Bewaarwoede in Krommenie, REM-eiland

Ik had gemikt op de Prinses Amaliabrug. Maar langs de smalle wegen bij de brug kan ik geen parkeerplek naar mijn zin vinden.

Daarom terug naar Krommenie. Ik zet de auto bij REM-eiland neer. Een voormalig terrein van de waterleidingmaatschappij PWN, lees ik later als ik de oorsprong van dit REM eiland probeer te vinden. De oorsprong van de naam REM-eiland blijft me onduidelijk. Er is een industrieterrein waar het mogelijk ooit beter is gegaan, maar toch niet veel. Ik loop over de Industrieweg met zijn typische vrijgevochten woonbootterreinen. Men lijkt hier alles te bewaren wat maar mogelijk is.

Over een serviceweg voor brugmonteurs loop ik omhoog naar de provinciale weg. De weg gaat over in een overwoekerd pad tot op de brug. Ik voel me illegaal, hoor hier niet te zijn. De auto rijden op een meter langs me.

Krommenie - brug
Krommenie - brug

Aan de andere kant van het water kom ik uit op het uiterste stukje van de Zuidervaartdijk. De laatste twintig meter van de Zuidervaartdijk is een soort privéterrein voor de bewoner van het huis in de hoek van weg en water hier. Rode palen verbieden auto’s langs het fietspad de provinciale weg te bereiken. De bewoners van dit laatste huis hebber er een privé oprit naar de provinciale weg aan.

Krommenie

De bewaarwoede van de mensen hier lijkt nog heviger dan van hun dorpsgenoten aan de andere kant. De restanten van een grote kraan staan er weg te rotten naast een heftruck, een afgedankte paardenwagen en overgroeide aanhangwagens.

Krommenie - Nauernase vaart
Krommenie – Nauernase vaart

Via het dorp loop ik met een omweg weer naar de kruising met de provinciale weg. Ik steek over en loop langs de fabriek van de Forbo. Als je het over de geur van stopverf hebt die rondom de fabriek hangt, weet niemand meer waar je het over hebt. Een product dat met mijn generatie uit zal sterven vermoed ik. Forbo ruikt er ouderwets naar.

Onder de N8 door, rechtsaf via een tunneltje onder het spoor door. Gelijk weer rechts om onder het viaduct uit te komen. De onderkant van het viaduct is in ruime mate van graffiti voorzien. Verschillende resten van kampvuren. Een man zit tegen een pilaar aan, een rugzak naast zich. Ik denk dat hij hier nog minder te zoeken heeft dan ik. Ik loop door over het veld tot aan het water van de Nauernasche vaart. Er lopen wandelpaadjes verder door het veld, maar ik kan niet zien waar heen. Terug onder het viaduct is de man verdwenen.

Krommenie
Krommenie - Nauernase vaart

Hockney’s Insights on Painting and Photography

I read this book about David Hockney, A Chronology, a thickly illustrated book by Taschen. It is currently on sale in many bookstores.

David Hockney, A Chronology

Hockney could paint wonderfully at a young age. I sometimes mess around myself, but when I see his early paintings, I quickly throw my crap in a corner.

What I think is so great about Hockney is that he kept experimenting. He played with a photocopier and with photography, taught himself to paint with watercolors later in life, and got to work early on with a computer, iPhone, and later iPad. He made films and great set pieces and drew with pencil and charcoal.

Despite pioneering work with his photo collages, photography ultimately did not bring him the satisfaction he sought.

“The trouble with photography: it’s not real enough, not true to lived experience.”

In his experiments with photography, he bends the reality of the photograph into the reality of what has been observed.

david hockney stagedesign

Painting is his thing. According to Hockney, three things are essential to this: the eye, the heart, and the hand. He is a master in all three.

Velserbroek, Spaarndam, 17 juli 2021

Ik parkeer langs de snelweg bij zo’n vrijgevochten buurtje van woonboten langs het water. Het straatje om de hoek heet Linie van: de waterlinie. Even verderop gaat het dan ook langs Fort benoorden Spaarndam, maar volgens de kaart heet het hier Velserbroek.

Langs het Liniepad, dan naar links en ik loop Spaarndam in. De route slingert me de IJdijk op en af (ook hier een IJ). Een eilandje in de haven, waar ik als onbevoegde helaas geen toegang toe heb.

Ik vervolg mijn weg langs het Spaarne en kijk uit over het meertje Mooie Nel terwijl ik over het weggetje met de naam Pol loop. Prachtige namen hier.In de berm van de Spaarndamseweg ganzen die zich met zwarte oogschaduw hebben opgemaakt. Ze kijken agressief als Inez Weski. Mogelijk Nijlganzen.

Even buiten het dorp, bij een schip dat zondagsrust predikt, verlaat ik het Spaarne en sla rechtsaf de polder in.

De vliegtuigen zijn in dit stille vlakke natuurgebied extra storend.De Westbroekplas is een modern recreatiemeer. Mosun heeft er lekker ijs.

Islands – text by John Fowles, photos by Fay Godwin

Islands - text by John Fowles, photos by Fay Godwin

I bought this second-hand book (cheaply). Admittedly, I was primarily interested in Fay Godwin’s photographs in the book. Her photographs of the Scilly Islands landscape are monumental. However, I find the texts from John Fowles difficult to follow.

The island atmosphere of Fowles’s text reminds me of Tim Robinson‘s books, especially those about the Aran Islands. Tim Robinson’s work provides a lot of detail on the landscape; in this book, Godwin’s photos provide a similar visual detail to Fowles’s meandering texts.

