goede straatfotograaf die rond probeerde te komen van zijn fotografie. Zijn straatfoto’s zijn wereldklasse.