Fay Godwin The Shags

Fowles’s texts follow a historical and mythological sort of baseline. He discusses the characteristics of island communities: solitude and emptiness, independence of any legal power, a unifying feeling that sets people from the islands apart from mainlanders. Islands, withdrawn from common law and ethics, provide a unique magic. Fowles weaves a reasonably diverting story touching many topics. He mixes Homeros’ Odyssey (was it really written by a man, or must this have been a woman) with Joyce’s Ulysses, Shakespeare’s work, historical deviations, Robinson Crusoe, and other Greek mythology.

Troy Town Maze, St. Agnes, Isles of Scilly, 1977, Fay Godwin

Rondje IJmuiden aan Zee, 3 juni 2021

IJmuiden, juni 2021

Gisteravond bij IJmuiden foto’s gemaakt. Geparkeerd aan de Harlingenstraat, aan de noordkant van het jachthaventje van IJmuiden aan Zee (als het zo heet). Tussen de Harlingenstraat en de zeekant is een hoge betonnen muur opgetrokken. Aan de andere kant is een duin gemaakt waartegen twee lange rijen strandhuisjes zijn neergezet, met een klein strandje als voortuin. Het strandje, zo lees ik later op Google maps, heet dan ook het Kleine Strand. Rechts, voor de bewoners, uitzicht op de Hoogovens/Tata/Corus.

IJmuiden, juni 2021

Ik loop over de pier langs het strandje, met de bedoeling bij het grote strand van IJmuiden uit te komen. Helaas heb ik geen rekening gehouden met de haveningang, die het onmogelijk maakt via deze weg het strand te bereiken. Ik herinner me nu dat ik er al eens eerder in was getuind. Om het strand te bereiken vanaf hier moet je helemaal om het jachthaventje heen lopen, of rijden. Ik besluit het laatste te doen, en slenter terug naar de auto.

IJmuiden, juni 2021

Aan de andere kant is een enorme parkeerplaats. Ik parkeer bij het hotel vooraan de Kennemerboulevard, en slenter over de boulevard naar het strand. Halverwege zit een Chinese familie te dineren.”Een oorlel zo groot als een biefstuk, door die wespensteek,” vang ik op.Het strand is behoorlijk leeg. De laatste dagjestoeristen verlaten het strand en de strandtenten zijn aan het opruimen. Alleen bij de strandhuisjes is nog leven. Hier een nog langere rij van drie etages strandhuisjes.

IJmuiden, juni 2021

Beachvolleybal in de ondergaande zon. Twee vrienden zitten op een blok beton naar de horizon te kijken, een fles aan hun voeten.

24 april rondje Zwanenburg

Vandaag deed ik mijn tweede rondje door Zwanenburg. Vanuit het nieuwe winkelcentrum bij de voormalige suikerfabriek liep ik aan de westkant langs het dorp. Het grootste deel van de wandeling liep door een vrij oninspirerende woonwijk. De hele wijk leek drooggelegd voor de werkzaamheden aan het riool. Een ander deel is een enorme bouwput op de plaats waar een industrieel complex moet hebben gestaan.

Zwanenburg, april 2021
Zwanenburg, april 2021

I can’t finish On Photography by Susan Sontag

I tried reading On Photography by Susan Sontag. The book was recommended to me as a must-read for photographers. I will not doubt it is a classic analysis photography, but my mind seems incapable of absorbing the sentences.

On Photography

The book analyses why people make photographs, what it means, how it relates to other art forms, how people pursue photography. And more, like an article about Diane Arbus’ work.

I find the theoretical analysis quite problematic, being a photographer myself. While taking pictures I do not want to (nor can I) philosophize about the picture-taking itself. I don’t want to know. I want to think as little as possible about the process, but focus on the act, on the picture. Of course I have a frame of reference. But it’s somewhere back in my head, in the unconscious probably.

Susan Sontag portrait
Susan Sontag

I put the book away about halfway through. I feel defeated.

Diane Arbus photographer in action portrait
Diane Arbus
Diane Arbus - Female Impersonators Backstage, 1962
Diane Arbus – Female Impersonators Backstage, 1962

Amsterdam Westhaven

Gisteren in het bizarre industriegebied Westhaven in Amsterdam foto’s gemaakt. Naar Zaandam gereden en geparkeerd bij Tamoil tegenover het Hembrug terrein om vanaf daar de tocht te beginnen.

Met het pondje naar de overkant. Aan beide kanten van het kanaal staan interessante snackbars. Uiteraard gesloten nu i.v.m. de lockdown.

Vanaf de pont loop ik naar rechts, het  industrieterrein op. Bij de pond is een eigenwijs buurtje met een handvol woonhuizen. Het is wel een keuze om hier te willen wonen, zo omgeven door industrie. Met een magnifiek uitzicht over het Noordzeekanaal, dat wel. De tuintjes zijn meest volgeplempt met buizen, bootjes, gereedschap, dakpannen, hout en ander ondefinieerbaar bouwmateriaal.

Ik loop langs een enorm opslagterrein. Grote bergen zwart gruis. Geen idee wat het is. Kolen? Enorme kranen en andere indrukwekkende apparaten staan op het terrein om het zwarte gruis te verplaatsen en te verwerken.

Langs de industriële gebouwen aan de andere kan staat een strakke rij populieren.

Bij een rangeerterrein voor treinen breekt het beeld weer iets: enorme windmolens, treinwagons en materiaal voor rails. Een enorme transportbuis steekt de weg over.

Ik loop terug, en steek over via een weggetje dat Kajuitpad heet. Aan het eind van het pad is een afvalverwerkingsbedrijf aan. Een rij ooievaars staat op het dak opgesteld om het afval te lijf te gaan. Als ik dichterbij kom trekken ze zich terug het dak op, uit het zicht.

Bij de pont loop ik langs het grote beeld van het kussende stelletje in Delfts blauw. Leuk idee hier langs de uitgestrektheid van het kanaal.